Een artikel met een knipoog. Herken jij deze 12 stereotypen?
1. De clubrenner
De clubrenner ziet er gesoigneerd en afgetraind uit. Benen zijn geschoren. Hij/zij draagt lelijke clubkleding bedrukt met lokale sponsors zoals Begrafenisonderneming Enfin uit Ter Apel en Slagerij De Biefstuk uit Koeienveensekanaal. De clubrenner is meestal te warm gekleed en draagt vrijwel altijd beenstukken, ook als het 20 graden is. Het omwentelingsritme ligt altijd boven de 100 rpm. De clubrenner rijdt op een gemiddelde dure fiets met carbon wielen en velgremmen, meestal een Canyon met Ultegra Di2. Het tempo zit er bij deze renner goed in, zonder dat het veel moeite lijkt te kosten.
2. De goededoelenfietser
Deze fietser (m/v) is herkenbaar aan het Alpe d'HuZes-shirt. Je ziet deze fietser alleen van februari t/m juni, daarna wordt de fiets aan de wilgen gehangen. Meestal berijdt de goededoelenfietser een aftandse fiets, zoals een Target met een 3x9 triple Tiagra met waslijnen en een zwarte ketting. De benen van deze fietser zijn ongeschoren en vaak draagt men veel te weinig kleding. Rijdt veel toertochten en laat na afloop het stuurbordje een tijdje gemonteerd zitten.
3. De oude baas
Rijdt vaak alleen, meestal met een rpm van 50. Zadeltas formaat hutkoffer onder het frame. Grote Zefal pomp onder de bovenbuis. Rijdt vaak op een slecht passend (meestal te klein) frame met omhoog staande stuurpen. Vaak zonder helm. Indien wel een helm dan een hele oude die scheef op het hoofd zit. Triatlonstuur. Groet bijna altijd terug. Wordt veel ingehaald, maar haakt zelden aan. Haar op het been.
4. De profkopie
Rijdt vooral toertochten, waar je hem dan ook veelvuldig tegenkomt. Rijdt meestal op de exclusievere proffietsen, Pinarello of Cervelo. Outfit wordt gecompleteerd door profkleding, helm en bijpassende handschoentjes. Rijdt meestal solo, en heeft soms overgewicht. Meestal niet erg snel. Uiteraard geschoren benen. Bemiddeld en ijdel. Na de toertocht wordt de peperdure fiets in een dikke leasebak (meestal station) geladen, of op de drager want de zwarte A4 leasebak mag natuurlijk niet vies worden.
5. De fietsende hipster
Deze fietser is heel eenvoudig herkenbaar aan de baard, tattoos en sobere hipsterkleding van merken als Isadore, Café du Cycliste en Rapha. Men rijdt op een sober gekleurde fiets, meestal een Canyon of een zwarte Cannondale. Ook typerend is het koerspetje dat onder de helm wordt gedragen. De fietsende hipster is meestal een kinderloze dertiger met een goede kantoorbaan - vaak is het tempo tamelijk laag.
6. De gemiddeldesnelheidfetisjist
Voor deze fietser is maar één ding belangrijk: >30 gemiddeld rijden. Fanatiek Strava-gebruiker; kent alle segmentjes uit het hoofd. Post privéritjes met de stadsfiets ook op Strava, zelfs als zijn zoontje van 3 meefietst. Neemt zich vaak voor rustig te rijden, maar kan zich nooit inhouden. Lapt verkeersregels aan z'n laars, omdat dat slecht is voor het gemiddelde. Wordt nooit ingehaald en schept er genoegen in anderen in te halen. Gaat bewust trainen bij 8 bft om KOM's te pakken. De overtreffende trap in deze categorie is de fietswetenschapper; deze renner steekt achteraf ook nog meer dan 10 minuten per rit in de analyse. De fietswetenschapper zit naast Strava ook op Trainingpeaks en houdt vaak ook Excelfiles bij met logboeken. Deze fietser rijdt met merk fietscomputer dat het hoogste gemiddelde weergeeft. Er worden steevast trucs toegepast om het getal zo hoog mogelijk te laten worden, zoals het opkrikken van de drempelwaarde van de auto start/stop en/of uitzetten van de fietscomputer bij in- en uitrijden.
