News CWiX 500 Cycling regions Cycling holidays Shop Contact
18-01-2022 | Marcel van Herten

Parijs-Brest-Parijs, de heilige graal voor randonneurs

Het nieuwe jaar is inmiddels weer op gang geschoten, nieuwe doelen zijn gemaakt en links en rechts wordt Strava alweer overspoeld met de eerste lange ritten van het jaar. Waarom is het toch dat fietsers sinds mensenheugenis altijd de drang hebben om verder, langer en hoger te gaan? CycloWorld ging in een vierluik op onderzoek uit om meer te weten te komen van de wereld van het 'ver(der) fietsen'.


Wat vooraf ging

In deel 1 besteedden we aandacht aan de achtergrond van het zogenaamde ultrafietsen en voor deel 2 stelden we ons de vraag: is een granfondo niet zwaar genoeg? Vandaag leggen we in deel 3 ons oor wederom te luister bij een specialist, dit maal over randonneuren. En bij wie konden we dat niet beter doen dan randonneurexpert en voorzitter van Randonneurs Nederland; Ivo Miesen.

Ivo nam ons mee in zijn ultrafietswereld middels de heilige graal binnen het randonneuren; Parijs-Brest-Parijs. Waar moet je zoal aan denken wil je zo’n extreem brevet behalen? Als bijvangst een boel uitleg, toelichting en vooral handige tips van Ivo voor jouw ultratocht. Ook als je niet gelijk voor 1.200 km wil gaan.

Een mythische klassieker

Met een eerste editie in 1891 wordt Parijs-Brest-Parijs [PBP] vaak bestempeld als de oudste klassieker ter wereld. Alhoewel niet terecht, PBP heeft wel een mythische naam in de wielerwereld. Zij kan terugkijken op een lange en heroïsche geschiedenis met illustere winnaars zoals Mauric Garin (winnaar 1e Tour de France). In eerste instantie was er alleen de profwedstrijd (slechts 7 edities, laatste in 1951), maar vanaf 1931 was ook de gewone toerfietser welkom. Het mythische beeld van PBP werd niet alleen versterkt door het feit dat zelfs de profs de 1.200km te zwaar vonden, maar kreeg nog extra lading door de niet-jaarlijkse organisatie.

Met een 4-jaarlijkse cyclus (voor 1975 eens in de 10 jaar) groeide PBP in de loop der jaren uit tot een soort heilige graal binnen de randonneurswereld. Als Parijs-Brest-Parijs 18 augustus 2023 voor zijn 20e randonneurseditie van start gaat, zullen er zo'n 7.000 deelnemers uit alle delen van de wereld (66 landen in 2019) aan de start staan. Hun doel: een ancien (v: ancienne) worden en een levende traditie genieten.

Een uitdaging met regels en ... kwalificatie

Van sommige tochten weten we dat ze zo populair zijn dat er geloot moet worden. Voor PBP geldt, vooralsnog, alleen een verplicht pre-registratie, registratie en kwalificatietraject van bijna twee jaar. Deels bedoeld om het groeiende aantal inschrijvers in te perken, maar vooral ook om er voor te zorgen dat deelnemers goed voorbereid aan de start staan. Voorwaarde om deel te nemen is dat het zogenaamde  'Super Randonneur Brevet' wordt behaald in het editiejaar. Dat wil zeggen een officiële Audax tocht, de zogenaamde Brevet Randonneur Mondial (BRM), van 200, 300, 400 en 600 km.


CW: Dat klinkt complex, Ivo?

Ivo: "Voor de leek lijkt dat inderdaad complex, de ervaren randonneur begrijpt wat hij/zij moet doen. Als we naar de editie van 2023 kijken dan geeft het rijden van een Brevet Randonneur Mondial [BRM] in 2022 jou een voordeel bij de pre-registratie in begin 2023. Hoe langer de BRM-afstand, hoe eerder je mag aanmelden. Heb je een pre-registratie dan is jouw plek gereserveerd en kun je eind mei officieel registreren. Dan ben je er nog niet, de laatste stap is de kwalificatie: het 'Super Randonneur Brevet' behalen voor begin juli! Daar mag je dan in 2023 tot begin juli over doen. Best uitdagend, maar gelijk wel een prima training richting de grote dag in augustus. Maar het rijden van PBP is dus een lange termijn doel waar je bijna 2 jaar naar toe werkt."

