De herfst is weer begonnen, de winter staat voor de deur. Het weer nodigt een stuk minder uit om buiten te gaan fietsen dan als het strakblauw en zonnig is. Zwift is natuurlijk een goede vervanger, maar ik ga toch graag nog zo veel mogelijk naar buiten.

In de gesprekken met mijn fietsvrienden hierover leidt dit tot twee terugkerende vragen:

1. Heb ik altijd meer wind tegen of lijkt dat maar zo?
2. Rij ik nu gemiddeld langzamer of is ook dat schijn?

In dit stukje eerst maar een antwoord op vraag twee. Spoiler-alert! Ja, het is echt zo. Je fietst langzamer in de winter. Hiervoor zijn drie belangrijke redenen.

1. De lucht is dikker

Fietsen is niets anders dan jezelf verplaatsen door de lucht. In de winter is dit doorgaans moeilijker dan in de zomer. Immers, hoe kouder het wordt, hoe dichter de delen in de lucht tegen elkaar aan zitten en dus hoe meer je er moet verplaatsen om er doorheen te kunnen.

Lees ook: de invloed van temperatuur op snelheid

De makkelijkste manier om dit uit te leggen, is aan de hand van water. Normaal is water vloeibaar. Maak je het heel koud, dan kruipen de deeltjes naar elkaar toe en krijg je keihard ijs. Er valt bijna niet doorheen te komen. Maar maak je water warm dan gaan de deeltjes zo ver uit elkaar dat je het water niet eens meer ziet. In iets mindere mate geldt deze werking ook voor de lucht waarin we bewegen. De luchtweerstand is bij lage temperaturen groter dan bij hogere temperaturen en dus ga je langzamer. Overigens is dit ook de reden waarom je op warme dagen minder last hebt van tegenwind dan op koude dagen.

2. Meer kleding, minder aero

Een tweede reden is dat we in de winter een stuk dikker aangekleed op pad gaan dan in de zomer. Extra gewicht is één ding, aerodynamica is een nog belangrijker aspect. Je wilt in de winter een wat ruimere jas aan zodat daaronder nog laagjes passen om de boel wat te isoleren. Die ruimere jas zit dus per definitie niet zo strak om je lijf als je zomerkledij. Hoe meer gewapper en geflapper, hoe meer wind je vangt en dus hoe langzamer je gaat. Zorg dus vooral dat je goed warm blijft, maar kijk uit dat je niet met een parachute gaat fietsen als je nog een beetje snelheid wilt houden.

3. De vorm heeft ook een winterdip

De laatste reden voor een minder hoog gemiddelde per rit lijkt vooral aan jezelf te liggen. De dagen worden korter, het weer slechter, de doelen voor het nieuwe seizoen zijn nog ver weg, de motivatie daalt en daarmee ook de vorm. De statistieken van JOIN en Strava laten duidelijk zien dat vanaf oktober de gemiddelde afstand per rit een stuk korter wordt vergeleken bij de zomermaanden. Mindere vorm resulteert in minder hoge gemiddeldes.

Uiteraard zijn er nog genoeg andere redenen te bedenken. Meer soloritten, minder bladeren aan de bomen (en dus minder beschutting) en voorzichtiger weggedrag bijvoorbeeld.

De winter als je vriend

Laat het lagere gemiddelde je vooral niet van de fiets houden. Het is nu de ideale tijd voor lekker lange duurritten die zorgen voor een goede basis voor het nieuwe seizoen. Zeker in combinatie met keiharde Zwiftraces kom je zo scherp de winter uit. Kan je in de koude maanden die kilometers makkelijk wegtrappen, dan schiet je gemiddelde omhoog zodra de temperatuur dat ook doet. Wat dat betreft is het bekende wielergezegde van toepassing: winter miles, summer smiles.