Op donderdag 28 december 2023 stonden CycloWorld-verslaggever Wouter Fioole en eindredacteur Yda Smets klaar bij de Grenspalenklassiekerboog om ‘unfinished business’ van Bram Tankink en consorten af te maken. Samen met zo’n honderd andere deelnemers reden zij de Xtreme Episch Limburg Unfinished. Wouter reed de langste afstand over de weg (235 kilometer), Yda deed de kortere gravelroute (165 kilometer).
Foto: initiatiefnemers Jos van Emden (l) en Bram Tankink (r) )
Wouter: Zaterdag 23 december ontvingen ik en de andere 99 inschrijvers voor de Xtreme Episch Limburg Unfinished een mailtje van Bram Tankink himself met de pdf-bestanden van de routes en de laatste deelnemersinformatie. Bram begon met:
‘Jullie opgave aan deze uitdaging is al een applaus waard. Daarmee fantastisch dat jullie deze uitdaging willen aangaan. Het was vooral een heel slecht idee van mij om dit alsnog te gaan doen met de hoop dat niemand zich zou aanmelden zodat ik alsnog kon verzaken.’
De uitdaging waar Bram het over heeft, is het afmaken van de Grenspalenklassieker Limburg Epic Xtreme. Afgelopen zomer was het – nog slechtere – idee om in twee dagen en met twee enorme lussen letterlijk de grenzen van Limburg op te zoeken. 8 juli maakte een grote groep fanatiekelingen die in zijn voor slechte ideeën, een 275 kilometer lange lus om de noordgrenzen van de provincie. Door de hitte werd de zuidelijke lus noodgedwongen flink ingekort. Maar ja, daarmee was er unfinished fietsbusiness. Dus besloten Bram en consorten om de ‘Episch Limburg Unfinished Xtreme Christmas, Bye Bye this year and finish the year with a long long ride editie’ te houden op 28 december. Dat het kwik nu niet boven de 30 graden uit zou komen was wel redelijk zeker. Sterker nog, Bram en de mannen hoopten eigenlijk op extreme winterse omstandigheden.
We verzamelden in alle vroegte in Café Mesjeu, een heerlijk bruin café net over de Maas in België. Geen vorst, geen regen, prima temperatuur, maar heel veel wind, dus toch nog een beetje extreem weer. Bram hield nog een briefing waarna we vertrokken met vuurwerk en wind in de rug. De eerste 35 kilometer waren alle routes gelijk. De keuze was namelijk tussen lang (165 kilometer) of langer (235 kilometer) en tussen een weg- of gravelroute.
Binnen het uur, waarbij Jos van Emden elke grenspaal die we tegenkwamen met zijn fiets in de schijnwerper had gezet, schoten we plots de eerste zeiknatte gravelstrook op. Voor mij een probleem, want ik zat op een wegfiets. Ik en nog een paar racefietsers hadden de splitsing gemist en moesten een klein lusje maken om weer op het wegparcours te komen. Een tweede lusje moesten we maken bij de brug in Odiliënberg, die door het hoge water niet begaanbaar was. Ondanks Brams uitleg van achter de toog, miste mijn groep de alternatieve route. Na wat gepuzzel leek mijn Garmin de route weer gevonden te hebben, maar toen had ik opeens 35 kilometer minder te gaan. De verleiding was groot om genoegen te nemen met 200 kilometer, maar uiteindelijk ben ik toch omgedraaid en heb ik de lus door het nationaal park Meinweg ook gereden.
De sfeer was relaxed en de wegen waren over het algemeen goed, al vegen ze in Duitsland de bladeren duidelijk minder fanatiek van het fietspad af dan in Nederland en België. De route langs de Maas naar Maasbracht was schitterend, van daar doorkruisten we Limburg van west naar oost, reden we langs de Duitse grens naar Sittard en kwamen we in Kerkrade bij de tweede stop van de dag uit. Of de afstand en wind niet genoeg waren, kwamen we na Kerkrade in de heuvelzone van Zuid-Limburg. Via het drielandenpunt, een tussenstop met soep en brood in Sippenaeken, en een lusje naar Eijsden en de Sint-Pietersberg kwam ik zelf net voor het donker aan bij de finishboog voor Café Mesjeu. De stamgasten zaten daar aan hun pintjes, de ambiance was heerlijk warm, net als het bord spaghetti en de oliebol.
Ik persoonlijk heb maar één bedenking bij deze werkelijk fantastische dag op de fiets: ik heb iets afgemaakt waar ik nooit aan ben begonnen. Daar kan ik slecht tegen, dus heb ik direct bij thuiskomst de gpx van de noordelijke lus gedownload van Komoot bij de collecties van Bram. Die 275 kilometer staan hoog op mijn goede-slechte-ideeënlijst voor 2024!
Bezoek onze vernieuwde shop. Met kortingen op startbewijzen tot 50%, aanbiedingen, tweedehands tickets, kleding en veel meer!
