Wat is er mooier dan een weekje zomer in de herfst gecombineerd met een cyclo? Op Mallorca kan dat want de uitdagende Mallorca 312 werd dit jaar niet in april, maar op 24 oktober verreden. Deze cyclo gaat over een autovrij parcours, telt 312 kilometer met ruim 4.500 hoogtemeters en wordt georganiseerd door Milestone Series.
Mallorca is voor mij onbekend fietsterrein en de combinatie van deze afstand en hoogtemeters al even onbekend. Daarom heb ik gekozen voor een 312-arrangement. Na aankomst op het vliegveld van Palma worden we opgehaald door Ed van Bike Villas Travel en naar de villa in Alaró gebracht. De perfecte uitvalsbasis voor een week Eat-Sleep-Cycle.
De eerste dagen is het prachtig weer en combineren we het verkennen van delen van het parcours met een goede fysieke opbouw richting de 312. In mijn vorige artikelen vroeg ik me af hoe ik dat het beste kon aanpakken. Mede naar aanleiding van de adviezen die ik daar kreeg, heb ik voor mezelf besloten om nergens volle bak te rijden. Naast genieten, test ik vooral wat voor mij een prettige, lang vol te houden adem- en hartslagfrequentie is. Martin, die ons de hele week op de fiets begeleidt, neemt ons mee naar o.a. de Femenia, de Batalla en de Puig Major. Het valt me op dat geen enkele klim echt vervelend wordt en eerlijk gezegd vind ik dat wel een lekkere constatering. Ik kijk ernaar uit om ze zondag weer op te mogen. Ook de staat van het asfalt valt me alleszins mee.
De grootste uitdaging gaan de duur en de voeding worden. Ik zal veel meer moeten verstouwen dan ik gewend ben. Dat geldt voor meer deelnemers en zo zitten we op een avond allemaal ons eigen voedingsplan te maken. Alle gelletjes, reepjes en zakjes sportvoeding worden grondig bestudeerd. Uitgaande van zo’n 13 uur fietsen, kom je op meer dan 1 kg koolhydraten uit. Plus vele liters water. Slik. Er is na elke 40-50 kilometer een verzorgingspost, maar omdat ik niet weet wat daar te krijgen is, besluit ik toch zelfvoorzienend te zijn. Over verzorging en voeding gesproken, elke avond kookt onze gastvrouw Wies de sterren van de hemel. Maaltijden die afgestemd zijn op onze behoeften en het is uitermate gezellig om daar samen van te genieten.
Vrijdag halen we de startspullen op in Playa de Muro. Rondom de start- finishlocatie ademt alles wielrennen. Van de organisatie krijgen we een musette waarin behalve het bekende reclamemateriaal ook een gepersonaliseerd stuurbordje en een fietsshirt zitten. De organisatie roept op om deze zondag te dragen, maar wij zijn het erover eens dat je zo’n shirt pas draagt als je de cyclo ook echt gereden hebt.
Op zaterdag neem ik een rustdag. Hoewel dat ook maar relatief is. Want de fiets moet gepoetst worden, de bandjes op spanning gebracht, kleding en voeding klaargelegd en alle elektronica opgeladen. Na een goed bord pasta is het om 20.30 uur bedtijd. Wonderwel lukt het me om vroeg in slaap te vallen.
De wekker is om 4.00 uur meedogenloos. De grote dag is aangebroken. In mijn hoofd heb ik het steeds benaderd als een lange dag uit op de fiets. En zowaar voelt het ook echt zo, ik heb er alle vertrouwen in dat ik de finish haal en ben vooral benieuwd hóe het zal gaan. Wies heeft naast het gebruikelijk ontbijt stapels pannenkoeken gebakken. Die glijden er middenin de nacht soepel in.
Net zo soepel komen we bij de start aan waar we heel verrassend allemaal in één groot startvak staan. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt blijkbaar, in plaats van vakken op opgegeven snelheid. Waarom we verschillende kleuren stuurbordjes hebben, blijft een raadsel.
Om 6.30 uur klinkt niet het aangekondigde startschot, maar vindt er eerst nog een soort ritueel plaats waar we weinig van meekrijgen. Wel is duidelijk dat een groep prominenten, waaronder Jan Ullrich, Alberto Contador, Joseba Beloki, Pedro Horillo en Oscar Freire als eerste mogen vertrekken. Tien minuten later fiets ik zelf over de startlijn. De eerste 25 kilometer zijn vlak en een fijne opwarmer voor de eerste klim, de Coll de Feminia. Het is nog donker en het is een prachtig gezicht om al die honderden lampjes omhoog te zien rijden. Via de Gorg Blau klimmen we door naar de Puig Major, met 899 meter het hoogste punt in de route. Elke klim gaat mijn windstoppertje open en mijn armstukken omlaag, maar in de afdalingen zijn beide echt nog nodig om niet teveel af te koelen. Even voorbij Sóller komt de schitterende, rotsachtige westkust van Mallorca in zicht. Op en af slingeren we hoog en hoger boven de Middellandse Zee. Ik fiets hier voornamelijk alleen waardoor ik volop kan genieten van de omgeving. Het lukt me om mijn hartslag en vermogen elke klim op het gewenste niveau te houden en mijn benen voelen goed.
