Aangezien ik begin dit jaar in een overmoedige bui mezelf heb ingeschreven voor de Tour des Stations Superfondo moet er uiteraard getraind worden. Hiervoor gebruik ik voor het eerst een serieus trainingsschema via JOIN en daarnaast heb ik enkele doelen gekozen om mijn voortgang te kunnen monitoren. Naar aanleiding van de leuke en leerzame CycloWorld podcast over de Vogezen heb ik me ingeschreven voor de L’Alsacienne. Doel is om de langste afstand (met 195 km met 4850 hoogtemeters) af te werken.
© L'Alsacienne
Op vrijdag rijden we richting Kruth en nemen onze intrek in de Airbnb woning in Oderen, ongeveer acht kilometer van de start. Wat betreft het weer kan ik kort zijn: schitterende zomerse omstandigheden waarbij de verwachting is dat de temperatuur op zondag richting de 35 graden zal oplopen. Insmeren is het devies.
Zaterdagochtend maken we onder een strak blauwe hemel alvast een rondje om de benen wat los te trappen. Hierna begeven we ons naar het uitgiftepunt van de startnummers. De uitgifte gaat vlekkeloos. Wat betreft de goodies valt het wat tegen. Met een paar sokken (wel van goede kwaliteit) moeten we het doen. Enfin, daarna nog even wat rondscharrelen in het bescheiden finishdorp dat bestaat uit een vijftal stands. Hierna gaan we terug naar onze thuisbasis om wat inkopen voor een verantwoorde avondmaaltijd te doen en de startnummers op de fiets en het CylcoWorld fanshirt (wat kan er nog fout gaan) te bevestigen.
Om de langste afstand te kunnen fietsen is er een cut-off time van 14:30 bij het controlepunt op iets meer dan 143 km. Een gemiddelde van 21 km/uur zou dus voldoende moeten zijn. Zondagochtend om 5:45 gaat de wekker. De start is om 07:30 dus kan er in alle rust nog ontbeten worden. Daarna nog even de fiets checken, gelletjes, reepjes en andere versnaperingen in de achterzakken duwen en iets na 7 uur fietsen we richting de start bij het Lac de Kruth-Wildenstein.
De start verloopt wat rommelig, omdat het grote aantal deelnemers (2500) over een niet al te brede rondweg gestuurd wordt. Er ontstaat daardoor een nogal lang startvak. Onder muzikale ondersteuning rol ik tien minuten later over de start. De eerste drie kilometer loopt het parcours licht omlaag waarna Col d’Oderen zich aandient, gevolgd door de Col du Page en de Col de Bussang. Allemaal lopers zonder extreme stijgingspercentages dus dat is lekker inkomen. Na ruim 35 km start de tweetrapsklim Geishouse (gemiddeld 8,6% en max 19%) gevolgd door de Col du Haag (gemiddeld 8% en max 11%). Dit is het serieuzere werk. Stijgingspercentages met dubbele cijfers vliegen je om de oren. Na ruim vier km klimmen bereik ik de eerste bevoorrading en kan ik even bijkomen. Omdat de smalle ingang ook fungeert als uitgang, gaat het er allemaal wat chaotisch aan toe. De bevoorrading op zich is voldoende maar niet uitbundig te noemen. Er is water, maar geen sportdrank. Verder is er cake, chocola, worst, banaan, maar geen reepjes of gelletjes.
Na het vullen van de bidons fiets ik verder naar de top van de 6 kilometer lange Col du Haag. Ook deze klim vergt de nodige energie maar op de top aangekomen word je beloond met een schitterend panorama. De afdaling loopt via een lekkere brede weg, altijd genieten. Daarna volgen weer twee klimmetjes, de Col du Bannstein en Col du Firstplan, beide goed te doen. Tussen de beide beklimmingen is een waterpunt ingericht, wat geen overbodige luxe is met deze temperaturen. Tijdstechnisch ziet het er goed uit, ik zit nog op schema . Ondertussen loopt de temperatuur gestaag op tot boven de 30 graden. Om op tijd bij de splitsing voor de langste afstand te zijn moet ik nog twee serieuzere beklimmingen afwerken.
Als eerste is daar de Petit Ballon, een kleine acht kilometer met een gemiddelde van 7,9% en een maximum van 20%. Een onregelmatige klim die mij behoorlijk tegenvalt. Regelmatig valt de snelheid terug tot rond de 10 km/uur. Wat er aan deze klim petit is, is mij niet duidelijk. Met het verstrijken van de tijd wordt het fietsen steeds meer harken. Na een kleine 50 minuten kom ik boven. De tijd begint langzamerhand te dringen en ik duik daarom meteen vol de afdaling in.
Halverwege de afdaling op 110 km is de tweede bevoorrading. Die is al behoorlijk geplunderd en meerdere bakken zijn leeg. Bidons vullen, ik scoor nog een banaan en wat plakjes worst. Zelf heb ik nog genoeg proviand in de achterzakken dus ik kan snel door. Na de afdaling volgt meteen de laatste klim voor de splitsing, de Platzerwasel, ruim 7 km lang met 8,3% gemiddeld. Ook deze klim is bepaald geen loper en de kracht loopt dan ook langzamerhand uit de benen. Ik klim in een groep omhoog, maar bij iedereen lijkt de fut er behoorlijk uit. Als groep komen we boven en moeten we nog ongeveer een vijf kilometer een glooiend parcours afleggen, voordat de afdaling richting de splitsing volgt.
© L'Alsacienne
Ondertussen tikt de tijd verder en pas rond 14:15 beginnen we aan de afdaling richting het Lac de Kruth waar de splitsing is. Ik realiseer me dat het halen van de cut-off niet meer reëel is en neem geen onnodige risico’s tijdens de afdaling. Een kilometer voor de splitsing wordt er via een bord aangegeven dat het parcours voor de 195 km fermée is. Via verkeersregelaars word ik linksaf geleid waarna ik iets later over de meet rol. Zoals Johan Cruijff ooit zei: elk nadeel heb zijn voordeel. En in dit geval zit ik al om 15:00 aan een herstelbiertje.
© L'Alsacienne
Samengevat: L’Alsacienne is een leuke cylco! Het parcours is uitdagend en mooi en de wegen zijn over het algemeen prima. Wat betreft de organisatie is het allemaal prima voor elkaar. Er staan bij elke kruising verkeersregelaars die het verkeer tegenhouden. De eerste klim is zelfs autovrij. Verbeterpuntje is de bevoorrading, die zou wat uitgebreider mogen zijn. Ook de gekozen locaties zijn wat ongelukkig.
Al met al toch weer een prachtige fietsdag gehad en wellicht volgende jaar op herhaling voor de 195 km versie!