Vandaag de derde opgave en niet bepaald de makkelijkste. Das Dach der Tour heet de etappe en dat staat bij de TdK synoniem voor flink klimmen. De messen worden geslepen vooraf. De route is vrijwel dezelfde als afgelopen jaar. ‘Obey, jij redt het niet onder de vijf uur’, riep ik. ‘Wedden van wel’. Als parcourskenner probeerde ik de sfeer er een beetje in te brengen met verhalen over gruwelijke percentages en laverende renners. Niks aan gelogen overigens. Groentje meldt nog even de remblokjes te willen vervangen, maar na wat opmerkingen van de ervaren rotten ziet hij het nutteloze wel in van deze poging. En zo staat heel Team KAPUTT ruim voor negenen weer netjes in het startvak. Nog steeds blok C wat mij betreft. Natuurlijk na eerst als een echte prof het startformulier getekend te hebben. Het weer is prachtig deze dag. De eerste zonnestralen vallen het wolkendek aan en al voor de start verdwijnt de windstopper in de achterzak.
Als de meute om 9 uur op weg gaat met de neutralisatie blijken de waarschuwingen van gisteren hun uitwerking niet gemist te hebben. Iedereen blijft braaf rechts rijden en niemand doet rare dingen. Nog nooit zo’n relaxte neutralisatie meegemaakt in al die deelnames hier. Goed, na twaalf kilometer gaan de motoren weg en is het weer een gekkenhuis als altijd. De snelheid loopt op en als een stel gieren op een kadaver vallen ze de helling aan. Het gaat gelijk serieus omhoog en ik voel dat het pijn doet. Dit is niks voor mij weet ik. Groentje rijdt bij me weg en de clown zie ik nog voor me rijden. Kansloos om daar naartoe te rijden. Eigen tempo volhouden en bovenaan kijken of ik een goed groepje kan meepikken. Allerlei renners die mij gisteren nog vergezelden zie ik wegschieten. Laten gaan, als kilometervreter zitten mijn beste momenten zelden aan het begin. ‘Hé Herman’, hoor ik achter me. Daar is zowaar mellow yellow. Die rijdt goed zeg, denk ik bij mezelf en hij gaat over me heen. Ik kan aanpikken en samen met een groep komen we boven. De afdaling is duizelingwekkend. De 80 wordt aangetikt op de brede, overzichtelijke weg. In het dal ontstaat een groep. Mellow yellow is geen daler en maakt er dan ook geen deel vanuit. Maar met een mannetje of dertig marcheert het als een echte ploegentijdrit. Twee seconden op kop en dan afgeven. In een vloek en een zucht is het dal achter de rug en is het linksaf de Prekova op.
Ik herinner me deze nog van vorig jaar en dat was geen pretje. Direct vliegt het boven de 10% omhoog op dit kneuterige bosweggetje. Het houdt maar niet op en na enkele kilometers is daar zowaar mellow yellow weer. Zo, die rijdt goed zeg, denk ik voor de tweede keer deze dag en ik probeer aan te haken. Het lukt om wat terug te komen en hem niet meer dan 10-20 meter te geven. Ik knok me terug en kom er weer langs. Maar uiteindelijk verslaat hij me in de lange uitloper van deze col. Ik zit er echter vlak achter en duik snel naar beneden. Concentratie is nodig op dat kleine weggetje. En ja hoor, daar is al een deelnemer met een auto in contact gekomen. Oei, dat ziet er gelukkig niet al te ernstig uit. Links, rechts gaat het naar beneden en voor ik er erg in heb sla ik linksaf het dal in. Hier gaat het pas echt beginnen, weet ik van afgelopen jaar. Een dal van vijftien kilometer vals plat omhoog. De wind heeft vrij spel en de stevige hupjes zijn talrijk. Aan het eind volgt de bevoorrading en dan de Flattnitz, niet meer dan een kilometer of drie, maar werkelijk gruwelijk steil.