Update: De organisatie, de Audax Club Parisien (ACP), hanteert een maximum aantal deelnemers. Dat aantal wordt mede bepaald door de plaatselijke autoriteiten. Dit keer is er een apart quotum voor Franse deelnemers om te garanderen dat alle Franse randonneurs die zich kwalificeren mee kunnen doen. De verwachting is dat dit quotum zo ruim is dat naderhand nog plekken vrijkomen voor niet-Fransen. Zodra we hier meer over weten zal ook CycloWorld hierover berichten.

CW: Zijn er naast de trapsgewijze inschrijving nog andere regels?

Ivo: "Naast het inschrijvings- en kwalificatieproces is er een aardige lijst aan regels waar aan voldaan moet worden; toerlicentie, voorschriften aan de fiets, (reflecterende) kleding, verlichting, de route voor begeleiders, medische test, etc. Maar de belangrijkste regel is wel de tijdslimiet. Uiteraard is er een klassement met de snelste tijden, maar dit is niet het officiële doel van PBP. Dat is namelijk het finishen binnen de gestelde tijdslimiet. De uiterste tijdlimiet is 90 uur met daarnaast twee snellere categorieën van 80 en 84 uur. Aan de tijdslimiet is de starttijd verbonden, waarbij wordt gestart in een golf met tussenpozen van 15 minuten. Maar ook de openingstijden van de controleposten zijn hieraan gekoppeld. Je rit goed pacen is dan ook niet alleen een belangrijk onderdeel van de tocht zelf, maar vooral ook van de voorbereiding. Hoe laat moet ik waar zijn? De tijdsvensters zijn realistisch en met enige ervaring goed te doen. Op basis hiervan bepaal jezelf uiteindelijk jouw tijdslimiet."


HOE WERKEN DE TIJDSLIMIETEN IN PARIJS-BREST-PARIJS?
IVO LEGT HET UIT

80 uur | start zondag 16:00-17:30u

Wil je een snelle tijd neerzetten dan is dit je beste keuze. Veel snelle mannen (en een enkele snelle vrouw) om je heen, volop gelegenheid om in snelle groepen door te razen naar Brest. De controles zijn nog behoorlijk leeg als je doorkomt met deze groep. Het grote risico is de tijd. Lukt het je niet om de hogere snelheid te volgen dan kom je alleen te zitten. Met alle gevolgen van dien. De controles gaan voor deze groep eerder dicht. Snelle rijders met veel ervaring en/of zelfvertrouwen zitten goed in deze groep.

90 uur | start zondag 18:00-21:00u

De grote meute. De plek voor de genieters en diegenen die nog de ervaring missen om een andere starttijd te kiezen. Verreweg het merendeel van de rijders kiest voor deze groep. Het nadeel van deze start is de drukte. Je bent veel tijd kwijt op de controles. Zoek je gezelligheid en is tijd niet belangrijk voor je dan is dit je beste groep. De meeste debutanten zijn met deze starttijd ook het best gediend.

84 uur | start maandag 5:00-5:30u

Bij uitstek geschikt voor diegenen die moeite hebben met het nachtrijden. Vooral als je redelijk wat snelheid in de benen hebt rij je amper in het donker. Velen die om 5:00 uur starten rijden in een ruk de eerste 440km door om dan tijdens de 1e nacht te slapen. De controles zijn tijdens de 1e dag behoorlijk rustig, de grote meute is al gepasseerd. Pas tijdens de 2e dag komen de starters in deze groep in de drukte terecht. Nadeel van deze starttijd is dat je dus zeker moet zijn dat je de noodzakelijke snelheid hebt.

Kernpunt van de keuze is je eigen lichaam. Hoe snel ben je en vooral, wat is je bioritme. Iemand die zich 's avonds en 's nachts prettig voelt is gebaat bij de starttijden op maandagavond. Diegenen die 's ochtends vroeg erg goed functioneren en matig snel zijn hebben meer baat bij de starttijd van dinsdagochtend. Ligfietsers hebben maar de keuze uit twee starttijden, tussen de twee startgroepen op maandagavond of om 4u45 op dinsdagochtend.

CW: Moet je nu een super getrainde wielrenner zijn om mee te mogen/kunnen doen aan PBP?

Ivo: "In het geheel niet. Iedereen die in de afgelopen jaren met enige regelmaat een lange (toer-)tocht of cyclo reed en in de winter niet stilstaat kan zich nu nog gaan voorbereiden voor de editie van 2023. Ieder brevet is tegelijkertijd een training voor het volgende brevet. Geleidelijk kom je “in conditie” om een 600 km en wellicht een 1.000 of 1.200 km goed te doorstaan. Maar toch heeft iedere afstand z'n bijzonderheden."

