Na ruim 2 jaar was het eindelijk weer zover: de toerversie van de Amstel Gold Race kon gereden worden. Een prima fietsdag zo bleek: droog, niet te veel wind, schitterende heuvels, hier en daar zelfs zon en een prima sfeer. Dit jaar rij ik voor het eerst de langste route van de AGR van net geen 240 kilometer (en net geen 3000 hm). Voordeel van deze route is dat ik eigenlijk gelijk alle zes de mogelijke afstanden kan reviewen.
Alle routes beginnen in Valkenburg en eindigen boven op de Cauberg. Er hangt daar ‘s morgens een prettige sfeer. Zowel hier bij start/finish en alle stops zijn als doorstroomlocatie ingericht. Uiteraard vanwege de coronaregels, maar wat mij betreft mag dit blijven, want het werkt perfect.
Na een stukje vlak inkomen mogen we al snel de Geulhemmerberg op dartelen. Tot mijn vreugde voelen mijn benen vandaag goed aan! Ik trap makkelijk naar boven terwijl ik links en rechts al mensen inhaal die zich hardop afvragen waar ze aan zijn begonnen. Wel krijgen we – voor mij in ieder geval – minder bekende klimmen als de Adsteeg, Lange Raarberg en de Biesenweg voor de wielen. Ik had voor vandaag mezelf voorgenomen op de vlakke stukken lekker op hartslag 140 door te trappen. Bergop wat harder, maar nooit in het rood. Op deze manier kan ik ook nog genieten van al het moois dat Limburg te bieden heeft. Dit lukt aardig! Kasteeltje hier, mooi uitzicht daar.
Voor mij een fantastische ontdekking was het meest noordelijke punt dat we bereikten: de Maasberg. Dit is blijkbaar de enige kasseiklim in Zuid-Limburg. 600 meter goed liggende keien, piekje van 11% en verder goed te doen. Ik poef-dans hier heerlijk gecontroleerd naar boven en zoek na de top mijn ritme weer op. Bij de splitsing de zuidelijke lus op en je zit op het parcours van de 150 kilometer. Alle bergjes die je mag verwachten kom je nu ook tegen. De beklimmingen worden langer en steiler en daarmee voor mij persoonlijk leuker. De noordelijke lus was wel echt verrassend leuk, maar het echte fietsen in Limburg begint nu pas echt. Daarbij begint of mijn tempo wat te stokken of het niveau van de anderen op het parcours is wat hoger.
De bevoorradingen zijn voor mij zoals gezegd wel echt een (hopend blijvende) verbetering. Het stroomde steeds ook echt door waardoor je veel makkelijker spulletjes kon pakken. Over locaties mag de organisatie van mij nog wel nadenken. Een groot weiland of verlaten parkeerplaats ademt gewoon niet zoveel sfeer.
Vanaf de Loorberg blijf je bovenop rijden naar de Gulperberg, een wat lange vals plat aflopende strook met schitterende vergezichten en hoge snelheden. Bij het monument van Jean Nelissen duiken we dan naar beneden de steile kant van de Gulperberg af. Gevaarlijke afdaling wel omdat er ook heel wat fietsers naar boven proberen te harken en zwabberen.
De route van de 200 kilometer steekt bij Partij direct naar de Eyserbosweg. De 150 en 240 route komen via de Epenerbaan en de Kruisberg ook op de Eyserbosweg uit. Ik accepteer dat bergop versnellen er niet meer in zit en diesel (tot mijn eigen verbazing) vrij makkelijk boven. Bovenop de Fromberg zwellen de zorgen om me heen aan: “Poh… en nu de Keut nog”, “denk niet dat ik daar bovenkom”, “jawel joh, het is maar 500 meter” … “als ik maar niet af hoef te stappen dit jaar”.
Bijna vanuit stilstand draai ik het steilste beginstukje op. Voor me lopen er inmiddels ogenschijnlijk meer mensen omhoog dan er omhoog fietsen. Dus slalommend om de lopers, afstappers, vloekers, zwalkers en anderen die netjes trappend boven komen diesel ik op het kleinste verzet dat ik heb omhoog. Bovenop is het zorgelijke gepraat omgeslagen in euforie. Alleen de Cauberg nog, die moet nu ook wel lukken Eerst via de snelle afdaling Valkenburg in en nog even genieten. In de verte hoor je de bekende wielerstem de namen van de finishers afroepen. De finishboog op de top van de Cauberg is in zicht. Dik tevreden bol ook ik over de lijn. Wat een topdag op de fiets! Al met al iets meer dan 9 uur bezig geweest inclusief de stops.
De hamvraag: zijn eerste 90 kilometer nu echt de moeite waard waren? Door deze lus is het makkelijk mogelijk zes afstanden aan te bieden. Hiermee hebben alle fietsers een kans om mee te doen aan dit evenement. Voor mij voegen de 90 kilometer van de noordelijke lus daarnaast ook absoluut plezier en uitdaging toe. Het is veel meer dan een hele lange warming-up voor de zuidelijke lus. Het landschap, de dorpjes en kastelen en vogeltjes zijn echt de moeite waard.
De routes van 125 en 200 kilometer zou ik echter niet aanraden, in beide gevallen zou ik dan voor de 150 kilometer kiezen. De zuidelijke lus is wel echt mooier, leuker en uitdagender. Eigenlijk zouden deze afstanden moeten worden ingeruild voor een kortere afstand op de zuidelijke lus. Maar goed, voor mij persoonlijk geen dilemma. Ik ga me 11 oktober weer inschrijven voor de langste afstand!