Afgelopen weekend was het weer zover: de Riderman in het Duitse Schwarzwald. Bad Dürrheim heet het plaatsje dat als gastheer fungeert. Normaal gesproken een kuuroord dat vooral ouderen weten te vinden. Maar in het derde weekend van september overheersen de strakke, magere koppen van hobbyfahrer het straatbeeld. Voor mij is het de vierde achtereenvolgende deelname. Inmiddels uitgegroeid tot het persoonlijke hoogtepunt van mijn fietsjaar. Maar wat maakt deze rit zo bijzonder?
Met zeven man vertrekken we naar Duitsland. Het zwarte Woud blijkt altijd weer verder te liggen dan je zou willen. Door de vele baustellen verloopt de rit stroperig. Maar onze auto weet eind van de middag Bad Dürrheim te bereiken. We checken snel in en maken nog even een verkenningstochtje over het tijdritparcours van vrijdag. Voor twee van mijn reisgenoten is het de eerste keer dat ze hier zijn. De overige maten zijn ervaren rotten inmiddels. Het is vrijwel windstil, het wegdek is gladder dan glad en de ondergaande zon zorgt voor een heerlijk tafereel. Na iets meer dan een half uurtje zijn we weer terug. Tijd om te gaan eten in het dorp.
De tijdrit staat op het programma. Start om 14:10. Heerlijke tijd. Althans voor degenen die vroeg mogen starten. Het lot heeft mij een starttijd van 17:02:30 toegewezen. Dus ik kan de hele dag wachten op het ultieme moment. Tijdrijden, ik wil er geen vrienden mee worden. Daardoor train ik er ook niet voor. Wel heb ik mijn wattages flink weten op te krikken de laatste weken met trainen in de bergen. Hopelijk helpt me dat. Ik zie de eerste deelnemers vertrekken en voel lichte nervositeit. Ik geniet van de warme zon en de sfeer. Wat kan fietsen toch mooi zijn onder deze omstandigheden.
De tijdrit van de Riderman is sinds enkele jaren onderdeel van Chasing Cancellara, een serie cyclo's en tijdritten die de naam van de oude meester dragen. Fabian zal zelf ook aan de start verschijnen en vertrekt als laatste. Het starttafereel is zo strak als de Tour de France. Om de 15 seconde vertrekt een renner. En de volgende staat al te wachten. In een mum van tijd staat die klaar om afgeschoten te worden. De mensen verstaan hun vak. Maar goed, het is op zijn Duits georganiseerd, dus wat verwacht je anders? De meesten van onze groep vertrekken in het eerste uur.
Om iets over vijven ben ik dus aan de beurt. Tijdens het warm fietsen maak ik kennis met Joost en Herman. Twee toffe mannen die door CycloWorld attent zijn gemaakt op dit evenement. Kijk, dat horen we graag. Daar doen we het voor. Enthousiaste kerels die ik nog enkele malen ga tegenkomen dit weekend. Zelf hoop ik onder de 27 te rijden, het liefst laag in de 26. Maar na een kilometer zit mijn hart al in mijn keel en dan moet de eerste klim van de Hirschhalde nog beginnen. Mijn jaarlijkse worsteling begint en tot overmaat van ramp komt de motor van de livestream ook nog eens naast me rijden. Vergeleken bij mijn grimassen is de kop van Voeckler een babyface. En ze blijven me maar volgen. De halve minuut lijkt uren te duren. Ik troost me met de gedachte dat slechts weinigen het zullen zien. De afdaling begint met een lichte wind tegen. Na 8 kilometer is het keerpunt en daarna gaat het in tegengestelde richting vals plat omhoog. Ai ai, wat doet tijdrijden toch pijn. Wat een martelgang is dit. Uiteindelijk klok ik af na 26:44. Onder de 27, maar niet helemaal tevreden. 79e van de bijna 140 deelnemers in mijn categorie.
Cancellara eindigt uiteindelijk op de 10e plek. Om even aan te geven dat het niveau meer dan serieus is.
De koninginnenrit wacht, 120 kilometer met 1900 hoogtemeter. Dit ligt me beter. De start is om kwart voor twaalf. Hoe mooi kun je het hebben? De ochtendkou is verdwenen en iedereen staat heerlijk in het zonnetje te wachten op het startschot. Kort-kort is de dresscode. Kaiserwetter noemen ze dat hier. Mijn matige tijdritresultaat heeft me verwezen naar blok D. Na de start gaat het direct omhoog de Hirschhalde op. De standaardroute van elke etappe. De eerste anderhalf uur is een aaneenschakeling van pittige beklimmingen en groepen die erin knallen. Ik rij compleet in het rood en probeer bij te blijven bij een groep. Na een lange afdaling krijgen de benen eindelijk wat rust. De hartslag zakt en dit is het moment waarop ik heb gewacht. In goede vorm kan ik nu doorpakken. De bevoorrading is en blijft geweldig. Je werpt je bidon gewoon weg in de feed zone en er staan wel tien mensen klaar om je een nieuwe aan te reiken. Gewoon rijdend. Iso of water is de keus. Of allebei natuurlijk. Eten moet je zelf verzorgen, maar de rit is dusdanig kort dat je aan twee of drie reepjes voldoende hebt.
