Martha Maltha won op 4 juli 2021 de Maratona dles Dolomites voor dames. Vorig jaar interviewde CycloWorld deze topper al eens. Dit interview vind je in dit artikel.
In de tweede aflevering van Gechickt aandacht voor een relatieve nieuwkomer in het cyclowereldje. Martha Maltha was jarenlang actief als volleybalster op het hoogste niveau. Maar sinds ze begin 2018 serieus begon te trainen voor granfondo's rijgt ze de ereplaatsen aaneen. Met die carrièremove heeft ze dus wel wat weg van de Sloveense ex-schansspringer Roglic. 5 juli 2020 staat al maanden aangekruist op de kalender in huize Maltha. Dan vindt namelijk de Dolomietenmarathon plaats. Na een derde en een tweede plaats is het vizier dit jaar gericht op een overwinning. Als dat lukt is ze na Michel Snel pas de tweede Nederlander die dit voor elkaar krijgt. En dus de eerste Nederlandse vrouw.
Ik ben Martha Maltha, 35 jaar oud. Geboren in Holwerd, een klein dorpje in het noorden van Friesland. Op mijn 14e ben ik verhuisd naar Sneek waar ik de middelbare school heb afgemaakt. Na mijn studie bewegingswetenschappen in Groningen en Amsterdam heb ik de zij-instroom geneeskunde gevolgd in Groningen. Na een aantal jaren werkervaring opgedaan te hebben op de SEH en IC, heb ik in het MCL Leeuwarden de opleiding voor SEH-arts (spoedeisende hulp) gevolgd. Vanaf 2016 ben ik werkzaam als SEH-arts in het Antonius ziekenhuis Sneek. Inmiddels ben ik vanaf 2011 weer woonachtig in Sneek en woon nu 7 jaar samen met mijn vriend Bas Meerman.
Ik fiets met name op de racefiets, hier ligt ook mijn voorkeur. In de wintermaanden gaat mijn racefiets aan de kant en fiets ik op de weg op mijn cyclocrosser. In de winter ga ik ook af en toe mountainbiken en rij ik soms op het strand. In 2012 reed ik voor het eerst een cyclo, de Marmotte GF Alpes. Vanaf 2018 ben ik eigenlijk pas echt door het cyclovirus gegrepen. Hiernaast gaan Bas en ik eigenlijk altijd met de racefiets op vakantie. In de praktijk stappen we tijdens onze vakanties altijd op de fiets, behalve als we gaan skiën.
Ik ben begonnen met volleybal op mijn 7e. Zoveel opties waren er in mijn geboortedorp Holwerd niet en mijn ouders hebben beiden gevolleybald. Een bijna onvermijdelijke keuze dus. Toen ik op mijn 14e naar Sneek verhuisde met mijn moeder en broertje/zusjes is het volleyballen steeds serieuzer geworden. Op mijn 18e kwam ik in het eerste van VC Sneek dat op hoogste niveau speelde. Ik heb toen een jaar met jong Oranje meegedraaid met o.a. een jeugd-WK in Thailand waar we 4e> werden.
Na een aantal jaar in het eerste van VC Sneek ben ik naar AMVJ in Amstelveen gegaan, omdat die destijds bovenin de competitie meedraaiden. Tijdens mijn tweede jaar daar, mocht ik ook meetrainen met het Nederlands damesteam. Dat werd destijds getraind door Avital Selinger. Op dat moment stond ik ook net op een kruispunt qua maatschappelijk carrière. Ik had mijn master bewegingswetenschappen afgerond aan de VU in Amsterdam en moest gaan nadenken wat ik verder wilde in de toekomst qua werk. Ik besefte toen dat ik nog graag geneeskunde wilde studeren. Dit betekende dat ik terug zou gaan naar Groningen, omdat het daar mogelijk was om in het derde jaar geneeskunde in te stromen. Zodoende moest ik het volleybal op een lager pitje zetten.
Dit was in 2007. Ik ben toen teruggekeerd bij VC Sneek en heb hier nog t/m begin 2013 gevolleybald. Dit deed ik naast studie en later mijn co-schappen. Ik heb het ook nog 2 jaar gecombineerd met werken als basisarts op de SEH. Ik kon toen al niet meer elke training aanwezig zijn gezien mijn onregelmatige diensten en moest erg schipperen op het werk om wel alle wedstrijden mee te kunnen doen. Geen ideale combinatie dus. Ondertussen wist ik dat ik de opleiding voor SEH-arts wilde gaan doen. Toen kreeg ik de kans op de IC in het Martini Ziekenhuis te gaan werken, waarmee ik de kans zou vergroten om in de opleiding tot SEH-arts te komen. Op dat moment ben ik gestopt met volleybal.Het was niet meer te combineren. Bovendien had ik op het moment van mijn keuze voor geneeskunde al besloten dat volleybal geen hoofdprioriteit meer was.
