Tubeless
met medewerking van Rob Thierig en Pieter Houwen
Als het om innovaties gaat, kijk ik graag de kat uit de boom. Pas als de ervaringen positief zijn, en de techniek doorontwikkeld is, ga ik er zelf eens mee experimenteren. Of het nu gaat om carbon frames, carbon wielen, een vermogensmeter, 11-speed of elektrisch schakelen - steeds heb ik het zo gedaan. Het fenomeen tubeless banden volg ik al sinds 2008. Destijds reed de profploeg FDJ (met Gilbert in de gelederen) als eerste van de Worldtourteams met tubeless banden van Hutchinson. Veel later volgde IAMCycling met tubeless banden van Schwalbe. Toch duurde het nog heel lang voordat tubeless écht doorbrak. Nog altijd rijdt het overgrote deel van de wielertoeristen met gewone bandjes, terwijl de profs koersen op tubes. Daar lijkt echter verandering in te komen. Volgend seizoen zal Dimension Data 100% op tubeless banden gaan rijden. Ook Deceuninck-Quickstep en Lotto-Soudal experimenteren volop met tubeless banden. En nu ook Continental eindelijk met een tubelessband is gekomen, lijkt tubeless dan definitief door te breken op de racefiets. Hoogste tijd om er eens in te duiken.

Wat is tubeless?
Bij een tubeless-systeem rijd je alleen met een (speciale) buitenband, en wordt er dus géén binnenband gebruikt. Het systeem is alles behalve nieuw, want het wordt al heel lang gebruikt bij bijvoorbeeld auto's en scooters. Ook op de MTB is het al jaren ingeburgerd.
Wat zijn de voordelen van tubeless?
-
Doordat er geen binnenband gebruikt wordt, is de kans op een stootlek bij tubeless veel minder groot.
- Daardoor is het mogelijk om op een lagere (-1 bar) druk te rijden dan bij een gewoon bandensysteem.
- De lagere druk zorgt op zijn beurt voor een beter comfort en betere grip. Het betere comfort merk je vooral op slecht wegdek, gravelpaadjes, klinkers e.d.
- Het is bij tubeless gebruikelijk de band te vullen met anti-lekvloeistof (ook wel latex of sealant genoemd). Daardoor behoren ook gewone lekken grotendeels tot het verleden. Eventuele gaatjes worden automatisch gedicht, vaak zonder dat je het door hebt.
- Bij carbon wielen is de kans op het ploffen van banden als gevolg van oververhitting in een afdaling iets kleiner, maar blijft aanwezig. Wil je per se met carbon wielen in de bergen rijden, neem dan tubes of schijfremmen tenzij je écht weet wat je doet.
- Tubeless banden hebben meestal minder rolweerstand dan gewone banden met butyl binnenbanden.
Wat zijn de nadelen van tubeless?
De wet van behoud van ellende gaat uiteraard gewoon op; geen voordelen zonder nadelen!
E
- Een tubeless band is zeker op wat oudere wielen soms lastig te monteren. Bij ouder materiaal is vaak speciaal gereedschap nodig. Gebruik je moderne z.g. tubeless-ready (TLR) velgen dan gaat dit meestal niet meer op.
- De keuze in tubeless banden wordt steeds groter, maar is nog altijd klein vergeleken met gewone banden. Hutchinson, Mavic, Specialized, Continental en Schwalbe zijn momenteel de meest populaire fabrikanten.
- De sealant in de band heeft niet eeuwige leven. Als je niet veel fietst, zal de sealant eerder zijn 'versleten' zijn dan de band. Op dat moment moet je sealant bijvullen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de sealant die nu verkocht wordt, veel langer meegaat dan een paar jaar geleden.
- Wanneer je een tubeless band verwijdert, kan dat geklieder opleveren door de sealant in de band.
- Goedkope tubeless banden bestaan (nog) niet.
- Je moet de ventielen periodiek reinigen, om te voorkomen dat ze verstopt raken met sealant.
-
Sealant werkt pas goed bij lagere druk. Daarom kan het voorkomen dat bij een lek er eerst wat sealant uit de band spuit op bijvoorbeeld je frame of kleding, voordat het gat gedicht wordt. Ook is het mogelijk dat je wat lucht moet bijpompen nadat het gat gedicht is.
- Zeker voor renners die weinig lekrijden, kun je je afvragen wat de meerwaarde is. Je zal moeten investeren in nieuwe kennis en vaardigheden.