CW: Zijn er nog specifieke onderdelen waar je aan moet of kunt werken?

Ivo: "Elke fietser, dus ook de randonneur, heeft zwakke punten. Tijdens de brevettenserie in het jaar voorafgaand aan PBP word je daarmee vaak al geconfronteerd. Voor de één is dat het klimmen, voor de ander het 's nachts rijden. Ook snelheid kun je tekort komen. In de aanloop naar PBP kun je hier in 2022 én 2023 dan ook prima aan werken."

CW: Welke tips kun je hier de PBP-kandidaten in spé voor meegeven?

Ivo: "Je zou het niet direct denken maar PBP kent een sterk glooiend parcours met lange slopende beklimmingen (totaal ruim 11.000 hm). Cyclo’s en klimmersbrevetten zijn een prima gelegenheid om je klimvermogen te verbeteren. Niet voor niets zullen er veel randonneurs meedoen met toertochten als de Ardennentrip en de LBL Challenge. In kalender van CycloWorld zijn natuurlijk vele mooie alternatieven te vinden, daarnaast zijn er in België en Duitsland veel mooie tochten met voldoende hoogtemeters.

Dan is er het item snelheid. De modale randonneur heeft hier veel minder boodschap aan. Wie de 600km ruim binnen de marge rijdt hoeft zich over zijn snelheid geen zorgen te maken. Maar als je wil gaan voor een heel scherpe tijd, onder de 72 uur, zul je moeten werken aan je snelheid. Binnen de reglementen van PBP is het nog altijd mogelijk om aan wedstrijden mee te doen. De wedstrijden van de Wielerbreedtesport Federatie Nederland en een van de vele zomeravondtrainingen op een lokaal wielercircuit, zoals in Sloten, zijn goede alternatieven.

En dan het nachtrijden. Nachtrijden is geen zwarte magie maar iets wat je kunt trainen. Voor PBP is het verstandig om nog 1 of 2 keer een nacht door te rijden. Dat hoeft niet direct met een afstand van 400 of 600 km gecombineerd te worden. Gewoon een rondje van 200 tot 250 km maar dan 's avonds starten en de volgende ochtend weer thuis aankomen. Dat is voldoende om het nachtrijden op pijl te houden en vooral ook om het materiaal te testen."

CW: Dan heb ik een nachtrit gepland. En wat dan?

Ivo: "Belangrijk is zien en gezien worden. Ik geef iedereen altijd de tip om niet in zijn strakke zwarte outfit op pad te gaan. Draag bij voorkeur high-vis kleding met voldoende reflecterende onderdelen. Bij PBP is een reflecterend (over)shirt trouwens verplicht. Verlichting is natuurlijk een verhaal apart. Tot een paar jaar geleden was het geklooi met beperkte lichtopbrengst, halogeenlampjes en zelf geknutselde accusets. De laatste jaren is verlichting enorm verbeterd en de LED-lampen zijn echt top en gaan lang mee (zeker met een extra powerbank). Maar de combinatie LED met de naafdynamo van Schmidt is nog steeds het topalternatief, zelfs voor schijfremmen (zie hier een handige keuzehulp). Het is verstandig om 2 onafhankelijke verlichtingssystemen te hebben, bijvoorbeeld 1 op naafdynamo en 1 op accu. Zo kun je doorrijden als het hoofdsysteem kapot gaat. Doorrijden zonder verlichting kan je een forse straftijd van een van de controleurs opleveren. En check ook even de tips op CycloWorld zou ik zeggen. Een powerbank is trouwens wel een onderdeel van de standaarduitrusting van de randonneur. Niet alleen voor de verlichting maar ook voor je telefoon en fietsnavigatie. Tip voor je telefoon: natuurlijk alleen het hoognodige aanzetten om batterij te sparen. Maar zoek dat voor de tocht thuis rustig uit en probeer het een keer tijdens een rit."


CW: Over materiaal gesproken, kan ik met mijn racefiets gewoon een brevet rijden?

Ivo: "Ja, dat is geen probleem. Jouw fiets hoeft niet aan speciale eisen te voldoen. Het belangrijkste is dat je er uren op moet kunnen doorbrengen zonder pijntjes te krijgen. Het spreekt voor zich dat de fiets goed in orde moet zijn. En houdt er rekening mee dat er onderweg altijd wat kapot kan gaan. Zorg dus voor een basis gereedschapsset en wat reserveonderdelen. Je moet wel een band kunnen plakken uiteraard!

