CycloWorld zal regelmatig aandacht besteden aan een minder bekende col, helling of route. Wil je eens wat anders rijden dan de Stelvio, Mont Ventoux of de Redoute? Dan geven we je hierbij inspiratie voor nieuwe avonturen en ontdekkingen.
Varneige, maar tegenwoordig beter bekend als Montagne de Lachens, is het hoogste punt waar je naartoe kunt rijden in de Var (Frankrijk). Vanaf de kust bij Frejus rij je in 75 kilometer naar de top op 1714 meter hoogte. De naam Varneige en de weg naar de top hebben we te danken aan een aantal ondernemers die in 1960 besloten hadden daar een skistation te openen. In 1965 is het skistation daadwerkelijk geopend. Naast het hotel had het drie skipistes. Lang heeft het skiplezier daar echter niet bestaan. Problemen met de bevoorrading door vrachtwagens over de weg naar de top (er was boven zelfs geen water, dus alles moest aangevoerd worden) en periodes met te weinig sneeuw hebben ertoe geleid dat het skistation al in 1972 gesloten werd. Wat overbleef was de weg ernaartoe en een militaire basis.
Ik heb een haat/liefde-verhouding met deze berg. Vijf keer ben ik op weg gegaan om naar de top van de Lachens te rijden, echter maar drie keer heb ik de top bereikt. In 1980 ben ik voor het eerst naar de top van de Lachens gereden. Toen begon ik in Bargemon. En vanaf die tijd heb ik de haat/liefde-relatie met deze col. De beklimming ging toen erg goed, maar de afdaling was wat minder. In die tijd was vooral het kunnen afdalen van een berg de reden om hem te beklimmen. Echter een inschattingsfoutje zorgde ervoor dat ik een bocht niet kon houden en een paar meter lager tussen de rotsblokken mijn fiets kon gaan opzoeken. In 2001, na 20 jaar niet fietsen, wil ik de Lachens voor de tweede keer beklimmen. Nu vanaf de kust gestart. En op dezelfde fiets waarmee ik in 1980 ook reed. Dit keer haal ik de top niet. Net na Bargemon breekt er een bout in de zadelpen. Als de lokale garage eindelijk na de middagpauze weer open gaat kan ik mijn fiets repareren. maar dan zijn we al uren verder en fiets ik onverrichter zake terug naar de kust. |
Komend vanaf de kust bij Frejus kun je via twee wegen naar de voet van de 9 kilometer lange klim rijden. Wat gelijk een mooi rondje is. Het eerste deel gaat via Roquebrune, onderlangs de grote rots naar Le Muy (neem niet de RN7 die is veel te druk). Van daar rij de door de Gorges de Pennafort naar Callas. Geniet onderweg even van de wijnchateaus waar je langs komt en onthou de namen. Hier komt prachtige rosé vandaan. De weg loopt eigenlijk continue omhoog, maar waar vals plat meestal niet lekker is, loopt het hier eigenlijk wel. Na Callas klimt het rustig verder naar Bargemon.
Bargemon is een typisch Provençaals plaatsje met leuke straatjes en fonteintjes. Hoewel er pas 45 kilometer op zitten, is zaak hier je bidons te vullen, want de komende 50 kilometer ga je weinig tot niets tegenkomen. Op het grote plein vind je genoeg terrasjes om even een kop koffie te drinken. Ondertussen ben je al 500 meter boven de zeespiegel en direct na Bargemon komen er in de volgende 7 kilometer nog 500 bij, als je naar de top van de Col du Belle Homme rijdt.
Mocht je al het gevoel hebben gehad dat je sinds Bargemon weinig mensen tegen bent gekomen, dan zal dat gevoel de komende 40 kilometer alleen maar erger worden. Je rijdt nu nl het Camp de Canjuers binnen, een groot militair terrein dat buiten de doorgaande weg verboden terrein is. Onderweg kom je nog wel een paar kleine plaatsjes tegen, maar de laatste bewoners zijn daar al 50 jaar weg. Als je op deze weg naar rechts kijkt dan kun je de de berg goed zien liggen. Het is een grote puist die uit het landschap opgerezen is. Na 12km kom je op een kruising en daar draai je naar rechts. Nu is het nog 4km naar de voet van de klim die je naar het "dak van de Var" gaat brengen.