- Qua rolweerstand zijn gewone buitenbanden met latex binnenbanden sneller.
- Qua gewicht zijn gewone banden vaak toch nog iets lichter als je alles meetelt (sealant, ventiel, enzovoorts).
Op welke druk moet ik tubeless banden rijden?
Over bandendruk zijn boekenkasten volgeschreven. Toen Mantel laatst op Facebook vroeg met welke bandendruk hun volgers reden, viel ik van de ene verbazing in de andere. De aloude 8-bar regel bleek voor velen nog waarheid te zijn, ook in 2019. Curieus.
Vroeger, in de tijd van de 23 mm banden, was bandendruk tamelijk eenvoudig te bepalen: 10% van het lichaamsgewicht waarbij de druk niet onder de 6 moest komen en niet boven de 9. Daarna kwamen de 25 mm bandjes. Toen konden we de rekenregel 10% van lichaamsgewicht - 1 bar aanhouden, met 5 als ondergrens en 8 als bovengrens. Met tubeless kunnen we nóg een bar verder omlaag, waarbij de ondergrens ongeveer 4 bar is (lager betekent excessief meer rolweerstand). De maximale druk staat aan de zijkant van de band vermeld, bij Schwalbe Pro One is dat bijvoorbeeld 7,5 bar. Het onderstaande tabelletje zet e.e.a. op een rijtje. Wellicht ten overvloede: bandendruk is zeer persoonlijk, en er is niet zoiets als "de ideale bandenspanning".
| 23 mm clincher | 25 mm clincher | 25 mm tubeless |
60 kg | 6 bar | 5 bar | 4 bar |
70 kg | 7 bar | 6 bar | 5 bar |
80 kg | 8 bar | 7 bar | 6 bar |
90 kg | 9 bar | 8 bar | 7 bar |
Wat doe je als je tóch lek rijdt?
Alhoewel de kans op stootlekken en gewone lekken veel kleiner is bij tubeless, is nog altijd mogelijk lek te rijden. Wat dan?
-
Je kunt alsnog een gewoon binnenbandje steken en een bijvoorbeeld een stukje oude buitenband voor het gat doen. Nadelen: een tubeless band gaat lastiger om de velg dan een gewone, zeker bij oudere niet-tubeless ready velgen. Het kan geklieder geven. Kans op een “bobbel” in de band. Band moet eraf.
- Je kunt proberen extra sealant toe te voegen. Voordeel: band hoeft er niet af. Nadeel: je moet sealant meenemen, kleine kans dat het werkt.
- Een prop in de band steken vanaf de buitenkant zoals we dat ook van auto's kennen met bijvoorbeeld een Dynaplug. Voordeel: de band hoeft er niet af, geen geklieder. Nadeel: werkt alleen bij lage bandenspanning, geen langetermijnoplossing.
- Je kunt vanaf de binnenkant een speciale bandenplakker gebruiken. Nadeel: kost tijd, geen 'road side repair'.
Wat heb ik nodig om tubeless te monteren?
Wat je nodig hebt is afhankelijk welke type velg je gebruikt; een moderne, tubeless-ready (TLR) velg, of een ouderwetse, gewone velg die niet af-fabriek geschikt is voor tubeless (N-TLR). Er zijn ook tussenvormen!
Wat je altijd nodig hebt:
-
2 speciale tubeless buitenbanden. Probeer nooit maar dan ook nooit gewone buitenbanden tubeless te gebruiken, dat is vragen om nieuw gebit (bij MTB banden is dit soms wel mogelijk).
- Twee tubeless ventielen. Heb je TLR-wielen, dan zitten deze vaak bij je wielen. Gebruik je N-TLR velgen dan moet je ze los aanschaffen. Let dan op de juiste hoogte. Ventielen zijn te hergebruiken. Tubeless ventielen hebben anno 2019 vrijwel altijd een verwijderbare kern, kan echter nooit kwaad dit toch even te checken. De reden dat je verwijderbare kernen wil hebben, is dat je dan de sealant via het ventiel kunt toevoegen. Je kan dat ook doen door het rechtstreeks in de buitenband te gieten, maar dat levert veel meer geklieder op.
- Sealant. In principe gebruik je net zoveel milliliter als millimeter breedte van de band, waarbij je omhoog afrondt op tientallen. Dus 25 mm = 30 ml sealant. Bekende merken zijn onder meer Orange Sealant en Stan's. Sommige sealant kan direct uit de fles via het ventiel in band worden gegoten, soms heb je een injectiespuit of een speciaal flesje nodig.
