Een vraag in onze mailbox. "Een kennis van mij doet aan off-piste skiën en heeft het altijd over hellingen in graden, bijvoorbeeld 30 graden. Voor fietsers zijn echter percentages gebruikelijk. Waarom dit verschil en hoe reken je om van de één naar de ander?"
Skiërs gebruiken inderdaad graden om aan te duiden hoe steil een helling is. Het aantal graden wordt berekend vanuit de horizontale as, ofwel de X-as.
Een hellingspercentage kun je op twee manieren berekenen. De oorspronkelijke manier is door te kijken naar hoeveel de weg stijgt (a) over een bepaalde horizontaal gemeten afstand (b). De meeste profielenwebsites (zoals Cyclingcols en Climbfinder) gebruiken echter in plaats van de horizontale afstand de geklommen afstand (c), waardoor een (fictieve) klim die loodrecht omhoog gaat dus op 100% steil is in plaats van oneindig. Overigens maakt het voor wegen tot 40% heel weinig verschil welke van deze twee formules je gebruikt. Bij hele extreme beklimmingen wordt het verschil groter.
Voor die afstand (B of C) worden verschillende waardes gebruikt. De meeste hoogteprofielen gebruiken bijvoorbeeld één kilometer of 500 meter. Maar je fietscomputer hanteert een veel kleinere waarde, soms maar 5 of 10 meter. Daarom kun je op klim soms enorm hoge waardes tot (soms wel 30%) in je scherm zien, terwijl het gemiddelde van die kilometer vele malen lager ligt. Het leidt vaak tot mooie gesprekken bij de borrel: hoe steil was die Mortirolo nou echt? Het hangt er dus vooral vanaf over welke afstand je meet. Daarbij loopt een fietscomputer met zijn barometrische hoogtemeter altijd behoorlijk achter op de werkelijkheid. Wie met 40 km/uur het steile deel van de Keuteberg op rolt, ziet pas veel later de gevreesde 20% op zijn scherm.
In de wegenbouw zijn procenten gebruikelijk omdat het duidelijker is dan graden. Een percentage stijgt namelijk sneller dan het aantal graden. Uitgaande van de oorspronkelijke manier van percentages berekenen, betekent een hoek van 45 graden betekent namelijk een helling van 100%. Door percentages te gebruiken zijn kleine verschillen veel makkelijker duidelijk te maken. Is de helling meer dan 45 graden dan heeft het niet veel zin meer om in procenten te meten omdat het getal snel steeds groter wordt. Het percentage van een hellingshoek van 90 graden is zelfs oneindig.
Het omrekenen is nog niet eens zo heel eenvoudig, wie de berekening precies wil weten kan die hier nalezen. Het onderstaande figuur (bron: Wikipedia) laat goed zien wat de verhoudingen zijn tussen de getallen.
Het plaatje maakt ook meteen duidelijk hoe steil skipistes eigenlijk zijn vergeleken met beklimmingen. De meest eenvoudige piste is (in de meeste Alpenlanden) de blauwe piste. Deze is meestal maximaal 20 graden, en dat is meer dan 30%! Iedereen die de Col de la Loze is opgereden en een stukje langs de blauwe piste heeft gefietst weet hoe zwaar dit is en dat is dus niet vreemd.
Rode pistes kunnen wel tot 30 graden zijn, oftewel 50%*! En dan zijn er nog zwarte pistes die soms wel 35 graden zijn ofwel 55%*. Overigens gaan off-piste skiërs nog steiler, tot wel 60 graden aan toe. Dat is dus meer dan 80%*! Daar valt zelfs voor Pogacar simpelweg niet tegenop te fietsen.
Met dank aan Rogier van Rijn en Michiel van Lonkhuyzen.
* we zijn hier uitgegaan van de aangepaste formule die een loodrechte lijn als 100% neemt (zoals eerder beschreven).