De nieuwe Superfondo van de Tour des Stations zou dit jaar het grote doel zijn. Een verslag van een beestachtige cyclo met niet minder dan zeven cols.
Op vrijdag komen we aan in Vollèges, Zwitserland, waar we onze intrek nemen in een prima appartement. Zaterdag rustig opstaan, ontbijten, parcours analyseren, aanrommelen en begin van de middag richting Verbier waar de startbescheiden opgehaald kunnen worden. De organisatie is prima. Het ophalen van het startnummer verloopt vlot, je krijgt een goed gevulde goodiebag en daarna is er tijd om het uitgebreide promodorp te verkennen.
Op zondag 5 augustus is het dan eindelijk zover. Mijn belangrijkste doel is de rit uit te rijden en als het even kan in een tijdsbestek van maximaal elf uur. We gaan het zien. Ik heb maanden getraind met de app van JOIN en beschik zelfs over een heus voedingsschema. Dit schema is opgesteld door nutritionist Daan (die ervaring heeft bij Team Jumbo-Visma). Ik moet er dus klaar voor zijn, de nieuwe Superfondo van de Tour des Stations.
Deze afstand staat voor het eerst op het programma en kent 185 kilometer en ruim 6800 hoogtemeters. De Superfondo vult het gat tussen de granfondo (146 km/4600 hm) en de ultrafondo (242 km/8848 hm). Om dit astronomische aantal hoogtemeters te halen staan er niet minder dan zeven beklimmingen op het programma. Goed doseren is dan ook het credo.
De dag start om 04.00 met een koolhydraatrijk ontbijt. Daarna nog een laatste check van de fiets. Het is buiten nog donker dus de verlichting gaat erop en aangezien het miezert gaat het regenjasje aan. Iets na 05.00 fiets ik van Vollèges naar de start in Le Châble. Van ver zie ik een zee van lampjes van de andere renners die al klaarstaan. De groep die voor deze afstand heeft gekozen bestaat uit een kleine 170 deelnemers, een mooi compact aantal.
Om 05.30 stipt klinkt het startshot en worden we en groupe begeleid richting de eerste klim, Col du Lein. Door het bewolkte weer beginnen we de klim in het donker en ontstaat al snel een langgerekt lint van lampjes. De snelle mannen en vrouwen zijn al snel uit beeld. Zelf hou ik een voor mijn gevoel lekker tempo aan en na een klein uur klimmen bereik ik via een gravelsectie de top. Op de laatste klim zal nog een tweede gravelstrook volgen, daarover later meer.
Het is ondertussen droog geworden, maar aangezien het nog geen 9 graden is duik ik meteen met enige voorzichtigheid de behoorlijk natte afdaling in. Nog voor ik beneden ben word ik al voorbijgeschoten door de eerste renners van de granfondo die om 06.00 is gestart. Na de afdaling bereik ik de eerste uitgebreide bevoorrading. Ondertussen is het licht geworden en verschijnt er een voorzichtig zonnetje aan de hemel. Er volgt zowaar een vlak stuk van ongeveer vijf kilometer voordat de tweede klim van de dag zich aandient. Ik sluit me snel aan bij een groepje, zodat ik nog wat krachten kan sparen.
Dan begint de klim naar Ovronnaz. Een mooie, wat bredere weg door het wijngebied met mooie vergezichten. De klim is ruim tien kilometer lang met een gemiddelde van 8,4% - niet echt een loper. Maar aangezien ik nog fris ben, kan ik een mooi gelijkmatig tempo aanhouden en na vijftig minuten bereik ik de top. De afdaling loopt via een redelijk smalle weg, zonder verkeer, dwars door de wijngaarden. Prachtig!
