Je hebt zo van die cyclo's die je al een tijdje op je lijstje hebt staan, maar waar het steeds niet van kwam. Bij mij was Rad am Ring er zo eentje. Zes rondjes over de Nürburgring. De Nürburgring; wielrenners zegt het misschien weinig, maar voor autosportliefehebbers klinkt het net zo magisch als Mont Ventoux of Stelvio voor fietsers. Een racecircuit uit de tijd dat racecircuits nog meer dan twintig kilometer lang konden zijn. Niki Lauda beleefde hier zijn beruchte crash. Het bestaat uit twee delen. Een autocircuit van een kilometer of vier is de basis. Hier zijn de start/finish, alle faciliteiten en de pitsstraat. Maar de fameuze Nordschleife is een bezienswaardigheid op zich. Een compleet door een hek afgesloten weg die zich door de plaatselijkse dorpjes slingert en in 25 kilometer lengte maar liefst 500 hoogtemeters telt. Eigenlijk moet je het gezien hebben om het grandioze ervan in te zien. Asfalt als een biljartlaken, afdalingen waar je de negentig kan overschrijden en beklimmingen tot maximaal 18%. Alles erop en eraan.
Rad am Ring is een totaalevenement. Noem een fietsonderdeel en het is er. Een tijdrit, jep. Een cyclo met meerdere afstanden, jep. Een kidsrace, jep. En nog heel veel meer, lees dat maar na op de website. De hoofdonderdelen zijn de 24-uursraces voor wielrenners en mtb'ers. Daar komen de meesten op af. Vele duizenden zijn het er, die zich aanmelden voor een van de onderdelen. Het is een drukte van belang. Maar goed, ik kom dus voor de cyclo van 150 kilometer. Jedermannrennen noemen ze dat bij onze oosterburen. 'Wielrennen voor iedereen' vrij vertaald. De eerste maanden van dit jaar waren qua fietsen niet best, maar de laatste weken is de goesting weer helemaal back in town. Ik heb er hard voor getraind en veel zin in. En dat als opwarmertje voor onze gezinsvakantie in de Dolomieten.
Dan sla ik linksaf de Nordschleife op. Het gaat even omhoog, voordat de reis naar beneden aanvangt. Op en vooral neer gaan de eerste kilometers. De gemiddelde snelheid loopt op naar waarden dik boven de 40. En dan ineens is daar de zg. Fuchsrohre. Het snelste stukje van de Ring. In een flits zie ik dat de teller op 92 komma nog wat staat. Wow, dit is cool. Na nog wat bochten en afdalingen gaat het ineens omhoog. Stevig, maar nog niet extreem. Eigenlijk loopt het wel lekker, terwijl de eerste renners van de 75 km mij voorbij komen. Maar man man, wat is het bloody hot. In een vloek en een zucht echter verandert het weer en breekt een regenbui los waar de honden geen brood van lusten. Heerlijk verkoelend is het. Het duurt hooguit 10 minuten, maar het is verkwikkend. Op het lange rechte stuk richting naar start/finish pik ik aan bij een groepje. Het gaat licht omhoog en het is weer droog geworden. Poeh, dat was ronde 1. In 47 minuten afgeraffeld. Dat klinkt goed, maar ik voel dat ik weer toe ben aan afdalingen.
De tweede ronde op het circuit is het droog, maar ik heb de Nordschleife nog niet bereikt of de eerste druppels melden zich weer. Binnen de kortste keren regent het net zo hard als in ronde 1. Ik moet het ermee doen en daal een stuk voorzichtiger af. De extreme snelheden haal ik niet meer. Ik doe nu rustiger aan door de bochten. Hoe liggen ze erbij? Het ziet er nog goed uit, maar het is kleddernat. Het duurt niet langer dan een minuut of vijf voordat er van de slagregen niet meer over is dan wat zielige druppeltjes. Nog één afdaling voor het klimwerk weer van start gaat. 60 km/u rij ik hier. De weg is nat, de bocht is flauw en ik zie er voor me zomaar eentje onderuit gaan. Holy shit, denk ik nog. Ik rem om hem te ontwijken, maar dat had ik wellicht niet moeten doen. Ik heb geen enkele grip, de weg is veranderd in een ijsbaan. Mijn achterwiel slaat onder me vandaag en ik ga keihard onderuit. Ik glij nog een meter of twintig door en kom op de weg tot stilstand.
