De Ötztaler Radmarathon is misschien wel één van de zwaarste cyclosportieve races in Europa. Een klassieker die al jarenlang een groot publiek trekt met een zeer sterk deelnemersveld. Dit jaar, door een aantal omleidingen in de route, bedroeg de afstand 232 km en moesten er in totaal meer dan 5700 hoogtemeters worden overwonnen via 4 passen: de Kühtai, de Brennerpas, de Jaufenpas en als laatste de onverbiddelijke Timmelsjoch.
De start is in Sölden, Oostenrijk. In het weekend van de ORM slaat de racefietskoorts daar hard toe. Zoals je verwacht bij een grote cyclo ademt het hele dorp wielrennen. Echter, vanuit het Ötztal zijn de "losfietsrondjes" beperkt dus zie je de dag voor de wedstrijd honderden fietsers in de vallei over dezelfde grote weg heen-en-weertjes fietsen. Dat heeft toch wel wat.
Zondag 28 augustus is het dan zover! Voor veel wielrenners is de Ötztaler hét grote doel waar ze lang voor getraind hebben. Dit is voor mijzelf niet anders. De dag ervoor heeft het in de namiddag en avond nog geregend en de weersvoorspelling is bijgesteld van overwegend zonnig naar overwegend bewolkt. De grote vraag: wat doe je aan? De temperaturen lijken best goed, niet te warm, niet te koud. Maar ja, de start is om 6.30. De Kühtai en Jaufenpas tikken de 2000m aan en de Timmelsjoch zelfs 2400m. De afdalingen zijn lang en snel en gaat er misschien toch nog een bui vallen? Tegelijkertijd, zodra de zon maar een klein beetje gaat schijnen en je de lange beklimmingen voor de kiezen krijgt, dan wordt het warm, erg warm. Je wil ook niet te veel onnodige ballast meesjouwen. Uiteindelijk besluit ik me toch niet al te veel in te pakken en heb een windvest, armstukken en lange handschoenen aan bij de start. Dit blijkt een prima keuze.
Foto: Nog veel bewolking bij de start. Uiteindelijk zou het prima fietsweer worden met slechts een paar druppels.
We staan in startvak 1C, het derde startvak net voor het grote algemene vak 2 waar de rij tot voorbij de dorpsgrens strekt. Prima startplekken maar niet zo vooraan als ik had gehoopt. Vanaf de start was het gelijk volle bak! Een razend peloton dat in licht dalende lijn naar de voet van de Kühtai snelt. De eerste 31 km worden in iets meer dan een half uur afgelegd. Omdat het gelijk al zo hard gaat is het bijna onmogelijk om op te schuiven in het peloton, waardoor ik pas de Kühtai opdraai als de eerste groep al uit zicht is. Echter, niet getreurd, de Ötztaler is een cyclo van de lange adem. De nummer 1 tip die je van iedereen die deze cyclo al een keer eerder gereden heeft krijgt is: "niet te hard van stapel op de Kühtai, dat ga je bekopen op de Timmelsjoch". Eigen tempo is belangrijk. Maar goed, je weet ook: de tweede berg, de Brenner, is een loper en daar wil je in een goede groep zitten. De ultieme balans vinden dus, niet te hard, maar ook niet te zacht.
Foto: de hele dag prachtige vergezichten.
Gelijk bij de eerste klim voel ik het eigenlijk al, de benen zijn niet top vandaag. Nee, hoe kan dat? Hard getraind, goed voorbereid, op tijd vertrokken om te acclimatiseren. Zo zie je maar, de ene dag is de andere niet. Het gaat niet onaardig maar de echte wow-factor mist. Daar verander je op dat moment niks aan, dus gewoon gaan. Ik zie veel andere vrouwen op de eerste klim. Sommige haal ik in, andere halen mij in. Bij veel cyclo´s is het soms zoeken naar de andere vrouwelijke deelnemers maar hier is dat absoluut niet nodig. En ze zijn goed ook! Het klinkt misschien gek, maar dat is leuk. Het motiveert om met anderen van gelijk niveau (of beter) te fietsen.
Na een dik uur klimmen kom ik boven op de Kühtai. Ik weet dat de eersten al ver vooruit zijn en dat ik nu al een flinke achterstand heb op de top 10. Echter, die lange adem, daar hoop ik op dat moment op. Ondanks dat de benen niet top voelen is de eerste klim ook niet echt slecht gegaan. Dus wie weet, het kan nog alle kanten op. Misschien ben ik wel de enige die mijn pacing echt goed heeft en vergaloppeert iedereen zich op de laatste klim. Dat dit wishful thinking is zal je begrijpen, maar een beetje overschatting op zijn tijd kan soms geen kwaad om de moed erin te houden. De afdaling van de Kühtai is misschien wel 1 van de snelste afdalingen van de Alpen. Voor sommige deelnemers hét hoogtepunt van de dag, voor anderen wat minder. Mijn daal-skills zijn prima in orde, echter een klein slippertje nog niet zo lang geleden heeft zich in mijn hoofd genesteld met als gevolg: het gaat niet lekker. Ik verlies een groepje, en nog een groepje en zo stapelen de secondes en minuten zich op.
Foto: de kopgroep, met Tommaso Elettrico op kop (rode broek) en daarachter Johnny Hoogerland.
Met elk groepje dat je verliest weet je dat je niet alleen tegenstanders laat gaan maar ook medestanders waar je wat aan kan hebben op de tussenstukken en minder steile kilometers. Dit geldt onder andere voor de volgende berg: de Brenner pas. 36 kilometer vanaf Innsbruck naar de grens met Italië. Lage stijgingspercentages, lekker! Even bijkomen. Kilometer 145, de start van de Jaufenpas, of eigenlijk Passo di Monte Giovo, we zijn immers in Italië. Hier begint het pas echt, heb ik gisteren op de camping gehoord. We zijn toch al 4 ½ uur onderweg. De Jaufenpas is 16 kilometer en heel gelijkmatig. Bijna overal 7%. Ook hier geldt, de één gedijt hier goed bij de ander vindt dit vreselijk. Ik zit in een prima ritme en pik zowaar redelijk wat renners op op deze berg! Ik krijg goede moed en stort mij weer met vertrouwen de afdaling in.
Foto: Nicolien op de Timmelsjoch.
We zijn er bijna, nog één beklimming: de Timmelsjoch. Voor bijna iedereen geldt, dit is overleven. De benen willen niet meer, de power is verdwenen en de top is ver: 29 km en 1800 hoogtemeters te overbruggen. Ook ik zie bij lange na niet de wattages die ik zou willen. Mijn pacing was dus helaas niet superieur ten opzichte van de anderen (totaal onverwachts natuurlijk). Een colaatje op 5 kilometer van de top geeft nog een kleine boost, de top wordt bereikt en het begint te druppen. Gelukkig zet de regen niet echt door en kan er zonder kleerscheuren naar de finish gereden worden! 8 uur en 55 minuten. Een ruime achterstand op de top 10 maar ik heb gestreden voor wat ik waard ben deze dag en vandaag was dat goed voor een 17e plek.
Meer dan 4100 deelnemers zijn deze monstertocht gestart. en 3566 reden 'm uit. Voor iedereen, man of vrouw, en elk niveau, een zware uitdaging en mooi om te zien hoeveel wielrenners dit willen aangaan. Een strijd met anderen, maar vooral ook met jezelf!