Maar eerst dus door het dal. Ik vorm met ene Silvio en Klaus een groepje. Te weinig naar mijn zin. Nadine sluit aan en we zijn met zijn vieren. Gelukkig, dat scheelt weer. In de verte zie ik twee man rijden, maar die lijken weg en bovendien gaan ze aansluiten bij een voorgaande groep. Kansloos om daar naartoe te rijden. We zijn dus aangewezen op elkaar. Maar zowaar, na enkele kilometers klinkt er gekreun achter me. Twee man zijn aangesloten waaronder druistige Denis. Een Duitser die een kopovername lijkt te beschouwen als een sprint van Marcel Kittel. Even tot de orde roepen die kerel, want hier is geen tijd voor fratsen. Het is nu zaak de boel bij elkaar te houden. Maar de wind is stevig en het vals plat verandert voortdurend in een stevige helling. Ik merk dat mijn duurvermogen me redt, want het groepje breekt, Denis, Franz en ik hebben ons afgescheiden. Nu nog slechts een kilometer tot de bevoorrading. Hier neem ik wat drinken en de tijd voor een sanitaire stop. Van mellow yellow nog geen spoor. Maar nu gaat het pas echt beginnen. Die Flattnitz is werkelijk eeen beest van een klim. Ik heb een 32 aangeschaft voor dit soort gelegenheden. Ik ben klaar met dat geworstel en gehark. Gelijk trekt het aan tot een procent of 13. De renners staan zowat stil. Iedereen kruipt over de brede weg. Ik zie de eerste laverende renners al voor me. Het is werkelijk waanzinnig. Niemand lijkt hier vooruit te komen, zo gruwelijk steil is het. Soms vlakt het af naar 10%, het voelt als een weldadig bad. De bocht om en dan weer een lang kaarsrecht stuk omhoog, er lijkt geen eind aan te komen. Ik dank mijn 32 en ben bij deze beslissing genomen te hebben. Maar nog is het wrikken en worstelen. Eindelijk klinkt een stem: ‘Nur noch zweihunderdfünfzig’. Pfff, bijna boven. En ja hoor, daar kunnen we gelijk naar beneden. Met nog twee man dalen we snel af over de schitterend geasfalteerde weg.
In het dal ontstaat een lekkere groep en het marcheert goed. Hé, daar in de verte rijdt groentje. We pikken hem op en hij ziet er niet zo okselfris meer uit. ‘Aansluiten en bijblijven’, adviseer ik. Het gaat goed en op weg naar finishplaats Feldkirchen melden zich nog net even teveel hellingen. Zelfs een lange waar ik eigenlijk geen rekening meer mee heb gehouden. Gelukkig behoor ik tot de beteren op dit moment, zodat ik redelijk makkelijk kan bijblijven. Nu nog een kilometertje of wat afdalen en we zijn in Feldkirchen. Er worden nog flink wat snokken aan gegeven en de benen moeten alles uit de kast trekken. Nog 1000 meter geeft het bordje aan en hé wie is daar ineens? Groentje. ‘Ja hallo, dat mag dus niet hè’, meld ik hem fijntjes. ‘Eerst twintig kilometer niks doen en dan ineens gaan sprinten.’ Dat doen we dus niet. Hij trekt zich er niks van aan en ik moet alle zeilen bijzetten om hem achter me te houden. Gelukkig heb ik parcourskennis en ik wring me in de nauwe straatjes van het dorp naar voren. Nog een bocht en dan nog twintig meter naar de finish. Het lukt me hem achter me te houden. Missie geslaagd. Maar zonder gekheid, ook hij heeft als een tijger gereden in de eerste bergrit van zijn leven.
Op het supergezellige dorpsplein vloeien de grote verhalen rijkelijk. De beul heeft stuiterbal net achter zich gelaten. Die laatste meldt dat hij in de eerste klim op de kop van zijn groep startte, compleet door de groep zakte en er net achter zat op de top. Ja shit happens. De beul en de clown konden te nauwernood een loslopende hond ontwijken in een afdaling. Mellow yellow had een prima dag, maar de veteraan had het heel zwaar vandaag. En hé, wie is daar nou? Dat is Obey in 4:40. Wow! Dat is nog eens een prestatie. Ja, daar sta ik dan met mijn voorspelling. Klasse gedaan. En nu wachten op de stille. Met nog acht renners in koers is hij de eerste die zich meldt bij de finish. Man man, wat een dag heeft die erop zitten. Al met weer al een mooie dag en een geweldig avontuur. Morgen de vreselijke finish in Buggl in Bach, een beestenklim. Ook zo’n jaarlijks terugkerend feestje. We kijken ernaar uit.
Uitslag
de beul | 4:00:38 |
stuiterbal | 4:00:41 |
de clown | 4:04:50 |
ik zei de gek | 4:12:49 |
groentje | 4:12:51 |
mellow yellow | 4:21:31 |
de veteraan | 4:35:19 |
Obey | 4:40:15 |
de stille | 5:27:43 |
Discount on event tickets up to 50% and much more.