Vaak zie je wel dat de ervaren randonneurs een speciale fiets hebben. Die zal een iets minder sportieve zit hebben om je rug en zitvlak te sparen. Vaste spatbordjes en een goede frametas is ook wel handig. Tegenwoordig is hier supergoed materiaal voor te krijgen dat je niet belemmert tijdens het fietsen. Een andere belangrijke tip: gebruik bredere banden (28-30mm bij een racefiets). Bredere banden zijn duurzamer, beter bestand tegen lekrijden en vooral belangrijk: ze geven een comfortabeler rijgedrag!"

CW: Hoe zien de laatste weken in aanloop naar PBP er uit?

"Ergens in de periode tussen de laatste rit van jouw Super Randonneurs Brevet (de 600 km) of jouw 1.000 / 1.200 km “training” en de start in Parijs is het goed een week of 2 rust te nemen. Jouw lichaam moet even op adem komen, nieuwe energie verzamelen. De belangrijkste afspraak van het jaar komt er immers aan. Tegelijkertijd kun je dan wat meer aandacht geven aan familie en vrienden. Zeker als het jouw belangrijkste steun en toeverlaten zijn tijdens PBP.

In deze weken kun je daarnaast je materiaal in orde maken en de laatste voorbereidingen voor jezelf, maar ook voor jouw (eventuele) volgers af te vinken. Gecombineerd met enkele lichte trainingen ben je zeker klaar om een ancien / ancienne te worden."


RANDONNEURSAFSTANDEN
IVO LEGT UIT

De 200
Voor verreweg de meeste deelnemers is dit bekend terrein. Een afstand die onder veel zwaardere omstandigheden al vaker is afgelegd. De meeste Nederlandse organisatoren bieden een redelijk vlakke 200 km, met uitzondering van de 200 in Maastricht en Heerlen. Maar ook die haalt het qua profiel niet bij bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. De 200 km is een uitstekende afstand om te kijken of het brevetrijden je bevalt.

De 300
Voor het gros van de nieuwelingen in het ultrafietsen is 300 km een afstand die aan de bovengrens van hun ervaring ligt. Maar de meesten zullen tot hun verrassing merken dat een 300 relatief eenvoudig af te leggen is. Zeker als het profiel van de rit redelijk vlak is. De 300 is in feite niet meer dan een 200 die je wat vroeger start en waarbij je wat later over de finish komt. Misschien is het ook wel de eerste keer dat je verlichting nodig hebt, zeker vroeg / laat in het seizoen.

De 400
Het begin van het echte werk; 400 km. Bijna altijd een start in de avonduren. Je zit dus de hele nacht op de fiets. Voor velen is de 400 dan ook de eerste vuurdoop met het nachtwerk. Maar er zijn genoeg ervaren rijders tijdens een brevet om bij aan te sluiten. Verlichting en reflectievest zijn vanaf de 400 verplichte kost. Nadat je de nacht doorgereden hebt merk je tot je plezier dat er nog maar weinig kilometers resten om het brevet te voltooien. Wie dit brevet met goed gevolg aflegt hoeft zich verder geen zorgen meer te maken.

De 600
Een afstand waar je kunt nadenken en oefenen in het nemen van tactische beslissingen. De snelle rijders die niet zo graag in de nacht rijden kunnen halverwege een slaapstop inplannen. Dat is volledig toegestaan, alleen is het goed plannen om de daaropvolgende controle binnen de tijd te halen. De langzamere rijders rijden vaak de nacht door. Iets waar je bij de 400 al aan gewend bent geraakt. Met een tijdslimiet van 40 uur kun je een heel weekend besteden aan de 600.

De 1.000
De 1000 km is een verhaal apart. Voor sommigen hoort dit tot de ultieme uitdaging of laatste grote voorbereiding voor PBP. Voor anderen is het een afstand waar ze zoveel angst voor hebben dat deze in een PBP jaar overgeslagen wordt. In ieder geval moet met de 1000 met beleid omgegaan worden of het nu 'maar' een training voor PBP is of de uitdaging waar je al heel lang naar uitkijkt. In voorbereiding op PBP is je helemaal leegrijden op een 1000 natuurlijk onverstandig. De keuze voor een makkelijker parcours is dan de juiste.

CW: De ultrafietswereld kent vele bewoners. Waarmee onderscheiden de randonneurs zich?