Yda: Ik moest donderdagochtend vanuit de Ardennen naar de start in Neerharen komen, en aangezien het netjes achterlaten van het vakantiehuisje iets langer duurde dan gepland, kwam ik op de valreep, om 7.22, Café Mesjeu binnengestormd. Precies genoeg tijd om mijn startbescheiden op te halen en het stuurbordje aan mijn stuur te bevestigen, maar geen tijd meer voor koffie of een sanitaire stop. In de gauwigheid kwam ik een fietsmaatje uit Ouddorp tegen, ontmoet tijdens een fietsvakantie in Andalusië, en een buurtgenoot uit mijn Haagse fietsgroep. Zij reden de lange gravelafstand en raakten na de vliegende start al snel uit het zicht. Het eerste, gezamenlijke stuk langs de Willemsvaart hadden we wind mee en ging het boven de 38 kilometer per uur. Mijn Lezyne-lampje was minder fel dan ik had gehoopt, en ik had dan ook lichte spijt dat ik de Black Diamond-hoofdlamp niet op mijn helm had gezet. Ik liet me terugzakken uit het grote peloton om overzicht te houden en kwam uiteindelijk in een groep van zes man. Daar raakte ik aan de praat met Johan en Olivier, twee doorgewinterde gravelaars met tassen onder hun zadel die enthousiast vertelden over eerdere epische Grenspalenklassiekers.
Inmiddels was het licht geworden – ik had mijn lampjes al uitgedaan – en begon mijn blaas steeds meer op te spelen. Bij een muurtje besloot ik om het groepje te laten lopen en toch maar even een pitstop te maken. Gelukkig hadden Johan en Olivier mijn afwezigheid in de groep opgemerkt en wachtten ze mij op bij een dorpje vlak voordat we de wind vol tegen zouden krijgen. De eerste zompige gravelstroken dienden zich aan. Op bepaalde stukken lag er zoveel modder dat lopen sneller ging dan doortrappen. Af en toe moesten we de fiets over een omgevallen boom heen tillen. Al snel konden we aansluiten bij de rest van de groep. Er volgden schitterende gravelstukken door het bos en over de hei. Op een van die paden kwam Mont Ventoux-fietsvriend Hans me tegemoet gereden. Hij had vanuit zijn woonplaats Heerlen de gravelroute omgekeerd gevolgd om mij tegen te komen en een stuk mee te rijden.
Foto: prima bevoorradingen
Na 75 kilometer kwamen we bij de eerste verzorgingspost, Rolduc in Kerkrade. Hier werden we getrakteerd op oliebollen, wafels, cake, koffie/thee en konden we onze bidonnen bijvullen. Olivier en Johan sloegen Rolduc-abdijbiertjes in die ze meenamen in hun tas (‘verbier’ zoals ze dat noemden). Die extra ballast was niet bevorderlijk voor de vele klimmetjes op hobbelige gravelpaden die na de stop volgden. Hans boog af bij Bocholtz, wij reden met z’n vieren richting het drielandenpunt. Ik reed nu het meeste samen met mountainbiker Hans, afkomstig uit Noord-Limburg. In Vaals maakten we een foto van ons vieren bij de grenspaal op het drielandenpunt en vervolgden onze weg naar Café le Soigneur. Daar kregen we versgemaakte soep met brood en Limburgse vlaai toe. We zaten nog nauwelijks aan de soep of de snelle mannen van de lange route druppelden binnen (Bram Tankink deed met een paar maten de gravelroute, CW-collega Wouter had met al die extra lusjes ook aardig doorgereden op de wegroute).
Foto: Pasta en bier na afloop en een prima sfeer.
Inmiddels was het 15.00 en er lagen nog wat klimmetjes en gravelstroken in het verschiet. In goed overleg namen Hans en ik afscheid van Olivier en Johan, omdat het te lang zou gaan duren als we na iedere klim op elkaar moesten wachten. Onder Visé begon het te schemeren, dus in plaats van naar de Pietersberg zetten Hans en ik koers naar Maastricht. In Maastricht reden we met onze lichtjes aan door het centrum langs de Maas (hoe feeëriek wil je het hebben?).
Op de laatste gravelstroken naar Neerhagen was het pikkedonker en glibberden we door de modder. Gelukkig kwamen we na een paar kilometer aan bij Café Mesjeu en werden we warm onthaald door de andere fietsers die al aan het bier of een bord spaghetti zaten. Hier trof ik ook weer mijn fietsmaatjes uit Den Haag en Ouddorp en konden we naar hartenlust ervaringen uitwisselen. Toen ook Johan en Olivier gefinisht waren gingen we met zijn vieren aan de pasta.
Wat een geweldige tocht was dit, een absoluut hoogtepunt aan het einde van een mooi fietsjaar. En net als Wouter heb ik me voorgenomen om in 2024 de rest van de route te gaan doen, want ik wil graag die grenspaaltrofee verdienen.