Sport en doping zijn al decennialang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat geldt zeker voor het wielrennen. Onlangs zijn er met Denifl en Preidler weer twee renners aan de lange lijst van zondaars toegevoegd. En de afgelopen jaren is er natuurlijk erg veel 'shit' naar buiten gekomen. Dat het er bij de profs zo aan toe ging/gaat weten we inmiddels wel. Maar hoe zit het met onze cyclosportieven? Strijden wij ook een oneerlijke strijd tegen enkele volgespoten wannabe-profs? Heel veel is er niet over bekend. Daarom zijn we eens op onderzoek uitgegaan.
CIRC rapport: amateurpeloton geïnfecteerd door doping
In de nasleep van de hele Armstrong-affaire kwam in 2015 het CIRC rapport uit. Een rapport van een onafhankelijke commissie dat een boekje open deed over dopinggebruik in het peloton en corruptie bij de UCI. Het halve profpeloton is ondervraagd, maar er is ook breder gekeken naar dopinggebruik in het algemeen. Toch wel een schokkende conclusie van de onderzoekers is dat ook het amateurwielrennen 'geïnfecteerd' is met dopinggebruik. Dit komt doordat:
Het resultaat is, volgens het onderzoek, dat 'middelbare zakenmannen' op EPO naar de winst rijden. Ze trainen zich bovendien suf en gaan daardoor (bijna) zo hard als de profs. In het rapport staat letterlijk dat profrenners aangaven niet langer voor de fun aan gran fondo's mee te doen omdat deze door de doping veel te competitief zijn geworden.
Dopingcontroles
Op basis van het CIRC rapport mogen we aannemen dat ook in de cyclo's doping een probleem is. Eén van de punten die wordt aangekaart is dat er bijna niet gecontroleerd wordt. Dat is dan ook behoorlijk duur. Een urinetest kost circa 500 euro, een bloedtest gaat al richting de 1.000 euro. Voor organisaties van kleine cyclo's is dat eigenlijk niet te doen. En áls er dan wel gecontroleerd wordt is het relatief vaak 'raak'. In Engeland werden in 2016 bij 44 testen 3 'hobby-renners' gepakt (o.a. op EPO). En in 2011 besloten de 5 grootste gran fondo's van Italië het podium te controleren. Van de 12 testen bij de Dolomietenmarathon waren er 3 positief. De GF New York voert sinds 2012 controles uit. De Mexicaan Plowells was in 2017 al de 5e met een positieve test (EPO).
Wat opvalt is dat de lijst van dopers wordt aangevoerd door Italianen en, in iets mindere mate, Oostenrijkers. Dit komt waarschijnlijk doordat er in die landen meer controles worden uitgevoerd.
Nog een signaal dus dat het ook 'bij ons' behoorlijk mis is. Geld en status speelt, zoals zo vaak, een belangrijke rol. In Italië krijgt het cyclopeloton veel aandacht en is er best wel wat (prijzen)geld te verdienen. Ook de prijzenpot van de GF New York is de moeite waard. Het is triest, maar hierdoor zijn er genoeg die de verleiding niet kunnen weerstaan. Bedenk daarbij dat dopinghandelaren aan een handjevol profs een aardig bedrag verdienen, maar dat doping voor de veel grote groep amateurs (niet alleen wielrennen) een miljardenbusiness is.