Ivo: "Het grote verschil met de traditionele cyclorijder is toch wel dat randonneurs erg sociaal rijden. Dat bedoel ik niet in de slechte zin van het woord. Het gaat niet om de snelste te zijn, maar om de afstand af te leggen. Met name in de nacht wordt er naar elkaar omgekeken en probeer je elkaar er doorheen te slepen. Er formeren zich dan al snel groepjes van rijders van gelijke sterkte. Het uitzoeken van het goede groepje is dan ook een essentieel onderdeel van de tactiek en strategie van het succesvol voltooien van met name de lange randonnées. Mijn tip hierin is om te zorgen dat je een groep vindt met een lokale rijder of iemand van de organisatie. Zeker bij voor jou onbekende routes een groot voordeel. Het devies is dan vaak: Ook al kun je alleen sneller, blijf erbij het rijdt veel makkelijker”.


CW: Wat is jouw drijfveer om zo ver te gaan op de fiets?

Ivo: "Voor mij het vooral de combinatie van de uitdaging en veel zien van de omgeving. Ik reis graag en dan is het een groot voordeel dat BRM's over de hele wereld georganiseerd worden. Je kunt dus makkelijk een BRM combineren met je vakantie."

CW: Welke tochten kun jij aanbevelen als je een keer een BRM wil behalen?

Ivo: "Helaas nog bijna een jaar wachten, maar een klassieker is de winterse BRM200 van Boekelo in de kerstperiode. Ook ideaal als basis voor je #Festive500. De BRM’s vanuit Heerlen in april, juni en juli zijn echt een aanrader en super mooi. Eens een keer wat anders dan altijd maar de heuvels van Zuid-Limburg. En ben jij in voor een uitdaging door het jaar heen, overgewaaid van Audax UK: Randonneur around the Year. Doel van deze uitdaging is om 12 maanden lang, elke maand een keer een rit van 200km of langer gereden te hebben. Klinkt makkelijk maar blijkt in de praktijk een hele klus. Je kunt dit natuurlijk voor jezelf doen, maar bij de officiële variant hoort natuurlijk een mooie herinneringsmedaille. Maar dan gelden alleen officiële brevetten!

Zoek je tussen de brevetten, of cyclo’s, door nog mooie routes dan kan ik mybrevet.cc aanbevelen. De controleposten en tijdslimiet zijn vaak ook vermeldt. Niet alleen ideaal als training voor de kilometers, maar ook voor pacen en "waar moet ik hoe laat zijn?". Zowel de randonneursverenigingen van Nederland als België delen actief hun routes."

CW: Heb jij nog spannende fietsplannen voor de komende tijd?

Ivo: "Naast PBP is er nog een andere hele mooie klassieker en “Britain’s Greatest Cycling Challenge”: London-Edinburgh-London. Helaas kon deze in 2021 niet doorgaan vanwege de coronapandemie, maar begin augustus 2022 staat hij op mijn planning. Qua organisatie en deelnemers iets kleiner dan PBP maar met een afwisselender landschap. Heel gaaf om in 1.500 km van de hoofdstand van England naar die van Schotland te fietsen en terug! Met geen vlakke kilometer en een tijdslimiet van maximaal 125 uur flink aanpoten."

Kan het jou ook niet zwaar genoeg?

Als jij ook iemand bent die op zoek is naar een andere of nieuwe uitdaging en lijkt een randonnée of ultra jou wel wat? Check dan de kalender van CycloWorld. Voor de ultrafondo’s gebruik je de CWiX-index om te bepalen of de cyclo voor jou zwaar genoeg is. Voor de beeldvorming: de ‘gewone’ Marmotte heeft een CWiX van 100, de Tour du Mont Blanc voert de lijst aan met een CWiX van 153.

Wil jij eens gaan randonneuren en ook een brevet halen? Check dan de kalender op onze site (zoekopdracht categorie: Ultra / afstand: 250+) of kijk op de website van de randonneursverenigingen in Nederland, België of Duitsland voor tochten in de buurt. Bij de keuze van een randonnée zul je vooral je keuze maken op afstand, parcours en hoogtemeters.

Meer ultrafietsen?

Deel 1 en deel 2 publiceerden we al eerder. In deel 4 sluiten we deze korte serie af en gaan we in op zelfvoorzienende bikepackingevenementen. Speciaal voor de avonturiers (in spé) onder ons.

Did you know that CycloWorld also has an online shop

Check it out.

Discount on event tickets up to 50% and much more.

Related posts