Wie dacht dat het na het noodweer van gisteren niet gekker kon heeft het mis. Ook etappe 2 van de Haute Route Ventoux moest ingekort worden wegens…. natte sneeuw. De deelnemers konden de slotklim van vandaag (Mont Ventoux vanaf Malaucène) oprijden tot Mt Serein. Ook vandaag liet moeder natuur weer meermaals haar spierballen zien.
Het weerbericht zag er vanmorgen nochtans nog redelijk uit. In de ochtend zou wat regen vallen, daarna zou het droog zijn. Wel is het vandaag een stuk kouder, wat de kledingkeuze er niet makkelijker op maakte. Om 8:00 is het nog droog bij de start en al snel is het peloton onderweg naar de eerste klim, de Blauvac. Een lopertje van een kilometer of 5, prima om even in te komen. Mijn metgezel Herman geeft meteen aan dat hij vandaag niet de benen heeft. Bij mij loopt het wel lekker. Direct na de afdaling is het al tijd voor de 2e klim van de dag, de Saint-Huber: een loper van 15 km die nergens echt steil is. Prachtig bovendien.
Er vormt zich al snel een groepje (met o.a. Frank Schleck) en de sfeer is nog opperbest. Maar 5 km voor de top begint het te regenen. De meeste deelnemers hebben hun regenjas al aan dus dat komt mooi uit. De temperatuur daalt snel en boven op de top is het behoorlijk koud. Niemand minder dan ex-Tourwinnaar Andy Schleck stelt daar voor een groepje te vormen voor de afdaling.
In Schlecks wiel dalen we af naar Sault. Onderweg lukt het me mijn doktershandschoentjes aan te trekken, want het water komt inmiddels met bakken uit de hemel. Het groepje valt uit elkaar en met een paar man rijden we richting Montbrun. Daar slaan we linksaf, de Vallée du Toulourenc in. Op de eerste klim al hebben Herman en ik vrienden gemaakt met een Zwitser, die het mooi vindt om met ons te rijden. Maar Herman heeft het verschrikkelijk koud. En hij is niet de enige, want bij de stop liggen meerdere renners in een busje met een warmtedeken om.
Gelukkig wordt het op de Côte de Bluye (5 km) droog en zien we zelfs een paar zonnestralen. Samen met de Zwitser rijd ik de Col de Veaux omhoog. Het loopt nog altijd goed. Maar in de afdaling gaan de hemelsluizen weer vol open.
In Malaucène slaan we linksaf de Ventoux op. En meteen zien we veel renners omlaag komen. Doen die allemaal de korte route? Nee hoor, al snel blijkt waarom. De finishlijn wordt niet bovenop getrokken, maar al bij Mt. Serein, omdat er natte sneeuw op de top valt. Vanaf de finish heb je drie keuzes, je mag met de bus terug naar Bédoin, je kunt zelf afdalen en terugfietsen via de Col de la Madeleine of je rijdt op eigen risico zelf door. Die laatste optie is uiteraard niet zonder risico.
Met z’n drieën beginnen we eraan. De Zwitser krijgt al snel een hongerklop en moet lossen. Herman pakt meteen zijn eigen tempo. Het is warempel droog. Ik voel me nog redelijk goed, gezien de omstandigheden. Ik zet de cruisecontrol op 200w en klim rustig naar boven. En ik probeer een beetje te sparen voor de lastige 4 km voor Mt Serein. Het is ouderwets harken daar, maar ik bereik de finish. Warme soep, een gelletje en een cola verder weeg ik mijn opties af, terwijl ik mijn Gabba, extra buff en winterhandschoenen uit mijn rugzak aantrek. Mijn kniestukken trek ik omlaag en vorm ik om tot beenstukken.
Ik heb eigenlijk geen zin in een weer een lange rit in de bus, om vervolgens nog 5 km klimmen naar ons hotel. En aangezien het nog steeds droog is, besluit ik op eigen gelegenheid verder te rijden. Herman neemt wel de bus. Ik neem mezelf voor om te draaien als het echt niet meer verantwoord is. Ik ben eigenlijk ook wel heel benieuwd naar de situatie op de top.
De eerste 3 km gaan prima, ik heb het zeker niet koud en het is mistig, maar droog. Maar daarna begint het inderdaad te sneeuwen en steekt de wind op. Net na de top maak ik even een filmpje:
Het zou totaal onverantwoord zijn hier een heel peloton overheen te sturen, zeker omdat lang niet alle deelnemers de juiste kleding bij zich hadden. Wederom een goede beslissing dus van de organisatie. Ook nu was alles tot in de puntjes voorbereid: de bussen stonden al te wachten.
Het maanlandschap daal ik rustig en beheerst af. In het bos is de wind weg en kan ik iets meer tempo maken. Mijn handen en voeten zijn zeer koud, maar de rest gaat eigenlijk wel. En zowaar, na het bos breekt de zon door en wordt het droog. Al snel ben ik weer bij ons hotel, dat 5 km op de berg ligt. Na een lange, zeer warme douche van 20 min ben ik weer bij levenden.
Het was wederom een episch gevecht tegen de elementen. Morgen de afsluitende tijdrit. Zou het dan droog blijven?
P.S. CycloWorldlezer Frederick Glorieux werd vandaag net als gisteren 2e. Hij is dus wederom onderweg naar een mooi podium.