Het is weer eind september en sinds 2016 betekent dit voor mij tijd voor de Riderman. De Riderman (spreek het gewoon uit op zijn Engels) is een driedaags fietsevenement in het Duitse Schwarzwald. Van vrijdag t/m zondag staat het plaatsje Bad Dürrheim volledig in het teken van hobbywielrennen. Aangezien het normaal gesproken een küroord is zie je dit weekend een aparte mix van oude van dagen en afgetrainde wielerlijven met geschoren benen. Drie dagen fietsen dus, waar bestaat dat uit? Vrijdagmiddag is er een individuele tijdrit, zaterdag een etappe van 110 kilometer en zondag een etappe van 87 kilometer. 'Ride like a pro' is de leus die de organisatie heeft bedacht en daar is werkelijk geen letter van gelogen. Stond ik in 2016 nog als enige van mijn fietsgroep aan de start, in 2017 waren we al met zijn vijven en dit jaar hadden maar liefst negen fietsmaten belangstelling. Wie hier gereden heeft komt met enthousiaste verhalen thuis en wil volgend jaar weer. Daar staan het compleet autovrije parcours, de perfecte organisatie, de prachtige omgeving, de sfeer in de dorpjes en de unieke bevoorrading garant voor.
Na een kilometer of vijftig de eerste bevoorrading. In de Riderman is deze niet minder dan legendarisch.
Mijn eigen voorbereiding is eigenlijk niet veel soeps. Dit jaar staat in het teken van andere zaken dan fietsen. De beslissing om na het vertrek bij mijn werkgever als zelfstandige door te gaan heeft veel energie opgeslokt en was niet bevorderlijk voor mijn fietsprestaties. En de enige rit waar ik me fit voelde ging ik onderuit. Ik heb me erbij neergelegd dat dit niet mijn fietsjaar wordt, maar de Riderman wil ik niet missen. Onze groep komt aan op donderdag en we doen 's middags gelijk een parcoursverkenning van de tijdrit onder een heerlijk eindemiddagszonnetje.
De start van het tijdrijden is gepland om 14:00 uur. Perfecte timing. Zeker voor Duitsers, want wie niet al te ver weg woont kan gewoon 's morgens aanrijden. Daar is over nagedacht. Maar helaas heeft het lot me nummer 770 toegewezen. Dit houdt in dat ik pas om 17:41 aan de start hoef te verschijnen. Dat wordt dus een dagje rustig aan op bed liggen. 's Morgens haal ik mijn startnummer op en spreek wat mensen die alvast een verkenning hebben uitgevoerd. Oef, de verhalen vallen me niet mee. De wind is opgestoken en vooral op de terugweg is het alsof je wordt teruggeblazen. Bovendien voorspelt de weerapp nu en dan regen in de middag. Nou lekker dan.
Maar goed, mijn teammaten druppelen langzaam weer binnen met allemaal hetzelfde verhaal: die wind is niet cool. Sommigen hebben ook regen op het parcours gehad. Ik rij me warm en het is gelukkig droog, de windverhalen zijn nauwelijks overdreven. En als ik eenmaal gestart ben gaat het gelijk als een razende richting de Hirschhalde, de helling die elke dag als opwarmertje fungeert. De wind blaast me vooruit, maar het doet pijn. Tijdrijden is sowieso niet mijn ding en zonder goede training al helemaal niet. Daarna suis ik naar beneden en bereik in een minuutje of twaalf het keerpunt op acht kilometer. Nu weer dezelfde weg terug, maar "that's another cook", zou Van Gaal zeggen. Ik kom nauwelijks vooruit op de licht oplopende helling. Worstelen en ploeteren is het enige dat me rest. Ik vind het al heel gauw niet meer leuk. Ik word deze race enkele keren ingehaald door snelle mannen die al vlug uit het zicht verdwijnen. Geen schande blijkt achteraf, want de nummers 781 en 782 worden respectievelijk vijf en negen in de eindrangschikkling. Gelukkig voor de moraal haal ik zelf ook wat mensen in. Het gebrek aan trainingsarbeid en kracht breekt me nu op. De snelheid loopt zienderogen terug en ik zie de top in de verte liggen. Pffff, wat een eind nog. Gesloopt bereik ik de Hirschhalde weer en dender naar beneden. Nu nog even de bocht om en een licht oplopende kilometer. Na 28:08 rij ik over de finish. Ruim een halve minuut langzamer dan eerdere jaren. Plek 86 in de Masters III klasse is mijn deel. Geen verrassing.
's Avonds bij het eten vloeien de verhalen rijkelijk. Het feest is begonnen en iedereen heeft ervan genoten. Meevallers, tegenvallers, regen, wind, wattages, snelheden, mooie fietsen, opvallende fietsen, alles komt voorbij. Gelukkig zijn de enkele valpartijen deze dag aan onze groep voorbij gegaan.
