Ik ben de afgelopen jaren meerdere keren tegen het asfalt gesmakt. Nooit podium, wel veel jodium… Je kunt het beter vermijden! Na elke val volgt een kort of lang herstel, je conditie gaat erop achteruit en het kan een bom geld kosten aan materiaal en kledij.
Het was telkens mijn eigen schuld en ik ben blij dat ik geen anderen schade heb toegebracht. Wat heb ik geleerd?
Als het regent of het wegdek nog nat is, dan kan je best de remmen goed dicht knijpen voor de bocht en zeer veel respect tonen voor natte kasseien. De dingen zijn spekglad, je hebt er geen verhaal tegen, ze schuiven niet goed eens je ertegen knalt en je fiets kan er erg gehavend uitkomen. Een gekneusde schouder doet trouwens erg veel pijn…
Of je bandjes nu 23 of 25 mm breed zijn en of het profiel nu al dan niet een betere grip geeft, tegen ijsplekken ben je machteloos. Je voorwiel schuift weg en je mag blij zijn als er geen verkeer in de buurt is. Het is ook geen zicht als je gelaat op de eerste dag van het jaar al geschaafd is… (Dit is trouwens ook een afrader op die andere vriesdagen.)
Terwijl jij achter je kijkt, wijkt een voorganger uit en voor je het weet tik je met je voorwiel tegen een achterwiel. Zo vallen is zeer onaangenaam, omdat het totaal onverwacht is. Als de krampen dan nog in de kuiten en de dijen schieten, is het helemaal feest! Je voelt in eerste instantie de geschaafde armen en benen wel niet, maar ten laatste bij het douchen, sta je weer te fluiten…
Of iemand de juiste lijnen volgt bij een afdaling weet je snel. Je voelt het: de “flow” zit goed, je moet niet bijsturen. Als je bij iemand in het wiel zit die moet bijsturen, dan is de kans groot dat je op het verkeerde moment aan de noodrem moet trekken: remmen wanneer het eigenlijk niet zou mogen. Het is dan hopen dat het ravijn niet te diep is! “C’est brulé”, hoorde ik de dokter zeggen na mijn val in de Granfondo van Albi. Ik ben ’s nachts flauw gevallen van de pijn en de terugreis alleen in de auto was een nachtmerrie.
Foto: Mijn op maat gemaakt tijdritpak nadat deze los was geknipt (foto Luc Nouwen).
Trento: de tijdrit van La Leggendaria Charly Gaul. Prachtig parcours; me op het lijf geschreven. Het rondje vijf keer verkend en het jaar ervoor een mooie uitslag behaald. Dit keer ging ik voor het podium. Voor die bocht nog eens optrekken; geen tijd verliezen… En dan komt dat muurtje steeds dichterbij. Ik vang het op met mijn schouder, maar dat ding geeft geen krimp. Daar lig je dan. Opstaan lukt niet meer. Eens voelen aan dat sleutelbeen. Oei, daar is een gat… Je wil geen half uur wachten op een ziekenwagen. Vier dagen zonder degelijke behandeling heb ik moeten verblijven in een Italiaans ziekenhuis. Daarna werd ik 1000 km in een ziekenwagen van Italië naar je thuisfront vervoerd. Aldaar kreeg ik nog eens een verkeerde diagnose van een universitair ziekenhuis. Na een maand werd ik toch geopereerd (het ging wel 'vanzelf' terug aan elkaar groeien). Vier maanden niet kunnen werken en daarna moeten afkicken van pijnstillers. Vervolgens werd ik geconfronteerd met een geblokkeerde schouder en heb ik een een jaar lang fysiotherapie om dat ding terug in de plooi te krijgen. En ik voelde me pas de oude toen het plaatje en de verkeerde schroeven uit m'n lijf waren.
Je wil het echt niet meemaken, geloof me! Wie zicht spiegelt aan een ander, spiegelt zich zacht..