- Een tool om een ventielkern te verwijderen (een klein tangetje werkt ook)
- Een vloerpomp.
Voor een TLR-velg ben je dan in principe klaar. Heb je N-TLR-velgen heb je ook nog nodig:
-
Speciaal tubeless velglint. Dit dient éénmalig gemonteerd te worden om te zorgen dat de spaakgaten luchtdicht worden. De breedte moet 3 mm groter zijn dan de interne breedte van de velg.
-
Iets om de band "te laten schrikken" (het zogenoemde "ploppen"), bijvoorbeeld een compressor, airbooster of een CO2-patroon. Je kunt ook zelf iets maken met een oude colafles.
- Een plantenspuit met zeepwater, of een speciaal daarvoor ontwikkeld product (zoals Schwalbe Easyfit).
- Een priem of een spijker
Hoe monteer ik een tubeless band?
Ook hier maken we onderscheid tussen montage op een TLR-velg of een N-TLR-velg. Het makkelijkste is uiteraard montage op een TLR-velg. Dit niet moeilijker of makkelijker dan montage van een gewoon bandensysteem.
-
Monteer het ventiel.
- Steek het ventiel door het gat en draai het ringetje er vanaf de buitenkant op. Meestal moet er ook nog een O-ring tussen. Draai stevig vast.
- Leg de tubeless band om de velg. Let op de draairichting, dit staat vaak aan de buitenkant van de band vermeld.
- Pomp de band op met een vloerpomp en kijk of alles luchtdicht is.
- Als dit het geval is, laat de band leeglopen, verwijder de ventielkern met een speciale tool (of een tangetje), voeg 30 ml sealant toe via het ventiel. Vergeet niet het flesje goed te schudden.
Draai de kern er weer in en pomp op tot de maximale druk die op de zijkant van de band vermeld staat.
- Draai het wiel in alle richtingen een flink aantal keer rond om te zorgen dat de sealant zich verspreidt. Alternatief: rijd een rondje door de buurt.
Laat een nachtje staan (let erop dat het ventiel standje 4 of 8 uur staat om verstopping te voorkomen) en controleer of je geen druk verliest.
- Breng de band op de gewenste druk.
Noot: sommigen voegen na het omleggen van de tubeless band direct sealant toe en slaan dus één stap over.
De montage op een N-TLR-velg is net even lastiger. Ook is er geen garantie dat het uiteindelijk lukt.
- Indien er spaakgaten zichtbaar zijn, dien je éénmalig speciaal tubeless velglint aan te brengen.
1. Haal eventueel aanwezig 'gewone' velglint eraf.
2. Zorg er eerst voor dat het velgbed vetvrij en droog is.
3. Druk het tape goed aan.
4. Wikkel 2 rondjes tape.
5. Prik met een priem of een spijker een klein gaatje in het tape waar het ventiel gemonteerd moet worden.
- Monteer het ventiel. Steek het ventiel door het gat en draai het ringetje er vanaf de buitenkant op. Meestal moet er ook nog een O-ring tussen. Draai stevig vast.
- Monteer de tubeless band, let op de draairichting. Bij een N-TLR velg gaat dit vaak lastiger dan bij een TLR-velg. Je mag natuurlijk een bandenwipper gebruiken, want er is geen kans dat je het binnenbandje lek prikt.
-
Probeer de band te ploppen door 'm te laten schrikken met een compressor, airbooster of CO2-patroon.
Kijk of de band druk verliest.
- Zo ja (en dat is bij een N-TLR velg vrij normaal), spuit de hiel van de band en de velg (aan beide kanten) in met zeepsopwater met een plantenspuit.
- Probeer de band opnieuw te laten ploppen (er zijn wellicht meerdere pogingen nodig)
- Luchtdicht? Laat de band leeglopen, verwijder de ventielkern en voeg 30 ml sealant toe via het ventiel. Vergeet niet het flesje goed te schudden.
- Draai de kern er weer in en pomp op tot de maximale druk die op de zijkant van de band vermeld staat.
- Draai het wiel in alle richtingen een flink aantal keer rond om te zorgen dat de sealant zich verspreidt. Alternatief: rijd een rondje door de buurt.
Laat een nachtje staan (let erop dat het ventiel op standje 4 of 8 uur staat om verstopping te voorkomen) en controleer of je geen druk verliest.
- Breng de band op de gewenste druk.
Heb je nog meer vragen? Lees ook onze Tubeless FAQ eens door!