Op dit moment ben ik op Mallorca voor Mallorca 312, een loodzware cyclo van 312 km en 5000 hoogtemeters. In de aanloop naar de cyclo komende zondag zit ik met allerlei vragen, die ik heb voorgelegd aan drie ervaringsdeskundigen. Vandaag deel 2 van mijn zoektocht. Deel 1 vind je hier.
Martin: “Als je bekijkt wat je per uur moet eten en drinken dan maakt de duur van de cyclo niet uit. Ga uit van 80-90 gram koolhydraten per uur en begin op tijd met eten. Ik drink zelf voor de start al een bidon met sportvoeding leeg. Neem eten mee dat veel koolhydraten bevat, dat je lekker vindt en goed wegkrijgt tijdens het fietsen. Ook kun je wat tabletten meenemen voor in je bidon, om bij de verzorgingspost met water te mengen. Deze tabletten passen makkelijk in je achterzakjes. Houd er bij de verzorgingsposten rekening mee dat je niet teveel eten kiest dat wel vult, maar niet voldoende energie levert. Vier bananen staat bijvoorbeeld gelijk aan één zakje Maurten. Maar na twee bananen zit je vol en kom je nog de helft van de energie tekort.”
Herman: “Ik eet bij elke cyclo hetzelfde en probeer dan elke 45 a 60 minuten te eten. Inderdaad is op tijd beginnen en blijven eten verstandig, ook om een hongerklop te voorkomen. Zonder goed te eten, red je het niet. Ik neem ongeveer de helft van wat ik nodig heb zelf mee en de andere helft haal ik bij de verzorgingspost. Daar kies ik graag voor koeken, ook om wat anders te eten dan repen en gelletjes”
Frank: ”Het is mijn ervaring dat een cyclo van 12 of 14 uur niet veel anders is dan eentje van 6 tot 8 uur. De principes blijven hetzelfde, je zit alleen langer op de fiets. Volgens mij is de bevoorrading bij deze specifieke tocht heel goed en dan zou ik persoonlijk niet zoveel meenemen. Ik zou wél even goed uitzoeken waar die bevoorradingen zitten en wat ze daar ongeveer aanbieden. Een parcourssticker op de bovenbuis (krijg je meestal in de goodiebag) is daarvoor handig. De bespaarde ruimte benut ik dan liever voor bijvoorbeeld extra kleding, zeker als het weer onzeker is. Het zal ’s avonds wel afkoelen, dus een windjack/windstopper/regenjack is een no brainer. Er zijn ook renners die juist wél veel eten meenemen omdat het tijd scheelt, of omdat ze gewoon alles in eigen hand willen houden. Dat blijft persoonlijk. Wat je hoe dan ook meeneemt zijn een aantal “nood-gelletjes”, die je in principe de hele dag achter de hand houdt.”
Wouter: “Qua voeding heb ik echt nog een wereld te winnen. Voor echt lange tochten neem ik 2 grote bidons met Maurten 320 of SIS Beta Fuel mee, daar zit 2x zoveel koolhydraten in dan in isotone dranken. Ik prop mijn zakjes altijd vol met mijn eigen eten, veel soft bakes voor de eerste uren en gelletjes die je niet na hoeft te spoelen met water voor het moment dat ik moeilijker vast voedsel wegkrijg. Vanaf het begin blijven eten hebben ze me ooit eens verteld en dat is wat ik dan ook doe. Ik eet bij langere tochten dan niet anders dan bij wat kortere tochten (zolang ze boven de 2-3 uur komen tenminste). Moet er wel bij zeggen dat mijn maag vaak moeilijk doet over wat er binnen komt. Ik durf dan ook vaak niet goed alles te eten wat er bij een stop van de organisatie ligt. Bananen en vooral zoutjes pak ik daar wel en vul natuurlijk mijn bidons bij. Voor de 250 kilometer van de AGR had ik een sachet mee om zelf de voeding in mijn bidon nog een keer aan te kunnen maken met water.”
Martin: “Zorg dat hij in de modus batterijbesparing staat. Daarnaast kun je het scherm op zwart zetten. Zelf zou ik het scherm dan wel in de afdaling aanzetten zodat je ziet hoe de bochten lopen.”
Herman: “Je hebt al een fietscomputer met een vrij lange batterijduur. Mocht hij toch leeg raken, schakel dan voor het opnemen van je rit over op je telefoon. Later kun je de twee delen op de computer aan elkaar knopen.”
Frank: “Je kan een kleine powerbank meenemen of aan je stuur maken met tie-wraps. Andere optie: je telefoon op vliegtuig zetten bij de start (of uit). Zodra je computer leeg is, telefoon uit de vliegstandstand halen en de activiteit opnemen met de Strava app op de telefoon. En dan bij thuiskomst de twee FIT files aan elkaar plakken. Daar heb je overigens wel een laptop voor nodig. Nadeel: hoogtemeters kloppen niet goed meer, want telefoons registeren dit niet goed. Maar dat is eventueel achteraf ook nog aan te passen.”
Wouter: “Voor mijn Garmin heb ik een externe accu die ik onder de mount kan klikken zodat deze aansluit op de computer. Ik heb zo 20 uur extra batterij… Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik me afvraag of ik die externe accu ooit echt nodig heb gehad, maar dat werkt wel. Toen ik de externe accu en mijn huidige fietscomputer nog niet had deed ik een externe oplader in mijn kleine bovenbuistasje, snoertje eruit en direct aan (toen nog) mijn telefoon op het stuur. Werkte ook uitstekend. Dat kleine tasje had ik verder geen last van of maakte nu echt een wereld van verschil.”
Martin: “Het wordt een lange dag en er kan een moment komen dat het niet meer leuk is. Hoe houd je jezelf dan gemotiveerd? Houd in je achterhoofd dat je een unieke rit aan het rijden bent en dat je vrijwel nooit alleen rijdt. Probeer met die gedachte toch te blijven genieten. Wat mij dan kan helpen, is dat ik een oortje in doe en muziek op zet. Dat kan dan net even een extra boost geven.”
Herman: “Zorg dat je fiets goed op orde is, check je remmen etc. En verder: ga lekker in een groep rijden en geniet!”
Wouter: “Dat is nu een beetje laat, maar je had toen je dit plan maakte aan mij moeten/kunnen vragen of ik mee wilde ;). Wat mij zeker voor lange tochten altijd helpt is het stellen doelen voor zowel het gewenste resultaat als voor de wijze waarop ik wil fietsen. Als resultaat streef ik er bijvoorbeeld naar om goud te halen, lukt dat niet dan ben ik tevreden met zilver en als het echt niet goed gaat dan wil ik ‘m in elk geval wel finishen. Voor de wijze waarop ik wil fietsen kun je denken aan doelen als niet teveel risico’s nemen in de afdalingen, mijn hartslag rond een bepaald gemiddelde houden en elke 20 minuten eten.”
Frank: “Ik heb nog wel een advies. Begin rustig, want het wordt een lange dag. En maak je niet veel zorgen over de afstand, want je voorbereiding was super en 300 km fietsen is niet zoveel anders dan 200 km fietsen (alleen langer). Succes!”