Eerder schreef Sjoerd meerdere artikelen over trainen met een vermogensmeter. Gemist? Lees ze hier en hier nog eens na. In dit artikel gaan we in op de hardware. Welke systemen zijn er? Wat zijn de voor- en nadelen? Wat kost een vermogensmeter?
Kosten
Laten we met het goed nieuws beginnen, een vermogensmeter hoeft niet meer de wereld te kosten. Vanaf-prijzen liggen momenteel op zo'n 500 euro, en wie een aanbieding afwacht kan zelfs voor minder slagen. De prijzen dalen al jaren en de bodem lijkt nog niet bereikt, al is de rek er nu wel grotendeels uit. Uiteraard kun je het nog steeds heel bont maken. Een SRM kost nog altijd ruim 2000 euro.
Er zijn drie typen vermogensmeters op de markt.
Eén van de belangrijkste knopen die je moet doorhakken is of eenzijdig voldoende voor je is. Niemand is symmetrisch dus bij bijna niemand is de verdeling tussen beide benen precies 50/50. Bovendien kan de verdeling sterk verschillen per type training. Als ik naar mezelf kijk dan zit ik bij duurtrainingen vaak op 52L/48R, maar bij intervaltrainingen kan het zo maar 58L/42R zijn. Laatst had ik een rugblessure en was de balans 48L/52R. Vooral als de verdeling sterk wisselt, kan de meetfout in bepaalde gevallen wel heel groot worden. Verderop volgt hier een rekenvoorbeeld van.
Het afzonderlijk kunnen zien van links en rechts is verder geen getal waar je meteen veel mee kunt, tenzij je terugkomt van een (zware) blessure. Het is niet zo dat je je rechter been extra gaat trainen als je daar 2% minder vermogen mee levert. Naar mijn mening is het vooral belangrijk dat het volledige vermogen gemeten wordt. Zeker omdat de prijzen sterk gedaald zijn zie ik weinig redenen om nog voor eenzijdig te gaan. Een uitzondering kan zijn als je maar een hele kleine afwijking hebt in beide benen én dat deze afwijking over alle typen trainingen die je doet constant is. Dat zul je dan eerst moeten testen.
Quarq, SRM, Power2Max en de Powertap naaf meten het volledige vermogen. Voor Quarq, SRM en Power2Max geldt dat deze de L/R verhouding wel berekenen. Bij Stages, 4iiii, Pioneer, Rotor, Assioma/BePro en Garmin bepaal je zelf of je een goedkopere eenzijdige optie koopt of dat je de tweezijdige variant koopt. Als je de eenzijdige optie kiest kun je in de meeste gevallen nog upgraden in een later stadium indien gewenst.
De plaats van de meting
Vermogen kun je meten op diverse plaatsen:
Welke plaats ideaal is, hangt sterk af van je wensen en situatie. Een pedaal heeft als voordeel dat het zeer simpel te installeren is (zeker de laatste modellen) en makkelijk te wisselen is tussen fietsen. Het nadeel is dat je bij tweezijdige systemen elektronica op twee plekken hebt wat een kwetsbaar punt kan zijn. Pedaal 1 moet praten met pedaal 2 en dat gaat nogal eens mis. Een ander nadeel is dat pedalen op een relatief kwetsbare plek zitten. Ook heeft een pedaal niet het eeuwige leven (lagers) dus om de zoveel jaar zul je de boel op moeten sturen voor onderhoud.
Een systeem in de crankregio is lastiger te installeren en wisselen, maar zit wel op een veel beter beschermde plek. Onderhoud aan een crank is behalve de kettingbladen en lagers niet direct nodig en kun je zelf doen of door de fietsenmaker laten doen. In het geval van een meting in de spider of trapas zit er maar op één plek elektronica. Meting in de crankregio is enorm betrouwbaar gebleken. Een meting in de spider ziet er (smaak) beter uit dan in de traparmen, waar je aan een uitstulping op de crankarm hebt en in het geval van een tweezijdige meting ook nog een "pod" in de openingen van de kettingbladen.
Een meting in de achternaaf is in principe ook een goede optie. Het grote nadeel is dat je beperkt wordt in het gebruik van maar één wielset. De keerzijde is dat deze wielset binnen 10 seconden te wisselen is naar een andere fiets, zelfs zonder gereedschap.
