Hemelvaartsdag 2019 was het dan zover. Mijn eerste cyclo voor 2019. Met vier fietsvrienden ben ik afgereisd naar La Tour de Salvagny. Een klein dorpje vlakbij Lyon op de grens van de Rhone-Alps en de Auvergne. Hier wordt ieder jaar met hemelvaart de cyclo 'Les Trois Cols Materiel-Velo' georganiseerd. De naam verwijst naar de drie 'bergen/heuvels' die beklommen moeten worden en die je telkens naar zo'n 800 meter hoogte brengen. Er is een grand parcours van 138 km en een medio route van 99 km. Bij de lange variant klim je enkele van de cols bovendien 2x (van een andere kant) waardoor je op een kleine 3.000 hoogtemeters uitkomt. De verschillende afstanden zijn bovendien ook als toertocht afwerken.
Gemoedelijke sfeer bij de start
Les trois cols telt ieder jaar zo'n 750 tot 1.000 deelnemers. Voor beide cyclo-afstanden staan dan circa 250 man aan de start. De start is bij een oude 'Hippodrome' waar de rijken uit Lyon in vroeger tijden naar de paardenraces gingen. Tegenwoordig is het een park waar evenementen en concerten gegeven worden. De sfeer is relaxed en je hoeft je ook niet druk te maken om ruim op tijd al 'positie in te nemen' in het startvak om van voren te kunnen beginnen. Een kwartiertje voor de start druppelt iedereen het startvak in. We hadden bovendien een lekker fietsweertje. Zon en ruim 20 graden is natuurlijk ideaal.
Wedstrijdverslag
Bram, Thijs, Teun en ik stonden om 8.45 klaar om te koersen. Allemaal met ambities voor een leuke klassering. Onze 5e man, Laurent, had wat minder trainingskilometers gemaakt en was al vertrokken voor de toertocht versie van 99 kilometer. Met rugnr. 1 was er bovendien een prominent van de partij. Jose Angel Gomez Marchante (wie kent hem nog!?). Deze Spanjaard reed zo'n 10 jaar geleden bij Saunier Duval als ploegmaat van o.a. Ricco, Cobo en Piepoli.
Vanaf de start was er een stukje neutralisatie tot een eerste heuveltje. Daarna begon op 12 kilometer de eerste serieuze klim. Col de la Luere (5 km a 6%). Gelukkig geen nerveus gedoe richting de voet en ik kon redelijk makkelijk voorin komen. Er werd bergop stevig doorgereden, maar de toppers hielden nog wel een beetje in. Ik kon prima volgen al voelden mijn benen niet helemaal super. Op de top was de groep nog zo'n 50 man groot inclusief Bram, Thijs en ikzelf. Teun was nergens te bekennen en die bleek achteraf bij de voet kettingproblemen te hebben gehad. Een poging om nog terug te keren was mislukt, waardoor hij er een toertocht van had gemaakt.
Na een lange en redelijk eenvoudige afdaling volgde na 40 kilometer col nummer 2. De Cote de Chateauvieux. In totaal 7 km a 5%, maar met name de eerste kilometers waren een stuk steiler. Vanaf de voet was het volle bak en brak het peloton eigenlijk direct. Een groep van zo'n 20-25 reed weg en daarachter formeerde zich langzaam een groepje van ongeveer 10 renners waar wij alle drie bij zaten. Mijn benen voelden een stuk beter aan en ik hoopte dat ik er doorheen was. In de afdaling kwamen nog wat renners terug en tot kilometer 90 bleven we met 15 man bij elkaar. Voor en achter ons was de weg leeg (op wat toerfietsers na die je af en toe inhaalde) en demarreren had daardoor toch geen nut. Bovendien lag het tempo eigenlijk wel goed. Mijn benen begonnen weer wat zeer te doen bergop, al hoefde ik ook niet helemaal op de limiet om te volgen.
Op 90 kilometer begon de laatste langere beklimming, de Col de la Croix. Niet heel steil, maar steeds zo'n 5 a 6% over 6 km. Voor een enkeling uit onze groep was het echter het signaal om te versnellen. Ik moest aardig op de tanden bijten, maar kon volgen. Ook Thijs en Bram zaten er nog bij en op de top waren we nog met 10 man. Een afdaling en tussenstuk volgde en op 120 kilometer lag de laatste hindernis. In het routeboek stond 2 km a 5%. Wat we niet wisten was dat die percentages oneerlijk verdeel waren en de laatste 500 meter stukken van 15% bevatte. Bram had al aangekondigd op die klim te gaan demarreren en deed dat ook. Hij reed weg met 2 jongens die helemaal niet in de koers zaten, maar toevallig daar ook omhoog reden in hun eigen rondje. Net voor het steile stuk sloten wij weer aan en was het zo hard als je kon naar de top. Bovenop bleken we nog maar met 6 te zijn. Wederom zaten we alle drie mee en was het kop over kop naar de streep in vooral dalende lijn.
Het zat op 3 kilometer van de meet nog even mee omdat bij een spoorwegovergang de lichten rood begonnen te knipperen. Bij een UCI wedstrijd waren we waarschijnlijk uit koers genomen, maar hier stond een seingever te wijzen dat we er nog snel onderdoor moesten fietsen... Mochten er nog renners kort achter ons hebben gezeten hoefden we daar nu in ieder geval niet meer voor te vrezen.
Op het laatste hupje bergop in de laatste 2 km waagde Bram, erkend strijkijzer, nog een alles of niets poging om alleen weg te komen. Dat lukte niet. Een sprint dus met 6 om, wat achteraf bleek, de 21e plek. Het verdict: Thijs 23e, ikzelf 25e en Bram 26e. Mooie uitslagen waar we dik tevreden mee kunnen zijn. En Gomez Marchante? Die werd net voor ons 20e.
Omgeving en organisatie
De route voert door een soort middelgebergte met veel groen en verre uitzichten. Het heeft wel iets weg van het Zwarte Woud, maar dat net wat 'kleiner'. Veel tijd om ervan te genieten heb je niet als je volle bak aan het koersen bent, maar af en toe was er wat ruimte om even om je heen te kijken. Ook de afdalingen waren goed te doen. Snel, maar niet te steil en niet te technisch. Wat ons betreft ook kudos voor de organisaties. Overal seingevers, voldoende motoren en na afloop een uitstekende pasta-party. Aandachtspuntje is de bevoorrading. Laurent had de opdracht die te recenseren: 'Alsof er een Fransman kwam lunchen'. Ofwel, er was alles zoals kaas, worst, koekjes en cake. Een sportreepje, snelle suikers, of iets in die richting waarmee je weer even vooruit kon ontbrak echter...
Conclusie. Goed georganiseerd, gemoedelijke sfeer, geen hectiek of linke afdalingen en een selectief parcours met genoeg klimwerk. Om te koersen echt een leuke cyclo. Uiteraard heeft het niet de uitstraling of de uitdaging van de grote cyclo's in het hooggebergte, maar het is zeker de moeite waard om eens iets anders te proberen.