News CWiX 500 Cycling regions Cycling holidays Shop Contact
28-01-2019 | Frank Jansen

Alles over pedalen

Het is 1984 als de Franse fabrikant van skibindingen Look het klikpedaal voor de racefiets uitvindt. Tot dat moment was de bekende en volgens critici levensgevaarlijke toeclip gemeengoed onder wielrenners. Zoals het zo vaak gaat bij innovaties, werd het klikpedaal met de nodige scepsis ontvangen. Bernard Hinault, destijds één van de toppers, zou zelfs hardop roepen dat hij er nooit mee ging rijden. Uiteraard kwam hij daarop terug; Henk Angenent zou ruim 10 jaar later daags na de door hem gewonnen Elfstedentocht hetzelfde roepen over de klapschaats. L’Histore se répète, zoveel is duidelijk. Waar staan we anno 2019? Wat is er sinds dat eerste klikpedaal van Look allemaal veranderd? Wat zijn de gangbare systemen? Wat zijn de voor- en nadelen van de diverse systemen?


MTB versus weg

Grofweg kunnen pedalen indelen in twee categorieën. Ten eerste pedalen waarbij de plaatjes met 2 schroefjes naast elkaar worden bevestigd en ten tweede pedalen die met 3 of 4 schroeven bevestigd worden, in respectievelijk een driehoekig of vierkant patroon. De eerstgenoemde categorie is gericht op MTB’ers en crossers, terwijl de tweede categorie juist op wielrenners is gericht. Inmiddels zijn de schoenen aangepast op deze segmentatie: op MTB-schoenen passen alleen MTB-systemen en op raceschoenen alleen racesystemen (hierop zijn uitzonderingen mogelijk; er zijn raceschoenen waarop beide plaatjes passen). Kun je MTB-pedalen ook op een racer gebruiken? Jazeker, al zal je dan wel schoenen moeten zoeken waar de plaatjes op passen. Een jaar of 10 geleden reed het merendeel van de wielrenners met nog MTB-pedalen (met name SPD), maar we zien de laatste tijd toch een trend richting race-pedalen omdat deze voor veel wielrenners voordelen bieden. Een racepedaal heeft een veel groter contactoppervlak, wat veel renners simpelweg fijner vinden rijden. In theorie is de krachtoverbrenging ook efficiënter, al zal dat voor een wielertoerist niet per se het verschil maken. Een nadeel van een racepedaal is dat plaatje uitsteekt, wat lopen lastiger maakt dan bij veel MTB-schoenenen, waar het plaatje verzonken in de zool ligt.

Look Keo

Het Look-systeem is nog steeds op de markt, al is het in de loop der jaren dermate doorontwikkeld dat de huidige pedalen nauwelijks nog op de vrij lompe Look Delta pedalen uit de jaren ’80 lijken. De huidige generatie luistert naar de naam Keo en is beschikbaar in veel verschillende uitvoeringen, wat het er voor de consument niet bepaald overzichtelijker op maakt. Verschillen zitten onder meer in het materiaal van pedaalbody (plastic of carbon) en het materiaal van de as (chroom, staal of titanium). Die twee variabelen zorgen ook een hoger of lager gewicht. Daarnaast hebben bepaalde typen een instelbare veerspanning, terwijl anderen juist een vaste veerspanning hebben. Een hogere veerspanning betekent dat je meer moeite moet doen op uit te klikken, maar ook minder snel per ongeluk uitklikt (bijvoorbeeld in een sprint). In de categorie niet-instelbaar zijn er dan ook weer verschillende sterktes (bijv. 12 Nm of 16 Nm waarbij hoger staat voor meer kracht vereist). Kortom: het gamma is tamelijk vol en dat zou je kunnen zien als een nadeel. Gelukkig zijn er bij de plaatjes minder smaken. Bij Look heb je de keuze 0 (zwart), 4,5 (grijs) en 9 (rood) graden speling. De grijze plaatjes worden standaard bij de pedalen geleverd. Het patent op het Keo-systeem is inmiddels verlopen en vandaar dat er vele klonen op de markt zijn. Voorbeelden hier van zijn de pedalen van Extustar, BBB en Xpledo, net als de pedalen-met-vermogensmeting van Garmin en Powertap.