De communicatieprotocollen
Moderne vermogensmeters ondersteunen vrijwel allemaal ANT+ en bluetooth (BTLE). Dat betekent dat ze kunnen praten met Garmin, Wahoo, Mio, Bryton en Polar. Let erop dat van deze merken Polar als enige het ANT+ protocol niet ondersteunt - vooral wat oudere vermogensmeters ondersteunen vaak alleen ANT+. Bluetooth kan ook handig zijn als je bijvoorbeeld met een laptop of tablet indoor wil trainen, of als je je smartphone als fietscomputer wil gebruiken met bijvoorbeeld een Quadlock. Ik zou er een vermogensmeter zonder BT overigens niet voor laten staan. Voor een paar euro koop je een USB ANT+ stick voor je computer. BT kan wel handig zijn om met je smartphone de firmware te updaten.
Batterijen
Een vermogensmeter heeft stroom nodig. Daarvoor worden allerlei typen batterij gebruikt. Soms oplaadbaar, soms knoopcel en soms zelfs gewoon AAA (Powertap P1). De batterijduur varieert van 60 uur tot ruim 400 uur. Controleer welk type batterij gebruikt wordt. Sommige vermogensmeters (bijv. Quarq en Stages) gebruiken een hele gangbare knoopcel die bij ieder benzinestation te koop is, de CR2032. Andere (bijv. een Power2Max type S) gebruiken een zeldzamer type knoopcel. Dan is het handig een voorraadje thuis te hebben en eventueel zelfs eentje in je zadeltasje te steken (wel goed ingepakt om roesten tegen te gaan). We zien de laatste jaren overigens een trend richting oplaadbare batterijen. Deze worden meestal opgeladen met 2 micro-USB stekkertjes.
Nauwkeurigheid
Vrijwel alle vermogensmeters claimen een nauwkeurigheid van +/- 1-2%. Uit metingen van de bekende influencer DC Rainmaker, die met 2 tot 4 vermogensmeters tegelijk op één fiets rijdt, blijken die claims heel goed te kloppen. Houd er rekening mee dat de nauwkeurigheid behoorlijk kan afnemen als je eenzijdig meet (afhankelijk van de mate waarin je verschil hebt tussen beide benen). Een rekenvoorbeeld
Iemand trapt in werkelijkheid 200 watt; deze renner produceert met zijn rechter been 4% meer dan met links. De vermogensmeter heeft een maximale afwijking van +/- 2%. Met een vermogensmeter die het totale vermogen meet (of eentje die beide benen meet) zal het weergegeven vermogen van deze renner zal tussen de (200*0,96) = 192 en (200*1,04) 208 watt liggen.
Stel dat dezelfde renner nu met een eenzijdige meter gaat rijden. We gaan ervan uit dat ook deze vermogensmeter een maximale afwijking van 2% heeft. Deze vermogensmeter meet, zoals bijna alle eenzijdige vermogensmeters, het vermogen in het linker been. Bij 100% nauwkeurigheid zou dit 0,46*200 zijn ofwel 92 watt. De vermogensmeter zal dit getal met 2 vermenigvuldigen = 184 watt. Vervolgens moeten nog corrigeren voor de nauwkeurigheid van + of - 2%. Het weergegeven getal zal dus ergens tussen de 180 en 187 watt liggen. Een behoorlijke meetfout dus.
Welke vermogensmeter moet ik kopen?
Het bovenstaande verhaal heeft hopelijk duidelijk gemaakt dat er niet zoiets is als "de beste vermogensmeter". Er zijn vele goede systemen op de markt en welke voor jou het beste is, hangt sterk af van je wensen. Wil je makkelijk kunnen wisselen tussen fietsen dan is een pedaalsysteem erg handig. Als je dat niet wil dan is een cranksysteem juist weer een logische keuze. Een niet te onderschatten factor is de service. Een vermogensmeter is een stuk elektronica en het is niet ondenkbaar dat er een keer iets mee is. Zoek uit waar je terecht kunt voor service en koop een vermogensmeter altijd bij een betrouwbare verkoper in plaats van bij een prijsstunter.