Cyclingcols is dé site waar CycloWorld gebruik van maakt als het om hoogteprofielen gaat. Wij spraken met Michiel van Lonkhuyzen, de man achter de website. Een interview met de man die meer dan 3500 cols beklom.
“Ik ben in 1994 begonnen met fietsen in de bergen. Ergens in het pre-digitale tijdperk kwam ik in aanraking met de colboekjes van Altigraph. In 2001 ben ik daar een digitale versie van gaan maken. De eerste versie van de site is gewoon met Notepad en Paint gemaakt en bevatte zo’n 100 cols, vooral in Frankrijk.”
“Die vraag krijg ik vaker. Ik schat dat ik ongeveer 90% zelf gereden heb. Ik krijg ook wel eens wat opgestuurd, als de betrouwbaarheid goed is dan neem ik die ook op. De grote namen staan er allemaal op, maar ik blijf toch wel interessante dingen ontdekken. Zo gaat de Ronde van Spanje de laatste jaren vaak naar speciale klimmetjes die niemand kent. Dan zie je meteen dat die profielen vaak worden bekeken.”
Met welke apparatuur meet je?
“In 2000 heb ik een Ciclomaster gekocht van Ciclosport. Deze heb ik tot vrij recent nog gebruikt, want de data is van heel hoge kwaliteit. Momenteel gebruik ik een Sigma Rox en daarnaast een Garmin als backup. Overigens moet ik data altijd nog bewerken, wat veel tijd kost. Je hebt namelijk altijd wel last van wat drift. Ik pak het apparaat vaak in plastic om de invloed van wind en vocht weg te nemen.”
“Dat is de Mont Ventoux, daarna Galibier en dan de Stelvio. Overigens krijg ik vooral in de zomermaanden veel bezoekers op de site. Nu door het coronavirus zijn er minder bezoekers”.
“Ik heb geen echte planning, wel heb ik een grote lijst met dingen die ik kan doen. Gebruikers kunnen nu cols claimen als ze hun Strava-profiel koppelen. Ik wil nog de mogelijkheid gaan maken zelf eigen lijsten te maken, bijvoorbeeld een bucketlist of een vakantielijst. Er zijn recent nieuwe statistieken toegevoegd, zoals de steilste 5 km. Ik ben voor mijn werk in de IT ook bezig met Google Data Studio, en misschien ga ik daar voor Cyclingcols iets mee doen.”
“Moeilijk te zeggen want de vorm van de dag is bepalender. Op de Mortirolo heb ik het meest afgezien, terwijl deze op papier het makkelijkste is van deze drie. Meestal bereid je je mentaal zo goed voor op dergelijke beklimmingen dat het in de praktijk wel meevalt. Naast de steile drie wil ik ook de Punta Veleno noemen, een soort Zoncolan maar dan een veel slechtere weg. Heb een paar keer moeten afstappen.”
“Tegenwoordig is dat makkelijk via Strava. Ik kijk gewoon naar de lokale segmenten, je vindt dan vanzelf beklimmingen die op geen enkele kaart staan en soms niet eens op Google Maps. De spectaculaire ontdekkingen is waar ik het voor doe.”
“Ik krijg af en toe wat donaties en ik heb enkele adverteerders maar het is een hobbyproject. Er zitten duizenden uren in. Ik heb wel eens nagedacht om het commerciëler aan te pakken, maar ik vind het niet leuk om daar tijd in te steken. Maar als iemand een ton biedt dan verkoop ik ‘m wel hoor (lacht).”
“Wekelijks krijg ik via mail wel vragen of tips. Mensen sturen vaak foto’s, onder wie ook CycloWorld-redacteur Henk Postma. Michel Wuyts heeft me wel eens in de live-uitzending genoemd.”
“Mycols ziet er heel gelikt uit, de data ben ik minder van onder de indruk. Bij Climbbybike heb ik mijn twijfels over de authenticiteit. Veloviewer doet het ook heel slim, maar de data van Strava die ze gebruiken is gewoon niet altijd betrouwbaar. Ik denk wel dat mijn site het best is als je kijkt naar de combinatie van kwaliteit en kwantiteit. Al heb je wel een paar hele goede lokale sites die heel nauwkeurig beklimmingen uit de buurt in beeld brengen, bijvoorbeeld in Spanje. Mijn primaire drijfveer is overigens een persoonlijke, als er niemand meer op de site zou kijken zou ik het nog steeds blijven doen.”
“Er zijn al een aantal sites die Nederlandse hellingen in kaart brengen. Die doen dat heel goed, dus dat is niet mijn focus. Ik kijk overigens wel naar nieuwe regio’s, zo zou ik nu eigenlijk in Ierland zitten. De laatste jaren heb ik ook veel beklimmingen en Engeland en Schotland toegevoegd. Kroatië lijkt me ook leuk.”
“Het procedé heb ik inmiddels verfijnd. Tegenwoordig geef ik de helling per 500 meter aan, ik vind dat vooral onregelmatige hellingen dan beter tot hun recht komen.”
De Gavia. Vooral de zuidkant. Dat smalle bonkige weggetje, dat tunneltje. Een onherbergzaam berglandschap. Heel indrukwekkend.
Bezoek CyclingCols