De meeste hoogtemeters zitten in het eerste deel. Ik ben echter vergeten om vooraf te bekijken op welk punt we de bergen achter ons laten. Niet zo handig want daar is het toch zaak om een geschikte groep te vinden. Bij het afdalen van de Grau de Superna richting Andratx heb ik zo het vermoeden dat dat het moment is. Vlak voor me dalen wat renners af met een goed tempo en ik sluit bij hen aan. Samen rijden we met tegenwind in noordoostelijke richting. Wat een geluk dat er iemand bij zit die blijkbaar enorm geniet van kopwerk.
Namens de organisatie rijden er een soort sweepers mee. Zij zijn herkenbaar aan hun groene bollentruien en rijden op een netto rijtijd van 13 uur. Bij elke verzorgingspost stoppen ze om iedereen de gelegenheid te geven vocht en voeding aan te vullen. Na zo’n 170 kilometer passeren ze onze groep. Dat is best even schrikken want we rijden zelf op een prima schema. De sweepers geven aan dat we kunnen aansluiten en dat iedereen die bij hen in de groep blijft de 312 zal uitrijden. Hun peloton met volgers is echter zo groot dat de veiligheid twijfelachtig is. Met zo’n twintig renners blijven we er op gepaste afstand achter rijden.
Ik heb de luxe dat ik na 190 kilometer langs onze villa kom waar Wies en Ed met onze eigen verzorgingspost staan. Daar liggen bidons met verse sportdrank en mijn bovenbuistasje met powerbank en voeding klaar. Ik ga heel even zitten om een pannenkoek te eten en mijn voeten wat te ontlasten. En dan door voor het laatste deel. Ik roep vrolijk dat ik ‘nog even’ vijf uurtjes ga fietsen. Een paar kilometer later rijd ik langs de officiële verzorgingspost waar ik de sweepers zie pauzeren. Mooi om te weten dat ik die nu weer achter me heb zitten.
In deze fase van de granfondo zie ik steeds meer mensen die het zwaar hebben. Ik ben benieuwd wanneer dat moment voor mij komt. Wederom vind ik een groepje dat ook tempo wil rijden en net als bij de vorige groep hoef ik geen trap op kop te doen. Met een snelheid tussen de 30 en 40 km per uur blazen we lekker verder. Rond kilometer 215 staat er een flinke groep renners stil op de weg. We vermoeden een valpartij, maar het blijkt een stevige discussie te zijn tussen deelnemers en verkeersregelaars. Aan de rechterkant is een kleine zijweg afgesloten met gele hekken. Diverse deelnemers proberen daar met hun fiets overheen te klauteren. Met een man of zes fietsen we door.
Groot is onze verbazing als we na een paar kilometer Playa de Muro inrijden. De finishplaats. Het kwartje valt: de gele hekken vormden de zogeheten cut off voor de langste afstand. Geen 312 kilometer voor ons dus. Maar waarom niet? We zouden immers tot 17.00 uur de tijd hebben om die afslag te nemen en we rijden voor 16.00 uur al over de finish. Na ons finishen diverse sweepers. Ook zij hebben dus geen 312 kilometer gereden. Mijn verwarring slaat vrij snel om in boosheid en ik besluit de organisatie te vragen om opheldering. Ik ben niet de enige. De frustratie druipt er bij velen vanaf. Wat een anticlimax.
De uitleg die volgt, is dat de politie een week voor het event besloten heeft de uiterste finishtijd een half uur te vervroegen. De organisatie heeft daarop de cut off anderhalf uur naar voren gehaald. Men heeft de vreemde inschatting gemaakt dat 4,5 uur te weinig zou zijn voor de resterende 95 kilometer. Helaas is dat alleen op een klein kaartje met daarop de verzorgingsposten gezet dat vervolgens tussen het reclamemateriaal in de musette is gestopt. Waar Spanjaarden nog wel eens geroemd worden om tranquillo en mañana hebben overijverige verkeersregelaars deze dag de splitsing ook nog eens ruim voor het tijdstip op het kaartje afgesloten. Van de ruim 4.000 deelnemers hebben er slechts ca 450 de 312 kunnen rijden.
Mijn afdronk is dubbel. Ik heb een cyclo gereden (weliswaar de mediofondo), maar heb het gevoel dat ik een toertocht heb gereden, omdat ik niet alles heb kunnen geven. Weliswaar een prachtige toertocht die met 226 kilometer en 3600 hoogtemeters als mijn mooiste tot nu toe de boeken ingaat. Ik keek echter uit naar het moment dat ik het zwaar zou krijgen, fysiek en mentaal. Benieuwd hoe ik de strijd dan met mezelf zou aangaan. Die vraag staat nog open want eigenlijk had ik zo goed gedoseerd dat ik voor die laatste paar uurtjes nog ruim voldoende energie en goesting had. Zelfs mijn Garmin was nog voor iets meer dan 50% vol.
Absoluut het vermelden waard is de winst van Nikky Alberts bij de dames (en mijn gezellige buurvrouw in de villa de hele week). Na 312 kilometer is zij samen met een andere Nederlandse dame, Nicolien Luijsterburg, de sprint voor de eerste en tweede plek aangegaan. Met een indrukwekkende 10:24:10 eindigde Nikky als 32ste in het totaalklassement. Bij de mannen won Dominic Aigner. Nederlander Pieter Frolichs werd knap vierde.