Herman Nekkers
In de tweede aflevering van Gechickt aandacht voor een relatieve nieuwkomer in het cyclowereldje. Martha Maltha was jarenlang actief als volleybalster op het hoogste niveau. Maar sinds ze begin 2018 serieus begon te trainen voor granfondo's rijgt ze de ereplaatsen aaneen. Met die carrièremove heeft ze dus wel wat weg van de Sloveense ex-schansspringer Roglic. 5 juli 2020 staat al maanden aangekruist op de kalender in huize Maltha. Dan vindt n.l. de Dolomietenmarathon plaats. Na een derde en een tweede plaats is het vizier dit jaar gericht op een overwinning. Als dat lukt is ze na Michel Snel pas de tweede Nederlander die dit voor elkaar krijgt. En dus de eerste Nederlandse vrouw.
Stel jezelf eens voor
Ik ben Martha Maltha, 35 jaar oud. Geboren in Holwerd, een klein dorpje in het noorden van Friesland. Op mijn 14e ben ik verhuisd naar Sneek waar ik de middelbare school heb afgemaakt. Na mijn studie bewegingswetenschappen in Groningen en Amsterdam heb ik de zij-instroom geneeskunde gevolgd in Groningen. Na een aantal jaren werkervaring opgedaan te hebben op de SEH en IC, heb ik in het MCL Leeuwarden de opleiding voor SEH-arts (spoedeisende hulp) gevolgd. Vanaf 2016 ben ik werkzaam als SEH-arts in het Antonius ziekenhuis Sneek. Inmiddels ben ik vanaf 2011 weer woonachtig in Sneek en woon nu 7 jaar samen met mijn vriend Bas Meerman.
Wat fiets je allemaal en waar ligt je voorkeur?
Ik fiets met name op de racefiets, hier ligt ook mijn voorkeur. In de wintermaanden gaat mijn racefiets aan de kant en fiets ik op de weg op mijn cyclocrosser. In de winter ga ik ook af en toe mountainbiken en rij ik soms op het strand. In 2012 reed ik voor het eerst een cyclo, de Marmotte GF Alpes. Vanaf 2018 ben ik eigenlijk pas echt door het cyclovirus gegrepen. Hiernaast gaan Bas en ik eigenlijk altijd met de racefiets op vakantie. In de praktijk stappen we tijdens onze vakanties altijd op de fiets, behalve als we gaan skiën.
Je bent volleybalster geweest in de Nederlandse top. Waarom en wanneer ben je gestopt?
Ik ben begonnen met volleybal op mijn 7e. Zoveel opties waren er in mijn geboortedorp Holwerd niet en mijn ouders hebben beiden gevolleybald. Een bijna onvermijdelijke keuze dus. Toen ik op mijn 14e naar Sneek verhuisde met mijn moeder en broertje/zusjes is het volleyballen steeds serieuzer geworden. Op mijn 18e kwam ik in het eerste van VC Sneek dat op hoogste niveau speelde. Ik heb toen een jaar met jong Oranje meegedraaid met o.a. een jeugd-WK in Thailand waar we 4e werden.
Na een aantal jaar in het eerste van VC Sneek ben ik naar AMVJ in Amstelveen gegaan, omdat die destijds bovenin de competitie meedraaiden. Tijdens mijn tweede jaar daar, mocht ik ook meetrainen met het Nederlands damesteam. Dat werd destijds getraind door Avital Selinger. Op dat moment stond ik ook net op een kruispunt qua maatschappelijk carrière. Ik had mijn master bewegingswetenschappen afgerond aan de VU in Amsterdam en moest gaan nadenken wat ik verder wilde in de toekomst qua werk. Ik besefte toen dat ik nog graag geneeskunde wilde studeren. Dit betekende dat ik terug zou gaan naar Groningen, omdat het daar mogelijk was om in het derde jaar geneeskunde in te stromen. Zodoende moest ik het volleybal op een lager pitje zetten.
Dit was in 2007. Ik ben toen teruggekeerd bij VC Sneek en heb hier nog t/m begin 2013 gevolleybald. Dit deed ik naast studie en later mijn co-schappen. Ik heb het ook nog 2 jaar gecombineerd met werken als basisarts op de SEH. Ik kon toen al niet meer elke training aanwezig zijn gezien mijn onregelmatige diensten en moest erg schipperen op het werk om wel alle wedstrijden mee te kunnen doen. Geen ideale combinatie dus. Ondertussen wist ik dat ik de opleiding voor SEH-arts wilde gaan doen. Toen kreeg ik de kans op de IC in het Martini Ziekenhuis te gaan werken, waarmee ik de kans zou vergroten om in de opleiding tot SEH-arts te komen. Op dat moment ben ik gestopt met volleybal. Het was niet meer te combineren. Bovendien had ik op het moment van mijn keuze voor geneeskunde al besloten dat volleybal geen hoofdprioriteit meer was.