Bij het einde van de afdaling bereiken we de tweede stop. Inmiddels is de zon echt tevoorschijn gekomen en loopt de temperatuur in het dal richting de 14 graden. Het is windstil, heerlijk! Op naar Mayens-de-la Zour, klim nummer drie. Het is een tweetrapsraket van bijna 22 kilometer lang met een gemiddelde van 4%. Op papier niet al te moeilijk maar aangezien er halverwege een afdaling inzit van ruim drie kilometer zitten er toch meerdere kilometers in van gemiddeld 9%. Dat doet pijn.
Het mooie aan de klim is dat je tijdens het eerste gedeelte ervan de weg aan de overkant kunt zien die tegen de rotswand is aangeplakt. Je kijkt dus uit op het tweede gedeelte, waar je omhoog rijdt naar Mayens-de-la Zour. Op de top is weer een bevoorrading. Na het vaste ritueel vervolg ik de rit met een lekkere afdaling richting Bramois waar helling nummer vier zich aandient, de klim naar Mayens de Vernamiège. Ruim dertien kilometer lang met een gemiddelde van 7,7%. Een regelmatige klim die ik behoorlijk goed verteer. Na een dik uur kom ik boven. Na een korte afdaling naar St-Martin volgt er weer een bevoorrading.
Na een korte pauze kan ik me opmaken voor de volgende serieuze klim van negentien kilometer naar Thyon 2000, de eerste top boven de 2000 meter. Na vier kilometer volgt er een licht dalende sectie waarna het echte klimwerk begint met stroken tot 11%. Het venijn zit in de staart. De laatste drie kilometer komt het stijgingspercentage niet meer onder de 9% en merk ik dat de krachten afnemen. Na het bereiken van de top besluit ik een wat langere stop te maken om weer op krachten te komen. Inmiddels staat er 145 kilometer en ruim 5300 hoogtemeters op te teller. Nog veertig kilometer en twee beklimmingen voor de boeg.
Ondanks de zon is het op ruim 2000 meter hoogte toch nog behoorlijk fris, dus na een kwartiertje vervolg ik mijn weg met een lekkere afdaling richting Veysonnaz waar de voorlaatste klim naar Nendaz wacht. Deze klim heeft een lengte van tien kilometer aan 5% gemiddeld. Dat moet te doen zijn, ware het niet dat de vermoeidheid echt begint toe te slaan en de man met de hamer al enigszins om het hoekje komt loeren. Ondanks dat de klimsnelheid behoorlijk afneemt sta ik na ruim een uur bij de voorlaatste bevoorrading. Six down, one to go! Eerst maar eens wat rust nemen, de inwendige mens verwennen en mezelf wat oppeppen voor de laatste maar geenszins makkelijke klim, de Col de la Croix de Coeur. Een fijn slotstuk van twaalf kilometer aan 7% gemiddeld met wat uitschieters naar 13%.
Inmiddels tikt de klok richting 17:00 dus hoog tijd om weer op te stappen. De eerste paar kilometers zetten meteen de toon. Regelmatig zie ik stijgingspercentages van meer dan 12% op het display. Om de feestvreugde te verhogen komt er hierna nog een stuk onverhard met daarin de uitsmijter van de dag, negenhonderd meter tegen 11% gemiddeld met een piek naar 19%. Staand op de trappers met het verstand op nul en de blik op oneindig weet ik dit te overleven.
Nu we dit gehad hebben komt het einde inzicht. Op drie kilometer van het de top zie ik de finishboog langzaam tevoorschijn komen. Dit geeft weer wat moraal en het laatste stuk weet ik zowaar nog een kleine versnelling in te zetten. Na bijna 12,5 uur rol ik over de meet, moe maar voldaan. Echt warm is het niet op de top dus snel het jasje aan en als een speer naar beneden voor een lekker herstelbiertje, of twee.
De Tour des Stations is een strak georganiseerde granfondo met een schitterend parcours. De bevoorrading is prima verzorgd. Overal staan verkeersregelaars om je de goede kant op te wijzen. Een absolute aanrader voor de liefhebbers van langere tochten met veel hoogtemeters. Zou je de Superfondo nog niet genoeg vinden kun je altijd nog voor de Ultrafondo kiezen.