Als we 's morgens de luiken van de hotelkamer openen straalt het zonnetje ons tegemoet. Geen wind, geen dreigende regen, een heerlijke dag ligt in het verschiet. 12:20 is de starttijd van de etappe. O man, wat is dat heerlijk. Geen gedub over kleding tegen de ochtendkou. Gewoon starten als het lekker warm is. Dat is het trouwens niet, want ondanks de zon is het niet warmer dan een graadje of vijftien. Ik besluit met armstukken en windstopper te starten. Die kunnen onderweg altijd uit. Na mijn matige tijdrit is starten vanuit het laatste vak (D) mijn deel. Doel voor vandaag: morgen starten in vak C. Ik weet dat het racen in het peloton me een stuk beter afgaat dus er is goede hoop. Na het startschot gaat het de eerste kilometer door het dorp om uiteindelijk weer de pittige Hirschhalde te beklimmen. Wie wat wil moet hier proberen naar voren te rijden om een goede groep te bereiken. Ik rij me compleet in het rood en sluit op de top aan bij een mooie groep. Het dendert werkelijk naar beneden. De route wijkt echter iets af van voorgaande jaren, want het gaat ineens linksaf. En oeps, wat een stevige helling hebben ze daar neergelegd. Alsof de duivel je op de hielen zit vliegt iedereen omhoog op de ranzige muur. Ik verteer zo'n krachtsexplosie zelden en kan met moeite aanhaken. Warm is het wel, ik rits mijn windstopper open en stroop mijn armstukken naar beneden. De volgende kilometers is het op en af. De samenwerking is knudde. Mensen blijven veel te lang op kop. Ik probeer orde te scheppen en anderen te overtuigen snel af te lossen. Op een enkeling na is het een kansloze missie. Ik geloof het wel en nestel me in de buik van het peloton om lekker bij te komen. Snel herstellen en duurvermogen, daar ligt mijn kracht. Als ik nu bijblijf heb ik er aan het eind plezier van. De groep bestaat uit zo'n dertig man/vrouw. Om ons heen zwerven volgauto's en motoren met reservewielen. Alles lijkt op een professionele koers.
Nu wacht de helling die op Strava 'Zum Schächer' heet. Een kreng met stukken tot 18%. Het is wringen en ploeteren, om me heen hoor ik mensen vloeken en tieren. En heel hard hijgen. Die gaan te diep, die vliegen er straks af, denk ik bij mezelf. Ik probeer hem zo op te rijden dat ik net niet tot de bodem ga, zonder het contact met de groep te verliezen. De helling die volgt is een lekkere loper van een procentje of vijf. Ik voel de benen verbeteren en kan de groep zelfs aanvoeren. Achteraan vliegen er een paar af en we zijn nog met zo'n vijftien. Na een kilometer of vijftig de eerste bevoorrading. In de Riderman is deze niet minder dan legendarisch. Langs de weg hangt een groot net waar je al rijdend je bidon in kunt mikken, waarna een stuk of tien mensen klaarstaan om je weer een volle bidon aan te geven. De keuze is water, sportdrank of beide. Schitterend gewoon. Voedsel delen ze niet uit en dat is ook niet nodig. De race is dusdanig kort dat je aan drie reepjes of gelletjes genoeg hebt. Die kan iedereen wel meezeulen. Alleen al voor de bevoorrading is de Riderman het bezoeken waard.
Iedereen slingert en zoekt wanhopig een plekje achter een andere renner.
Het gaat nu over in een lang open stuk vals plat met wind tegen. Het is zwaar, maar ik haak aan. Voor enkelen gaat het te snel en we blijven over met zijn tienen. Twee jonge dames, Jana en Jennifer, vormen de 2 J's en houden elkaar nauwlettend in de gaten. Beiden hebben een mannelijke knecht die voor een lekker tempo zorgen. Veel jonge, druistige gasten om me heen, een goede reden om het kopwerk lekker aan hen over te laten. Slim rijden levert meer op dan smijten met je krachten, ride like a pro. De dorpjes onderweg zijn uitgelopen en de toeschouwers moedigen ons aan. In de klimmen die volgen voelen de benen goed en ik merk dat ik als een van de beteren naar boven ga. Nog vijftien kilometer en ik heb er een uurtje of drie rijden opzitten. Wie weet is een tijd onder de 3:30 mogelijk. Ik weet echter ook dat op zes kilometer van de finish nog een bad motherfucker wacht. Dus niet al te gek doen. In het plaatsje Aasen ligt deze bonusklim met stukken tot 16%. Langer dan vijfhonderd meter is het niet, maar pijn doet het wel. Het gaat goed, ik blijf bij en de groep is nog intact. Nu is het nog maar vijf kilometer, waarvan twee kilometer afdalen. Onder drieënhalf uur moet lukken. Licht vals plat omhoog en dan denderen we naar beneden. Na 3:28:59 rij ik over de streep. Verrassend tevreden. Slechts vier minuten langzamer dan vorig jaar en de rit telde ook nog eens honderd hoogtemeters meer.
Tijdens het eten zijn de verhalen nog groter dan gisteren. Dave is een ex-renner die voor het eerst weer een koers rijdt. Hij heeft werkelijk kippenvel. Iedereen heeft zijn eigen belevenissen.