Hoe kwam je erop om te gaan fietsen en wanneer ontdekte
je dat je het talent hebt om granfondo’s te winnen?
Fietsen heeft me altijd leuk geleken. Ik keek vroeger als jong meisje al met mijn broer naar de Tour de France. Op de middelbare school heb ik al eens overwogen een racefiets te kopen. Ik deed dat uiteindelijk niet, omdat het volleybal steeds serieuzer werd. Tijdens mijn volleybalcarrière ben ik er één seizoen uit geweest, omdat ik toen co-schappen liep op Curacao. Bij mijn terugkomst in maart 2011 zou ik als basisarts op de SEH beginnen met werken. Dit leek me niet echt te combineren met volleyballen, dus speelde het idee om te gaan fietsen weer op. Via Bas die ik al wel kende, maar toen nog niet mijn vriend was, raakte ik alleen maar enthousiaster. Hij fietste al vrij veel en heeft geholpen mijn eerste racefiets uit te zoeken. Uiteindelijk heeft het fietsen ons ook samengebracht J
Jaren heb ik gewoon
voor de fun gefietst, zonder echt te trainen. In 2016 had ik al eens de Maratona
dles Dolomites gereden en in 2018 zouden we die weer gaan rijden. Toen besloot
ik dat ik nog eens wilde kijken wat ik zou kunnen bereiken als ik serieus met
schema’s en vermogensmeters zou gaan
trainen. Ik heb contact opgenomen met Guido Vroemen die me nu vanaf januari
2018 begeleidt. De progressie die ik onder zijn begeleiding heb geboekt is ongelofelijk.
Dat jaar won ik de GF La Morzine Haut
Chablais en werd ik derde bij de Maratona dles Dolomites. Afgelopen jaar werd
ik tweede bij de GF Mont
Ventoux-Beaumes de Venise, eerste bij Les Trois Ballons en tweede bij de
Maratona dles Dolomites.
Wat is het belangrijkste verschil tussen volleybal en fietsen?
Het zijn totaal verschillende sporten. Volleybal is helemaal geen duursport en fietsen juist wel. Het zijn wat dat betreft echt tegenpolen. Tevens doe je volleybal in teamverband. Dat is heel gezellig, maar het kan ook voor wrijvingen zorgen als je voor je prestaties afhankelijk van elkaar bent.
Het grote voordeel van fietsen is voor mij de flexibiliteit. Ik kan het rond mijn werk zelf inplannen. Fietsen is wel veel meer een materiaalsport dan volleybal, je kunt er heel veel geld in kwijt. Inmiddels heb ik een strandfiets, een mountainbike, een stadsfiets, een tijdritfiets, een cyclocrosser en een racefiets.
Een ander groot verschil is de lengte van de sporter. Bij volleybal geldt hoe langer hoe beter. In het wielrennen lijkt lengte eerder een nadeel aangezien gewicht een grote rol speelt. Bij de cyclowedstrijden komen de andere dames die op het podium staan vaak maar tot mijn middel ongeveer. Ik ben 1,86 meter, maar slank gebouwd. Ondanks mijn lengte ben ik niet zwaar, hoewel iemand van 1,60 meter altijd nog lichter zal zijn.
Hoe serieus ben je bezig met je prestatie?
Als ik op dit
moment 20 was geweest had ik waarschijnlijk alles opzij gezet. Nu is fietsen
een hobby voor me. Maar ik vind het wel heel leuk om gericht en serieus te
trainen. Het is iets wat ik nodig heb; doelen stellen en hiernaartoe werken.
Dat geeft me veel plezier en voldoening.
Wat is/zijn je mooiste prestatie(s) in het fietsen?
Mijn allereerste
echte klim was de Mont Ventoux in 2012, ik fietste toen nog geen jaar en weet
nog dat ik het echt magisch vond om daar op de top te staan.
Wat ik ook heel gaaf vond was mijn overwinning afgelopen jaar bij Les Trois Ballons. Ik was half april hard onderuit gegaan met mijn tijdritfiets. Hierbij liep ik een fractuur van mijn bovenkaak en een hersenschudding op, waardoor ik een nacht in het ziekenhuis moest liggen. Het advies was destijds 6 weken niet werken/fietsen. En ik mocht alleen vloeibaar voedsel eten vanwege mijn gebroken bovenkaak. Op dat moment was het nog 7 weken tot Les Trois ballons en ging ik er vanuit die niet te kunnen fietsen. Omdat ik zelf weinig klachten ondervond ben ik onder begeleiding van mijn coach en sportarts Guido al na 2 weken weer voorzichtig binnen gaan fietsen. Uiteindelijk ging mijn herstel zo snel dat ik dus na 7 weken alweer Les Trois Ballons won. En buiten mijn ongeval was die overwinning ook extra gaaf, omdat Bas hem zelf niet fietste en onderweg 2 keer met bidons klaarstond. Dat ik hem 2 keer langs de kant zag staan heeft me die dag echt vleugels gegeven.