7. De Marmottedebutant
Is net begonnen en rijdt meestal op een Bulls of Cube, afgemonteerd met Shimano 105 triple. Kleding: agu met Shimano schoenen en een goedkope helm. Gelooft alles wat de FM zegt en spreekt van "pendalen", "trieple" en "de pion". Is te laat begonnen met trainen en kiest ook vaak voor de verkeerde trainingsmethoden (te kort, spinning). Vindt zelf dat hij heel goed bezig is en heeft meestal ook een weblog om de familie en vrienden op de hoogte te houden van zijn voortgang. Traint altijd op 't grote blad. Hangt wel eens de strontvlieg uit als er een groepje voorbij komt, maar moet bijna direct lossen. Rijdt als voorbereiding één toertocht (meestal AGR 150 km). Op de grote dag wijzigt deze fietser meestal nog rigoureus zijn plannen (andere voeding, verzet). De Marmotte zelf wordt meestal niet of met heel veel moeite uitgefietst.
Meestal een klein ventje dat nog geen 60 kg weegt. Rijdt op een state-of-the art fiets, die meestal GEEN kopie is van een proffiets, vaak met Campa afgemonteerd. Bouwt meestal zijn eigen fiets op. Ketting en blokje blinken altijd. Heeft voor minimaal € 2000 aan Rapha of Castelli-kleding in de kast liggen. Heeft meestal een baan waarbij het hele jaar flink getraind kan worden (ploegendienst, vertegenwoordiger). Traint min. 12k per jaar. Is soms lid van een club, maar heeft meestal diverse groepjes waarmee getraind wordt. Is actief op internet en post zijn trainingsarbeid trouw in allerlei topics en op Strava. Heeft het gevoel onkwetsbaar te zijn en traint daarom soms zonder helm. Benen zijn uiteraard geschoren. Rijdt met vermogensmeter en wordt vaak professioneel begeleid.
9. De woon-werk fietserEen onmiskenbaar item voor deze fietser is uiteraard de waterdichte Ortlieb rugzak. Rijdt meestal op een oud dan wel titanium frame, vaak met spatborden en uiteraard een gigantische bouwlamp op het stuur. Is dankzij het woonwerkfietsen vaak goed getraind. Draagt bijna altijd een helm. Draagt state-of-the-art kleding van Gore en Assos. Haakt wel eens aan in groepjes en doet dan netjes zijn kopwerk. Heeft een transparante bril.
10. De Rabo-fietser
Deze renner komt eigenlijk alleen buiten boven de 18 graden. Is gehuld in een Rabo-shirt of één van de opvolgers (Belkin, Blanco, Lotto-Jumbo, enz). Draagt steevast veel te weinig kleding: fietst bij koud weer al kort-kort. Rijdt wijdbeens met een laag rpm. Heeft overgewicht. Kan er niet zoveel van en rijdt op een Koga of een Batavus.
11. De materiaalfreak
De materiaalfreak zien we niet veel op de weg en dat heeft een reden: het materiaal is een stuk belangrijker dan het fietsen zelf. Deze renner heeft minimaal 3 exclusief, dure fietsen, meestal allemaal van hetzelfde merk. Er zitten vaak exclusieve onderdelen op van merken als AX Lightness, Berk en Chris King. De materiaalfreak handelt fanatiek in onderdelen op internet en heeft een schuur vol met reservespul liggen. Bevindt een materiaalfreak zich dan bij hoge uitzondering eens op de weg, dan wordt de fiets na afloop compleet gepoetst. Niet zelden staat/hangt één van de fietsen in de woonkamer ter decoratie.
12. De indekker
De indekker is op de weg lastig te herkennen maar in een app-groepje des te makkelijker. Hij/zij heeft altijd een excuus klaar. Vaak gehoord zijn drukte op het werk, vermoeidheid, kinderen, een zeurende partner of een slepende blessure. De indekker deelt lang niet al zijn trainingsgegevens. Valse bescheidenheid is een vaste troefkaart van de indekker: "ik haak mijn karretje wel bij jullie aan, want ik heb heel weinig kunnen trainen"..... Om vervolgens iedereen eraf te rijden.