Shimano SPD-SL

Samen met Look is Shimano zonder enige twijfel de grootste leverancier van racepedalen. Het SPD-SL systeem (niet te verwarren met SPD of SPD-R) lijkt in veel opzichten op dan dat van Look. Ook hier wordt een driehoekig plaatje gebruikt dat voornamelijk van plastic gemaakt is. Ook dit plaatje is leverbaar met drie verschillende hoeveelheden zijwaartse speling (rood 0 graden, blauw 2 en geel 6). Standaard worden de gele plaatjes meegeleverd. Shimano’s pedalenportfolio is een stuk minder vol dat van Look. Shimano hanteert voor de pedalen dezelfde indeling als voor de groepsets (Tiagra, 105, Ultegra, enz.). De duurdere pedalen hebben wat hoogwaardiger lagers en zijn vaak wat lichter. Echt duidelijke voor- en nadelen van de twee merken zijn er niet. Bij Look wordt iets vaker geklaagd over kraken of knarsende pedalen en/of plaatjes dan bij Shimano. Daar staat tegenover dat je bij SPD-SL eerder verticale speling krijgt als de plaatjes versleten raken. Beide systemen zijn algemeen verkrijgbaar en goed betaalbaar.

Speedplay

Dit Amerikaanse systeem is een opvallende verschijning; de pedalen zien eruit als platgeslagen lolly’s. Eén van de voordelen is het feit dat de pedalen dubbelzijdig zijn; het maakt dus niet wat de stand van het pedaal is; inklikken lukt altijd. De fabrikant gaat verder prat op het lage gewicht, maar dat is slechts schijn want de plaatjes zijn juist weer veel zwaarder dan die van de concurrentie. Onder de streep is er weinig gewichtsvoordeel. De plaatjes moeten gemonteerd worden met 4 schroeven in een vierkant patroon. Slechts bepaalde schoenen hebben deze gaatjes in de zool zitten. Daarom levert Speedplay een adapter mee, zodat je ze op een driehoekspatroon kunt monteren. De plaatjes, die vrij kostbaar zijn, steken behoorlijk uit wat lopen lastig maakt – ook bij de vernieuwde plaatjes die volgens de fabrikant ‘walkable’ zouden moeten zijn. Vaak geroemd, vooral bij mensen die met knieklachten, is de grote hoeveelheid zijdelingse speling. Veel minder enthousiast is men over het grotere onderhoud en de hoge aanschafprijs. Bij Speedplay is het love it or hate it - er lijkt weinig tussenin te zitten.

Time

Net als Look komt Time uit Frankrijk. De fabrikant maakt al decennialang pedalen en kent een trouwe schare fans. Overigens maakt Time ook frames (net als Look trouwens). De huidige generatie pedalen luistert naar de naam Xpresso. Daarvoor hadden de pedalen namen als iClic, XEN en RXS. Uniek aan het Time-systeem is de niet-instelbare zijdelingse speling van 15 graden. Net als bij Speedplay is dit pedaal dan ook populair bij renners met knieklachten. De duurdere types van de Xpresso-serie behoren tot de lichtste pedalen op de markt. De pedalen krijgen wisselende reviews: sommige gebruikers lopen ermee weg en anderen vinden het niks. De aloude RXS hadden een onverwoestbare reputatie, dat lijkt bij de Xpresso’s iets minder het geval. Time-gebruikers moeten zich realiseren dat de plaatjes alles behalve algemeen verkrijgbaar zijn (wat in mindere mate ook voor Speedplay geldt).

Poll: Met welk pedaalsysteem rijd jij?


Explanation

Did you know that CycloWorld also has an online shop

Check it out.

Discount on event tickets up to 50% and much more.

Related posts