Hoeveel kilometer rij je ongeveer per jaar?
Afgelopen jaar heb ik 17.000 km gereden.
Wat vind je ervan om als vrouw mee te doen in cyclo’s
of toertochten waar 80-90% van de deelnemers een man is?
Daar heb ik me eigenlijk nooit zo mee bezig gehouden. Ik fiets hier thuis
ook bijna altijd alleen met mannen en vind dat juist wel gezellig. Meer vrouwen
zou natuurlijk leuk zijn, maar voor mij persoonlijk is het niet iets dat ik dat
mis of dat dat het fietsen leuker zou maken.
Hoe kijk je aan tegen zwangerschap en kinderen in
combinatie met fietsen?
Ik heb hier zelf
geen ervaring mee dus dan is het lastig oordelen denk ik.
Hoe kijkt je omgeving aan tegen jouw
fietsactiviteiten?
Poeh, dat weet ik
niet precies. Sommige mensen vinden het denk ik vrij bizar dat ik zoveel fiets. Maar ik heb ook het idee dat mensen in mijn omgeving wel erg met me meeleven en
het ook knap vinden wat ik in de granfondo’s gepresteerd heb. Ze vinden me soms misschien een beetje gek,
maar iedereen die me kent weet dat ik dit soort uitdagingen nou
eenmaal nodig heb.
Wat kunnen organisaties van fietsevenementen (cyclo’s, toertochten, wedstrijden etc) verbeteren om het aantrekkelijker te maken voor vrouwen?
Om eerlijk te zijn stoor ik me nergens aan bij cyclo’s. Als ik dan toch iets moet noemen zou het handig zijn als er dixies apart voor vrouwen neergezet worden. De ervaring is nu dat er altijd maar een paar dixies staan, waar rijen met vooral mannen voor staan om hun grote boodschap te doen. Waardoor de enkele vrouw die in de rij staat 20 minuten moet wachten.
De fietsvrouwen die ik ken zijn stuk voor stuk
superfanatiek. Herken je dat?
Nou dat valt wel mee. In mijn directe
omgeving ken ik er niet zo veel die heel fanatiek zijn. Door de granfondo-wedstrijden ken en volg ik op afstand (strava) wel wat andere dames die heel
fanatiek zijn. Er is een vrouw die zich
zelfs door regen nooit laat tegenhouden om buiten te gaan fietsen. Ik ga in
zo’n geval liever op de tacx zitten.
Waarom moeten je vriendinnen, vrouwelijke collega’s etc.
ook gaan fietsen?
Omdat je heel flexibel bent, je
kunt het doen op het tijdstip dat het jou uitkomt. Daarnaast brengt het rijden
in groepen ook een hoop gezelligheid. Ik vind een ander groot voordeel dat Bas
en ik het samen kunnen doen. En wat me vooral aanspreekt is het lekker actief
buiten bezig zijn. Je ziet zo onwijs veel van de omgeving. Ik ken mijn eigen
provincie nu beter dan ooit. Ook brengt het me door het rijden van cyclo’s en
toertochten op plekken waar ik anders nooit geweest zou zijn.
Geloof je erin dat er een specifieke vrouwengeometrie
bestaat voor fietsen?
Gezien mijn lengte niet voor mij in
ieder geval.
Wordt het vrouwenwielrennen wel serieus genomen? La
Course is slechts één dag, de budgetten zijn laag, de wedstrijden zijn
nauwelijks op tv. Wat vind je daarvan? En hoe kan dit verder geholpen worden?
Ik denk wel dat
het steeds serieuzer genomen wordt. Afgelopen winter heb ik bijvoorbeeld veel
vrouwen-veldrijden op de tv gezien. Het is natuurlijk niet fair dat de vrouwen
die er net zoveel tijd insteken minder aandacht en geld krijgen dan de mannen. Maar dit geldt helaas nog voor vrijwel elke
sport.
Wat zou je zelf nog willen bereiken in het fietsen?
Ik hoop dit jaar weer wat sterker te worden en de Maratona dles Dolomites een keer te
winnen.
Wat ga je in 2020 rijden en welke verwachtingen heb je
daarvan?
Sommige dingen staan nog niet helemaal vast maar in principe de GF Vosges, GF Mont Ventoux Beaumes-de-Venise, Maratona dles Dolomites en misschien de Marmotte Pyrenees. En zeker ook een aantal toertochten en tijdritten.
Welke vraag is er niet gesteld? En beantwoord hem meteen maar even…
Op welke fiets rij je? Ik rij al jaren op Pinarello’s en heb onlangs een nieuwe Dogma F12 gekregen, waar ik erg trots op ben.