Mijn allereerste echte klim was de Mont Ventoux in 2012, ik fietste toen nog geen jaar en weet nog dat ik het echt magisch vond om daar op de top te staan. Wat ik ook heel gaaf vond was mijn overwinning afgelopen jaar bij Les Trois Ballons. Ik was half april hard onderuit gegaan met mijn tijdritfiets. Hierbij liep ik een fractuur van mijn bovenkaak en een hersenschudding op, waardoor ik een nacht in het ziekenhuis moest liggen. Het advies was destijds 6 weken niet werken/fietsen. En ik mocht alleen vloeibaar voedsel eten vanwege mijn gebroken bovenkaak. Op dat moment was het nog 7 weken tot Les Trois ballons en ging ik er vanuit die niet te kunnen fietsen. Omdat ik zelf weinig klachten ondervond ben ik onder begeleiding van mijn coach en sportarts Guido al na 2 weken weer voorzichtig binnen gaan fietsen. Uiteindelijk ging mijn herstel zo snel dat ik dus na 7 weken alweer Les Trois Ballons won. En buiten mijn ongeval was die overwinning ook extra gaaf, omdat Bas hem zelf niet fietste en onderweg 2 keer met bidons klaarstond. Dat ik hem 2 keer langs de kant zag staan heeft me die dag echt vleugels gegeven.
Afgelopen jaar heb ik 17.000 km gereden.
Daar heb ik me eigenlijk nooit zo mee bezig gehouden. Ik fiets hier thuis ook bijna altijd alleen met mannen en vind dat juist wel gezellig. Meer vrouwen zou natuurlijk leuk zijn, maar voor mij persoonlijk is het niet iets dat ik dat mis of dat dat het fietsen leuker zou maken.
Ik heb hier zelf geen ervaring mee dus dan is het lastig oordelen denk ik.
Poeh, dat weet ik niet precies. Sommige mensen vinden het denk ik vrij bizar dat ik zoveel fiets. Maar ik heb ook het idee dat mensen in mijn omgeving wel erg met me meeleven en het ook knap vinden wat ik in de granfondo’s gepresteerd heb. Ze vinden me soms misschien een beetje gek, maar iedereen die me kent weet dat ik dit soort uitdagingen nou eenmaal nodig heb.
Om eerlijk te zijn stoor ik me nergens aan bij cyclo’s. Als ik dan toch iets moet noemen zou het handig zijn als er dixies apart voor vrouwen neergezet worden. De ervaring is nu dat er altijd maar een paar dixies staan, waar rijen met vooral mannen voor staan om hun grote boodschap te doen. Waardoor de enkele vrouw die in de rij staat 20 minuten moet wachten.
Nou dat valt wel mee. In mijn directe omgeving ken ik er niet zo veel die heel fanatiek zijn. Door de granfondo-wedstrijden ken en volg ik op afstand (strava) wel wat andere dames die heel fanatiek zijn. Er is een vrouw die zich zelfs door regen nooit laat tegenhouden om buiten te gaan fietsen. Ik ga in zo’n geval liever op de tacx zitten.
Omdat je heel flexibel bent, je kunt het doen op het tijdstip dat het jou uitkomt. Daarnaast brengt het rijden in groepen ook een hoop gezelligheid. Ik vind een ander groot voordeel dat Bas en ik het samen kunnen doen. En wat me vooral aanspreekt is het lekker actief buiten bezig zijn. Je ziet zo onwijs veel van de omgeving. Ik ken mijn eigen provincie nu beter dan ooit. Ook brengt het me door het rijden van cyclo’s en toertochten op plekken waar ik anders nooit geweest zou zijn.
Gezien mijn lengte niet voor mij in ieder geval.
Ik denk wel dat het steeds serieuzer genomen wordt. Afgelopen winter heb ik bijvoorbeeld veel vrouwen-veldrijden op de tv gezien. Het is natuurlijk niet fair dat de vrouwen die er net zoveel tijd insteken minder aandacht en geld krijgen dan de mannen. Maar dit geldt helaas nog voor vrijwel elke sport.
Ik hoop dit jaar weer wat sterker te worden en de Maratona dles Dolomites een keer te winnen.
Sommige dingen staan nog niet helemaal vast maar in principe de GF Vosges, GF Mont Ventoux Beaumes-de-Venise, Maratona dles Dolomites en misschien de Marmotte Pyrenees. En zeker ook een aantal toertochten en tijdritten.
Op welke fiets rij je? Ik rij al jaren op Pinarello’s en heb onlangs een nieuwe Dogma F12 gekregen, waar ik erg trots op ben.