Ik inspecteer mijn lijf. Het lijkt erop dat het slechts bij schaafwonden op heup en elleboog is gebleven. Er is het nodige dna-materiaal achtergebleven op de weg, maar de rest van mijn lijf lijkt het nog te doen. Terwijl ik nog na sta te trillen zie ik hoe er in enkele seconden nog twee op dezelfde plek onderuit gaan. Wat een slagveld. Ok, wat te doen? Ik bel mijn vrouw, want die is met mijn zoon ook op het circuit. Het telefoongesprek lijkt meer op een verslag van wat er gebeurt. "Shit, daar gaat er weer eentje. En weer een." Ingrid mag het allemaal live meebeleven en zal er wel een heel bizar beeld aan overgehouden hebben. Totaal acht renners zijn hier in vijf minuten tijd onderuit gegaan op het spekgladde asfalt. In ben er nog relatief goed aan toe. Een van de renners krijgt een brace om zijn nek; een ander ligt op de brancard. De EHBO'ers krijgen van langsrazende renners te horen dat er een bocht eerder ook de nodige slachtoffers liggen. Gelukkig voor mij komt er een servicewagen langs met fietsendrager. Ik hou hem aan en mag mee. Dat is boffen. Het verbandje voor de schaafwonden kan nog wel even wachten. En zo word ik weer naar de start gereden. Wat een luxe.
De EHBO'er inspecteert mijn lijf en verbindt snel mijn geschaafde bovenbeen en elleboog. Hij raadt me aan nog even een tetanusprik te halen in het lokale krankenhaus. Daar aangekomen lijkt het wel een aflevering van Mash. Dit keer met fietsers van divers pluimage in de hoofdrol. Een renner die bij mij in de auto zat kom ik hier weer tegen. Liggend op een brancard ziet hij er een stuk minder fris uit dan een uur eerder. Een ander heeft een scheurtje in zijn heup en vergaat van de pijn bij elke beweging. Dat hij de laatste vijftien kilometer fietsend heeft afgelegd klinkt volkomen onwaarschijnlijk, maar adrenaline is een wondermiddel. Verder nog wat brokkenwerk onder wie een mtb'ster met een paars onderbeen, een mtb'er met een gezicht compleet onder het bloed en een renner met zijn arm in een mitella. Ik voel me Lulletje Rozewater tussen dit serieuze spul.
En hoe is het met de fiets zul je denken? Moh, die heeft betere tijden gekend. Wat schaafwonden op de rechtershifter, rechterpedaal en zadel zijn jammer, maar hooguit hinderlijk voor het aangezicht. De achterderailleur is een ander verhaal. Die is zo scheef als de toren van Pisa en zal in Italië bij de eerste de beste fietsenmaker vervangen worden. Hoe het allemaal kon gebeuren blijft een raadsel. Enkele mensen ter plekke hielden het op de langdurige droogte. Hierdoor kon vuil en olie van de automobielen, die het circuit doorgaans bevolken, zich tusen het asfalt nestelen. Door de hevige regen kwam dit bovendrijven en veranderde sommige delen in een spiegel. Het zij zo. Meestal lezen we glorieuze verhalen, gelukkig maar. Maar ook dit is hoe een cyclo kan verlopen: Herman Nekkers DNF. Je moet alles een keertje hebben meegemaakt zullen we maar zeggen. Eén voordeel: Rad am Ring kan ik nog niet afstrepen en blijft op de bucketlist. Want het is en blijft een formidabel evenement.