De herfst regeert vandaag. Het druilt 's morgens en de wind heerst weer zoals afgelopen vrijdag. Geen lekker idee. De start is om 10:45. Ook daar is over nagedacht, want met een korte rit op het programma heeft iedereen tijd om huiswaarts te keren. Twee man van onze groep besluiten niet te starten vandaag, bang voor valpartijen. Ik start vanuit vak C vandaag en het is miezerig als we wegrijden. Iedereen rijdt een stuk rustiger door het dorp, maar eenmaal op de bekende openingshelling is het weer koers. Net na de top slaan we voorzichtig rechtsaf en ik beland in een groep met de nodige bekende gezichten. Ook veel nieuwe mensen zie ik en voel dat ik in betere positie zit dan zaterdag. Het gaat hard tegen de snoeiharde wind. Het is werken om bij te blijven. De hartslag wil niet omlaag op het glooiende landschap. Desondanks lukt het een goede positie te veroveren. Dan gaat het lang rechtdoor met een aantal rotondes in de weg. De regen was al niet veel, maar neemt nu snel af. De weg is nog glad en iemand die even aanzet op een rotonde glijdt onderuit. Niks ernstigs zo lijkt het, maar het blijft oppassen geblazen. De zon komt door en met behulp van de wind is het wegdek in mum van tijd droog. Het is nu aangenaam fietsweer. De snelheid van de groep is echter wel een dingetje, die ligt een stuk hoger dan gisteren. Man man, wat wordt er hard gereden. Ik zit in ons pelotonnetje van een man of veertig, kopwerk doen is zinloos. Maar er wordt onrustig gereden en met de regelmaat van de klok vallen er gaten. Opletten geblazen en het observeren van andere renners is een belangrijk onderdeel. Wie laat er gaten vallen? Wie staat op het punt te breken? Daar moet je niet achter zitten.
De bevoorrading is weer als vanouds. Drie hebben we er vandaag op deze korte afstand. En al snel volgt een lange taaie klim. Het gaat best lekker en ik kan in een groep blijven met de nodige bekenden van gisteren. De 2 J's zijn zitten steeds aan elkaar vastgeplakt. Nu volgt een stuk open met sterke wind tegen. De kopmannen organiseren een dusdanig hoog tempo dat de een na de ander eraf vliegt. Ik kan aanhaken, maar rij in het peloton in D3. Wat een slagveld. We dalen af en wederom gaat het omhoog. Ik weet dat dit de taaiste klim van de dag is, maximaal 15%. In de aanloop laat ik een gaatje vallen om krachten te sparen voor de muur die wacht. Het lukt me dichterbij te komen en met een korte krachtsinspanning zit ik er weer bij. Pfff gelukkig. Het is gewoon een lange sprint, denk ik bij mezelf, wat een tempo is dit zeg. Nu gaat het door het open veld en de wind beukt werkelijk in op de renners. Het gekke feit doet zich voor dat de wind van links komt, maar niemand op het idee komt om links te gaan rijden. Blijkbaar zit het autovrije parcours niet vanzelf tussen de oren. Uiteindelijk gebeurt het wel en het ziet er werkelijk bizar uit. Renners banen zich met pijn en moeite een weg tegen de windkracht zes en het vals plat in. Iedereen slingert en zoekt wanhopig een plekje achter een andere renner. Wie hier niet in een groep zit wordt waarschijnlijk pas overmorgen bij de finish verwacht. Het breekt, piept en kraakt. Gevloek, getier en gezucht. Prachtige beelden moeten het zijn.
De zon schijnt inmiddels weer volop en de dorpjes vormen hetzelfde decor als gisteren. Ratels, aanmoedigingen, applaus en kinderen die vragen om een high-five; de locals doen er alles aan de sfeer te verhogen en je het gevoel te geven van een prof. De voorlaatste helling is vals plat met een lastige laatste vijfhonderd meter. Het loopt behoorlijk goed, ik handhaaf me moeiteloos in de groep. Nu nog een keer over de Hirschhalde richting Bad Dürrheim. De wind staat net zo tegen als tijdens de tijdrit, maar met de renners om me heen is het een stuk eenvoudiger. Er wordt niet echt meer aangezet, blijkbaar is iedereen gebroken. Als een blok rijden we omhoog, onderweg nog enkele renners oppikkend die zich hebben opgeblazen. Naar beneden gaat het en net binnen de 3:40 rol ik over de streep. Pfffff, dit was nog een stuk pittiger dan zaterdag. Compleet gebroken voel ik me even. Maar zeer content.
Na de zondag ben ik uiteindelijk op een 40e plek beland bij de Masters III. Niks bijzonders, maar het was weer een avontuur van jewelste. De hele vriendenploeg stuitert nog na van de ritten. 2019 weer? Ja volgend jaar komen we weer terug. Het was een feest. Ride like a pro is niks teveel gezegd, dichter bij profwielrennen ga je niet komen.
Geïnteresseerd? Volgend jaar is er weer een Riderman van vrijdag 20 september t/m zondag 22 september. Check de website.