Vermogensmeters waren vroeger alleen voor profs, maar worden steeds gangbaarder onder wielertoeristen. Heeft een vermogensmeter ook meerwaarde voor de cyclorenner? Jazeker. In dit artikel 5 voordelen van een vermogensmeter (ook wel PM, powermeter, afgekort) voor een cyclorijder.
1. Monitor je voortgang
Er is geen betere manier om je voortgang te monitoren dan met een vermogensmeter. Gemiddeldes zijn immers veel te veel afhankelijk van wind en groepsgrootte. Door je records over 1, 5, 10, 20, 60 minuten te monitoren krijg je een goed beeld of je voortgang boekt. De meeste online tools stellen je hier automatisch van op de hoogte. Daarnaast kun je zelf tests uitvoeren om te kijken hoe je ervoor staat, bijvoorbeeld de beroemde en gevreesde FTP-test. Sowieso is het belangrijk dit regelmatig te doen, om te kijken of je vermogenszones nog kloppen.
2. Perfectioneer je intervaltrainingen
Een cyclorenner heeft net als iedere wielrenner eigenlijk maar 3 zaken nodig om hard te fietsen: uren, afwisseling en rust. Intervaltrainingen zijn voor de afwisseling naast duurtrainingen belangrijk. Een vermogensmeter maakt het veel makkelijker en daardoor ook leuker om intervallen te rijden. Hartslag reageert traag en is afhankelijk van een groot aantal factoren zoals temperatuur en vermoeidheid. Vermogen niet, vermogen reageert direct. Een vermogensmeter fungeert ook als een soort leugendetector. Rijd je tijdens een interval ineens langs een rij huizen waardoor de wind wegvalt zie je dat meteen terug op je metertje. Bijschakelen maar!
3. Breng indoorfietsen tot leven
Steeds meer renners ontdekken de voordelen van smart indoor fietsen met bijvoorbeeld Zwift, BigRingVR of Trainerroad. De wat betere indoortrainers zoals de Tacx Neo, Flux of Wahoo Kickr werken allemaal met vermogensmeting. Het afwerken van intervaltrainingen wordt daardoor een stuk leuker én makkelijker. De meeste trainers beschikken namelijk over de zogenaamde ERG-modus. Kort gezegd betekent dat je alleen nog maar hoeft te trappen; het apparaat regelt de weerstand. Zelfs schakelen is niet meer nodig. Vermogensmeting maakt het ook mogelijk bijvoorbeeld op Zwift een groep te vinden die jouw niveau heeft op basis van watt/kg.
4. Verbeter je herstel/rust
Zoals eerder opgemerkt is rust net zo belangrijk als training. Als je rijdt met een vermogensmeter wordt na iedere rit een waarde toegekend aan de training. Hoe hoger deze waarde, hoe zwaarder deze training was. Aan de hand van die waarde kun je heel snel zien hoe lang je moet herstellen. Veel online software (zoals Strava en Trainingspeaks) maken met hulp van getallen ook inzichtelijk hoe vermoeid je bent. Dat kan helpen op de juiste momenten rust in te bouwen om zo frisheid op te doen. Een ander voordeel van een PM is dat het calorieverbruik i.t.t. bij trainen op hartslag zeer accuraat is. Dat kan helpen te bepalen hoeveel je na een training moet eten.
5. Pacing
Tijdens een cyclo is pacing iets dat effectief tijdswinst oplevert. Door te rijden op vermogen in plaats van op hartslag en snelheid pak je iedere keer weer direct het juiste tempo. Op een onregelmatige klim betekent dit dat je meteen het juiste tempo pakt als de weg weer omhoog gaat. Uit de praktijk blijkt dat renners zonder PM dan steevast te veel geven, en dat kost veel energie. Pacing moet je wel leren, op een slechte dag krijg je waarschijnlijk minder vermogen op de pedalen dan je zou willen. Dan moet je onderweg je doel bijstellen en dat kan mentaal wel eens lastig zijn.
In een volgend artikel zullen we ingaan op welke vermogensmeters er allemaal zijn en wat de voor- en nadelen van ieder systeem zijn.