De goede vorm blijkt inderdaad aanwezig deze dag. Ik zit in een mooie groep met Christoph, een beul van een gangmaker. Hij rijdt echter als haas voor twee vrouwen en die zorgen ervoor dat hij niet binnen de kortste keren uit beeld verdwijnt. Het is een mooi tempo en de groep bevalt me. Onderweg is het een waar volksfeest. Hele dorpen zijn uitgelopen om de renners aan te moedigen, soms met ratels en toeters. In Göschweiler is de complete bevolking uitgelopen. Niet voor niks overigens, want hier ligt een muur met stukken van 16%. Harken dus, maar het gaat best lekker. Hoe langer het duurt, hoe beter de benen voelen. Ik kan met de besten mee in de beklimmingen. Als er niks geks gebeurt hoef ik niet te lossen en ben ik op weg naar een mooi resultaat. Het gaat als een bezetene en ik voel me echt heel sterk. De laatste kilometers glooien wat en na 3:48 rol ik als een van de eersten uit de groep over de streep. Kapot, maar supertevreden. Een 49e plek van de Masters 3 klasse is mijn deel. Een gemiddelde van 31,7. Tja, zo gaat dat met al die groepen. Promotie gemaakt naar blok C.
Een kortere etappe op de laatste dag. Iets korter dan de dag ervoor. 99 kilometer met 1200 hoogtemeter. De start is wat eerder, namelijk om 11:15. Daar is over nagedacht, want na afloop hebben de mensen nog tijd genoeg om naar huis te reizen. Het is bewolkt, maar lekker warm. Wederom is iedereen in zomertenue gekleed. Nadat de speaker Simon Geschke heeft aangekondigd als speciale deelnemer gaat het weer als een razende van start. Net als de dag ervoor wacht de steile wand van Öfingen als tweede klim. Ik ben nauwelijks bekomen van de inspanning als ik alle zeilen moet bijzetten om een groep te achterhalen. Het lukt met de nodige bijstand van andere renners, maar het piept en het kraakt. Hopelijk komt het net als gisteren weer goed. Ik nestel me in de groep en doe zo min mogelijk. De volgende taaie klim voelt niet ok. Ik trap echt een stuk minder vermogen. En bovenaan slaat mijn ketting er ook nog af. Shit! In 10 seconde ligt hij er weer op, maar mijn groep zie ik heel in de verte wegrijden. Ok, wachten op de volgende en aanhaken. Pffff, wat kost alles moeite zeg.
De hellingen die volgen willen geen van alle lopen. Waar ik gisteren nog power in de benen had is het nu pap. Worstelen en maar proberen bij groepjes te blijven. Zelfs op het vlakke word ik gelost door een onoplettendheid. Het hoort erbij. Er komt altijd weer een nieuwe groep. Nog enkele kilometers en we rijden nu op de finish af. Het is echter nog te lang voor een rechte lijn. Ik vermoed een lusje met een vervelende verrassing. En ja hoor, mijn verwachting wordt volledig ingelost. Het dorpje Aasen bevat de bonusklim van de dag. Ik ken hem, want deze zat ook in eerdere edities. Althans dat dacht ik, want de laatste 100 meter gaat het ineens een andere weg in. Een muur doemt op. Muziek schalt uit de luidsprekers. De mensen schreeuwen en juichen de renners toe. Iedereen kraakt en kruipt hier werkelijk naar boven. Mijn Garmin toont 21%. Het gejuich en de aanmoedigingen zijn echt heel cool en geven het laatste mentale zetje. Oef! Eindelijk boven. Nu is het nog maar 5 kilometer naar de finish. De snelle afdaling van de Hirschhalde is een feest en ik bereik in 2:55 de finish. Nee, dit was niet echt mijn dag. Niet superslecht, maar had op meer gehoopt. 62e in de uitslag van de dag. Eindresultaat: 44e in het klassement. Pelotonvulling, maar wat was het weer genieten. Dat geldt voor onze hele groep, want de mooie verhalen zijn niet van de lucht.
Drie dagen wielrennertje spelen op een volledig autovrij parcours. Een weergaloos mooie omgeving in het Zwarte Woud. Eén tijdrit en twee gewone etappes. Een gevarieerd parcours met zowel lopende beklimmingen als steile wanden. Starten aan het eind van de ochtend of in de middag. Dus geen gedoe met armstukken of windstoppers tegen de ochtendkou. Prachtige bevoorradingen. Wegen als biljartlakens (op een enkele uitzondering na). Motoren met reservewielen. Een pastaparty en huldiging van de winnaars in de vele categorieën. Eigenlijk is het een compleet volksfeest, want hele dorpen lopen uit om je aan te moedigen. Voor mij de ultieme wielerbeleving. Al jarenlang. Interesse? in 2020 is er weer een editie van 18-20 september. Onze groep is in ieder geval weer van de partij.