In 9 kilomater klim je nu van 1050 meter naar 1714 meter. Het is een mooie gelijkmatige klim van 7% gemiddeld die vooral door het bos loopt. Zodra je door de bomen geen bos meer ziet, weet je dat je er bijna bent. Eerst kom je uit bij een parkeerplaats waar vroeger het hotel stond. Met een beetje geluk zul je zien dat je hier niet de enige bent, want dit een een plek waar veel parapenters van vertrekken. De echte top ligt nog 500 meter verder, dus gewoon doorrijden. Plots zul je een hek tegen komen op de weg, en dan weet je dat je boven bent. De weg is vanaf hier afgesloten, want hier begint het militaire terrein weer.
Als je beneden bent aangekomen, sla dan rechts af en draai 3 kilometer verder weer naar rechts de Route Napoleon op en je komt weer in een beetje bewoonde wereld. De volgende 10 kilometer zijn vals plat, maar zodra je weer rechtsaf gaat richting Mons, gaat het dalen weer verder. De komende 60 kilometer is het dalen naar de kust. Onderweg kom je nog door het pittoreske Fayence, en 30 kilometer verder zit je weer aan de kust. Uiteraard kun je het rondje ook andersom rijden.
In 2001, een week na de zadelpenbreuk, ben ik weer op weg naar het dak van de Var. Vanaf de kust vertrokken, waar het om 9 uur al 30 graden was. Na Bargemon als ik door het Camp de Canjuers rij, kijk ik naar rechts en zie ik de Lachens liggen.Hij ligt er echter niet zo mooi bij als in mijn herinnering. Ik fiets nog in de stralende zon maar de Lachens ligt verscholen in een grote donkere wolk. Na het debacle van vorige week heb ik geen zin weer onverrichter zake terug te keren. Dus rij ik door. Tijdens de klim wordt het steeds benauwder en boven aangekomen slaat het weer helemaal om en barst er een zware hagelbui los. Binnen no time is de weg wit van de hagel. Rillend in mijn zomertenue, want wie verwacht zo dicht bij de kust dat het weer zo kan omslaan, begin ik aan de afdaling. Met de herinnering aan 20 jaar geleden scherp op het netvlies daal ik 9 kilometer lang met samengeknepen billen naar beneden. Beneden houdt de hagel op en rij ik het warme weer weer binnen, en geniet ik van de terugrit naar de kust. En de Lachens, die kan me voorlopig gestolen worden. In 2013, ik heb ondertussen een Stava-account, vind ik dat mijn naam op het Lachens Stravasegment hoort te staan. En ik denk dat deze beklimming mijn snelste is, hoewel het moeilijk is om deze te vergelijken met die van 1980, toen iedereen nog zonder fietscomputer reed. In ieder geval was ik super tevreden met de 4e tijd op dat moment (nu 5 jaar later sta ik ergens op de 2e pagina). In voorbereiding op de Marmotte van 2017, ga ik voor de 5e keer op weg naar de Lachens. Tijdens het doorkruizen van het Camp de Canjuers zie ik de Lachens weer in een donkere wolk liggen en aan het einde van de weg, als de eerste druppels beginnen te vallen, sla ik nu maar links af en laat ik de Lachens rechts liggen. Of ik ooit voor een 4e keer daar naar boven rij, weet ik nog niet, de tijd zal het leren. |
Bron: Cyclingcols
Saint Aygulf-Montagne de Lachens
Heb je ook een suggestie voor een (on)bekende klim? Laat het ons weten via het contactformulier (wel even je mailadres en naam invullen).